Gemeente HERSELT

 

Zitting van maandag 24 november 2025 - Gemeenteraad

 

Aanwezig:

Luc Peetermans - burgemeester

Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen - schepenen

Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Milo Anthonis, Maria Leirs, Elke Verlinden, Kristof Van Dingenen, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans - raadsleden

Emelie Laeremans - voorzitter

Pieter Soetewey - algemeen directeur

 

 

Overzicht punten

 

Goedkeuring ontwerpnotulen van 20 oktober 2025

 

Situering

De goedkeuring van de ontwerpnotulen van de gemeenteraad van 20 oktober 2025.

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

De voorgelegde ontwerpnotulen van de gemeenteraad van 20 oktober 2025 goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Punt bijlagen/links Audioverslag gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn 20 oktober 2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Oprichting landbouwraad - reglement

 

Situering

In het bestuursakkoord en eerdere zittingen van de gemeenteraad werd de intentie kenbaar gemaakt om een nieuw adviesorgaan in te richten in functie van de erkenning van de landbouw als belangrijke actor in de open ruimte en onze plattelandsgemeente.

 

Wettelijke gronden

Decreet over het lokaal bestuur, artikel 304.

 

Toelichting en advies

De bevoegdheid om adviesorganen in te richten ligt bij de gemeenteraad, die dit bij reglement kan doen.

 

Het reglement is tot stand gekomen in overleg met vertegenwoordigers van de Herseltse landbouwsector en potentiële kandidaat-leden.

 

Het adviesorgaan zou bestaan uit een algemene vergadering die alle mogelijke vertegenwoordigers van de Herseltse landbouwsector verzamelt en een bestuursorgaan kiest. Het bestuursorgaan is de eigenlijke adviesraad in de zin van art. 304 van het DLB (decreet lokaal bestuur).

 

Bijzonder aan deze adviesraad is dat er geen eenduidige samenloop is met bevoegdheden binnen de administratie. Daarom wordt voorgesteld de ambtelijke ondersteuning te laten bepalen in functie van de agenda-inhoud.

Voor de administratie is het belangrijk aan te geven dat het niet de bedoeling is dat iemand van de administratie beleidsmatig werk zou verrichten voor de landbouwraad.

 

Gelet op het bestuursakkoord en het positieve advies van de potentiële leden, wordt de gemeenteraad voorgesteld het reglement goed te keuren.

 

Argumentatie van de gemeenteraad leidende tot het uiteindelijke besluit

De gemeenteraad volgt het voorstel van de administratie en het college van burgemeester en schepenen en keurt het ontwerp huishoudelijk reglement voor de landbouwraad goed.

 

Financiële weerslag

Kosten

Afhankelijk van de werking - maximum 620 euro (incl. btw)

Werkuren

Nog te bepalen

Actie

AC in te schrijven in MJP 2026-2031

Actie omschrijving

Opzetten van adviesraden om verenigingen en burgers te betrekken bij het beleid van het lokale bestuur

MJP nummer

MJP

 

De nodige budgetten dienen voorzien te worden in het MJP 2026 - 2031.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

De gemeenteraad gaat akkoord met het voorstel van huishoudelijk reglement voor de landbouwraad.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Punt bijlagen/links Huishoudelijk reglement landbouwraad.pdf Download
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement op administratieve prestaties

 

Situering

Er worden door de administratie verschillende diensten geleverd waarvoor het billijk is een aangepaste vergoeding te heffen en dit rekening houdende met de kostprijs en de gepresteerde diensten.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40, §3 en 41, 14°.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een retributie geheven op de aflevering van onderstaande stukken tegen een tarief vermeld tegenover het stuk:

 

1.1. fotokopies van bestuursdocumenten (A4/A3):

1)                   kleurenfotokopie van bestuursdocumenten (A4/A3)

2)                   planafdruk per lopende meter zwart-wit

3)                   planafdruk per lopende meter kleur

0,05/0,10 euro
0,30/0,60 euro
5,00 euro
20,00 euro

1.2. genealogische opzoekingen (stamboom) uitgevoerd door het personeel geleverd werk, met een min. van 1 uur

50,00 euro per uur

1.3. plastiekhouders rijbewijzen

0,40 euro per stuk

1.4. plastiekhouders identiteitskaarten

0,40 euro per stuk

1.5. attest immatriculatie + duplicaten

5,00 euro

1.6. duplicaat trouwboekje

20,00 euro

1.7. naamplaatje asverstrooiing

40,00 euro

1.8. gegraveerd sterrenblaadje

eerste gratis, duplicaat 40,00 euro

 

Artikel 2: 

              Hogervermelde retributies worden verhoogd met gebeurlijk te maken portkosten, behoudens wat betreft het versturen van fotokopies van bestuursdocumenten, naar aanleiding van vragen van burgers tot verzending van hoger aangeduide stukken.

 

Artikel 3: 

De retributie moet betaald worden door de aanvrager op het moment van de aanvraag.

 

Artikel 4: 

              De retributies worden niet geïnd voor inlichtingen en stukken gevraagd door het rijk, de provincie, het Vlaams Gewest, de gemeenten, de OCMW’s, sociale woonmaatschappijen en de stichtingen studiebeurzen.

 

Artikel 5:

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement op het afleveren van bewonersparkeerkaarten

 

Situering

De gemeente heeft financiële middelen nodig heeft voor zijn werking en investeringen.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40, §3 en 41,14°.

Besluiten van de gemeenteraad van Herselt van 27 maart 1996 en 24 april 1996 terzake.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries en Emelie Laeremans

Stemmen tegen:

Milo Anthonis, Kristof Van Dingenen, Els Van de Kerckhof en Femke Poelmans

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

Er wordt met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 een retributie gevestigd op de aflevering van een bewonersparkeerkaart, waardoor het mogelijk wordt parkeerfaciliteiten te benutten, bedoeld in het artikel 27 ter van het algemeen reglement van de politie van het wegverkeer.

 

Artikel 2: 

De retributie valt ten laste van de titularis-bewoner welke voldoet aan de bepalingen van desbetreffend ministerieel besluit en rondschrijven.

De prijs van de uitgereikte bewonersparkeerkaart wordt vastgesteld op 5,00 euro/maand, met een maximum van 50,00 euro/jaar.

De kaarten tegen voornoemde tarieven uitgereikt, zijn alleen van toepassing in die straten waar bij toepassing van het algemeen aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer, het bewonersparkeren wordt ingevoerd.

De bewonersparkeerkaart dient zichtbaar achter de voorruit van het voertuig te worden aangebracht of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig.

De bewonersparkeerkaarten worden uitgereikt door het gemeentebestuur.

Er kan slechts 1 nummerplaat per kaart vermeld worden en er wordt maximum 1 kaart per adres afgeleverd.

 

Artikel 3: 

Het bedrag van de retributie wordt betaald aan de financieel directeur of aan zijn/haar aangestelde bij het afleveren van de bewonersparkeerkaart.

 

Artikel 4: 

Een bijkomend recht van 7,50 euro is verschuldigd voor het bekomen van een duplicaat, ongeacht de reden van de aflevering.

 

Artikel 5: 

De gebruiker zal geen bezwaar kunnen indienen, wanneer hij, niettegenstaande het heffen van de retributie, toch niet mag parkeren, om redenen vreemd aan de wil van het bestuur of ingeval van verplichte evacuatie van het voertuig bij politiebevel.

 

Artikel 6: 

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek voor zelfstandige woningen en kamers

 

Situering

Het lijkt aangewezen om voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek, uitgevoerd door een erkende woningcontroleur, en de bijkomende administratieve verwerking een vergoeding vast te stellen.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40, §3 en 41, 14°.

Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

Decreten over het Vlaamse Woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020, zoals gewijzigd, hierna Vlaamse Codex Wonen van 2021, in het bijzonder artikel 3.3/1.

Besluit van 11 september 2020 tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals gewijzigd, hierna Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, in het bijzonder artikel 3.4, vierde lid.

Retributiereglement voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek voor zelfstandige woningen en kamers van de gemeente Herselt van 27 mei 2024.

 

Toelichting en advies

Door de gewijzigde regelgeving werd het vanaf 1 juni 2024 (enkel nog) mogelijk een vergoeding per conformiteitsonderzoek te vragen. Voorheen werd er een vergoeding gevraagd voor de behandeling van de aanvraag van een conformiteitsattest. In de praktijk blijkt bv. echter dat er vaak meer dan één conformiteitsonderzoek wordt uitgevoerd alvorens de woning conform kan worden verklaard. Sinds 1 juni 2024 kan aldus in dit geval een retributie per conformiteitsonderzoek worden gevraagd (i.p.v. één retributie per aanvraag voor een attest), waardoor de vergoeding meer in verhouding zal staan tot de gemaakte kosten.

 

Sinds 1 juni 2024 is het maximale bedrag dat kan worden gevraagd, verhoogd naar 200,00euro per conformiteitsonderzoek. De vergoeding moet beperkt zijn tot de werkelijke kosten. Het betreffende conformiteitsonderzoek wordt steeds uitgevoerd door een erkende woningcontroleur in opdracht van de gemeente. Dergelijk onderzoek gaat steeds gepaard met een administratieve verwerking. Hierdoor blijkt de huidige vergoeding die gevraagd kan worden niet in overeenstemming te zijn met de werkelijke kosten. In de praktijk liggen de kosten van een conformiteitsonderzoek omstreeks of zelfs hoger dan 200,00 euro per conformiteitsonderzoek. De verhoging van de vergoeding is dus wenselijk.

 

Er wordt een lagere vergoeding vastgesteld voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek voor een zelfstandige woning waarvoor binnen een termijn van 3 maanden voorafgaand aan dit onderzoek al een eerder conformiteitsonderzoek heeft plaatsgevonden. Een hercontrole neemt nl. minder tijd in beslag en brengt bijgevolg minder kosten met zich mee. Door te werken met een termijn van 3 maanden wordt gestimuleerd om tijdig de nodige herstellingen uit te voeren.

 

De vergoeding wordt gevraagd per onderzochte woning en dus per opgemaakt technisch verslag. Een kamer wordt als een bepaald type woning beschouwd (art. 1.3, §1, eerste lid, 25° Vlaamse Codex Wonen van 2021). In geval van kamers is dit dus een vergoeding per kamer. Voor kamerwoningen wordt er een maximale kostprijs voorzien, zodat de vergoeding niet kan blijven oplopen bij een groot aantal onderzochte kamers in een kamerwoning.

 

De vergoeding kan enkel worden gevraagd voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek op verzoek.

Er wordt een vergoeding gevraagd voor conformiteitsonderzoeken in volgende gevallen (deze gevallen worden altijd als een verzoek beschouwd):

         In het kader van de procedure van het verzoek tot afgifte van een conformiteitsattest, vermeld in artikel 3.7, §1, eerste lid van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

         In het kader van een melding van herstel van eerder vastgestelde gebreken in de loop van een procedure om een woning ongeschikt of onbewoonbaar te verklaren, met toepassing van artikel 3.12 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

         In het kader van een melding van herstel in de waarschuwingsprocedure als vermeld in artikel 3.10, derde lid van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

In een aantal gevallen zal er geen vergoeding (kunnen) worden gevraagd:

         Voor de uitvoering van het eerste conformiteitsonderzoek in het kader van een waarschuwingsprocedure (veelal op vraag van de huurder) of een procedure tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring (veelal op initiatief van de gemeente/burgemeester, de zogenaamde ambtshalve onderzoeken), cf. artikel 3.3/1 Vlaamse Codex Wonen van 2021.

         Voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek op vraag van de woonmaatschappij.

 

Woonmaatschappijen zijn wettelijk verplicht om sociale huurwoningen aan te bieden en het woningbestand te herwaarderen, via het eigen patrimonium of via inhuring op de private huurmarkt om kwaliteitsvolle woningen en kamers te verhuren tegen een redelijke huurprijs (art. 4.40 Vlaamse Codex Wonen van 2021). Deze huurwoningen moeten aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten voldoen (art. 3.1 Vlaamse Codex Wonen van 2021). In tegenstelling tot private personen, heeft de woonmaatschappij niet de keuze om deze woningen niet aan te bieden en te verhuren, die kwaliteitsvol dienen te zijn. De overheidsprestatie in kwestie (nl. uitvoeren woningonderzoek i.f.v. vaststelling conformiteit) waarvoor de retributie verschuldigd wordt, is bijgevolg impliciet het gevolg van een overheidsverplichting zelf, waardoor het om die reden gepast voorkomt de woonmaatschappijen vrij te stellen van de retributie.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Stemmen tegen:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt in de hieronder opgesomde gevallen een retributie gevestigd voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek, op verzoek, dat verloopt volgens de procedure vermeld in artikel 3.3 van de Vlaamse Codex Wonen:

         In het kader van de procedure van het verzoek tot afgifte van een conformiteitsattest, vermeld in artikel 3.7, §1, eerste lid van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

         In het kader van een melding van herstel van eerder vastgestelde gebreken in de loop van een procedure om een woning ongeschikt of onbewoonbaar te verklaren, met toepassing van artikel 3.12 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

         In het kader van een melding van herstel in de waarschuwingsprocedure als vermeld in artikel 3.10, derde lid van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 2:

De retributie is niet verschuldigd in volgende gevallen:

         Voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek na een verzoek om een woning ongeschikt of onbewoonbaar te verklaren met toepassing van artikel 3.13 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

         Voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek na een melding in de waarschuwingsprocedure als vermeld in artikel 3.10, eerste lid van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

         Voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek op vraag van de woonmaatschappij.

 

Artikel 3:

De retributie wordt vastgesteld als volgt:

         200,00 euro voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek voor een zelfstandige woning.

         150,00 euro voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek voor een zelfstandige woning waarvoor binnen een termijn van 3 maanden voorafgaand aan dit onderzoek al een eerder conformiteitsonderzoek heeft plaatsgevonden.

         130,00 euro voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek voor een kamer, met een maximum van 1.300,00 euro voor een kamerwoning.

 

Artikel 4:

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die als houder van het zakelijk recht of onderverhuurder een woning verhuurt of te huur of ter beschikking stelt.

 

Artikel 5:

De retributie wordt betaald door middel van storting op het rekeningnummer en binnen de termijn vermeld in het schrijven van het gemeentebestuur.

 

Artikel 6:

De gemeenteraadsbeslissing van 27 mei 2024 houdende goedkeuring van het retributiereglement voor de uitvoering van een conformiteitsonderzoek voor zelfstandige woningen en kamers wordt met ingang van 1 januari 2026 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement.

 

Artikel 7:

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement vastgoedinformatie

 

Situering

Aanvragers wensen informatie over onroerende goederen van verschillende overheidsinstanties, waaronder gemeenten centraal en gebundeld te ontvangen.

De gemeente vindt het belangrijk dat potentiële kopers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen over een onroerend goed.

Gemeenten zijn op zoek naar mogelijkheden om informatie over onroerende goederen efficiënter en veiliger te delen.

Het vastgoedinformatieplatform is een elektronisch informatiesysteem om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen en ter beschikking te stellen, en uit te wisselen tussen aanleverende entiteiten en aanvragers.

Het vastgoedinformatieplatform wordt beheerd door het Vlaams Datanutsbedrijf (ook “Athumi” genoemd) zoals geregeld in het decreet van 22 december 2023 over het vastgoedinformatieplatform.

De gemeente kan via het vastgoedinformatieplatform de door aanvragers aangevraagde vastgoedinformatie verzamelen in een product en dit product met vastgoedinformatie ontsluiten.

Het verzamelen en ontsluiten, via het vastgoedinformatieplatform, van vastgoedinformatie en het samenvoegen van deze vastgoedinformatie in een product, op verzoek van aanvragers brengt voor de gemeente een administratieve last en bijhorende kost met zich mee.

De gemeente Herselt wenst de kost voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie via producten op de aanvrager te verhalen.

De gemeente is genoodzaakt om de financiële toestand en het budget in evenwicht te houden.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40, §3 en 41, 14°.

Decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform, artikel 21, eerste lid.

Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 15 mei 2009, artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en 5.2.7.

De principiële beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 3 oktober 2022.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1: Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;

2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;

3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;

4° vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen en ter beschikking te stellen;

5° product: een welbepaalde combinatie van vastgoedinformatie over één perceel, of een onderdeel ervan, die vooraf door het Vlaams Datanutsbedrijf is vastgelegd, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteiten, vermeld in het VIP-decreet in artikel 10, eerste tot en met derde lid, die wordt samengevoegd via het VIP, en die ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager via het VIP;

6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het bestuursdecreet van 7 december 2018;

7° Vlaamse instantie: een Vlaamse instantie als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 2 december 2022 houdende machtiging tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Datanutsbedrijf in de vorm van een naamloze vennootschap;

8° aanvrager: een professionele aanvrager (zoals vermeld in artikel 2, 18° van het VIP-decreet) of een burger (zoals vermeld in artikel 2, 7° van het VIP-decreet) of zijn vertegenwoordiger die een aanvraag indient via het VIP;

9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG;

10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;

11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;

12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;

13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;

14° VIP-decreet: decreet van 22 december 2023 over het vastgoedinformatieplatform;

15° gemeentelijke bronretributie: de retributie die de aanvrager verschuldigd is aan een lokaal bestuur voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie in een product.

 

Artikel 2: Algemeen

De aanvrager dient elektronisch een aanvraag in bij Athumi om een product via het vastgoedinformatieplatform te ontvangen. Athumi ontvangt op elektronische wijze de vastgoedinformatie van de aanleverende entiteiten (de lokale gegevensbronnen en de centrale gegevensbronnen). De relevante vastgoedinformatie per perceel, of een onderdeel daarvan, wordt automatisch opgeladen in een product in het VIP of wordt door de aanleverende entiteiten aan het VIP bezorgd. Athumi en de gemeente stellen het product via het VIP ter beschikking van de aanvrager.

In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van een product, verwerkt de gemeente die persoonsgegevens met als doeleinde om het product ter beschikking te kunnen stellen aan de aanvragers in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van één van de doelstellingen opgesomd in artikel 6 van het VIP-decreet.

Voor alle aanvragen die via het VIP verlopen, wordt ten voordele van gemeente Herselt een gemeentelijke bronretributie geheven op aanvragen tot het verkrijgen van een product met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron.

 

Artikel 3: Aanvrager van vastgoedinformatie

Alle aanvragen van producten, zoals vermeld in artikel 7 van het VIP-decreet, worden geacht via het VIP te verlopen. Het verplicht gebruik van het vastgoedinformatieplatform wordt voor producten met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron geregeld in het VIP-decreet.

Een oplijsting van alle organisaties die als aanvrager toegang krijgen tot het vastgoedinformatieplatform voor aanvragen van producten wordt door Athumi ter beschikking gesteld op de website van Athumi.

De gemeentelijke bronretributie is, overeenkomstig artikel 21 van het VIP-decreet, verschuldigd door de aanvrager. Van zodra het VIP-decreet in werking treedt is eveneens de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet verschuldigd door de aanvrager.

Dezelfde instanties die overeenkomstig artikel 23, §3, van het VIP-decreet zijn vrijgesteld van de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet worden vrijgesteld van de betaling van gemeentelijke bronretributie. Het gaat in concreto over deze organisaties:

         externe overheden; een overheidsinstantie als vermeld in artikel I.3, 8°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

         Vlaamse instanties, als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 2 december 2022;

         lokale overheden, als vermeld in artikel I.3, 5°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

         gerechtelijke overheden;

         hulpverleningszones als vermeld in het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones;

         politiezones als vermeld in artikel 9 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

 

Artikel 4: Bedrag

Het bedrag van de gemeentelijke bronretributie wordt vastgelegd als volgt:

 

Voorwerp aanvraag

Retributiebedrag per kadastraal perceel

Product vastgoedinlichtingen, zoals vermeld in hoofdstuk 8 van het VIP-decreet

100,00 euro

 

Een aanvrager dient slechts éénmaal de retributieprijs voor een aanvraag te betalen per groep van 5 kadastrale percelen op voorwaarde dat:

         (i) De percelen aangrenzend zijn

         (ii) De percelen binnen éénzelfde gemeentelijke grens liggen

         (iii) Er maximaal op één perceel (een) gebouweenhe(i)d(en) geregistreerd is (zijn)

 

Daarbovenop komt het bedrag van de platformretributie of platformvergoeding zoals vastgelegd in het VIP-decreet.

 

Artikel 5: Inning

Athumi int de gemeentelijke bronretributie conform artikel 21 van het VIP-decreet via het VIP in naam en voor rekening van de lokale overheden. De bronretributie wordt periodiek (maandelijks) integraal doorgestort aan de gemeente voor alle aangevraagde producten.

 

Artikel 6: Verwerking van persoonsgegevens

§1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van de ontsluiting, samenvoeging en ter beschikkingstelling van vastgoedinformatie in een product, treden de gemeente Herselt en Athumi voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken.

Athumi treedt op als verwerker voor de gemeente Herselt wat betreft de verwerkingsactiviteiten die plaatsvinden in het kader van de heffing en de inning van de gemeentelijke bronretributie via het vastgoedinformatieplatform.

De afspraken rond en de modaliteiten van de verwerkingen die de gemeente Herselt en Athumi uitvoeren als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken respectievelijk als verwerkingsverantwoordelijke en verwerker zijn geregeld in de toetredingsovereenkomst.

 

Artikel 7: Ondertekening

De vastgoedinformatie in het product die de gemeente Herselt via het vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, worden niet ondertekend aangezien het product een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 8: Vervanging voorgaande reglementering

Dit reglement vervangt vanaf 1 januari 2026 alle retributiereglementen die betrekking hebben op aanvragen van producten, die kunnen worden aangevraagd via het vastgoedinformatieplatform.

 

Artikel 9: Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement op het gebruik van elektriciteit door aansluiting op het elektriciteitsnet via foor- of marktkasten op openbaar domein

 

Situering

Er werden foor- en marktkasten geplaatst op diverse gemeentelijke pleinen.

Op deze manier kan genoten worden van een voordelige, beveiligde en gekeurde aansluiting op het elektriciteitsnet bij de organisatie van een occasionele activiteit.

Het gemeentebestuur heeft serieuze financiële inspanningen geleverd om deze aansluitingskasten te laten plaatsen en het onderhoud en de keuringen te verzekeren.

Het is dan ook billijk een vergoeding te vragen aan de gebruikers voor aansluiting op het elektriciteitsnet en het verbruik van elektriciteit.

Dit elektriciteitsverbruik zal aan kostprijs doorgerekend worden.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40, §3 en 41, 14°.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een retributie van 20,00 euro geheven voor de aansluiting op het openbare elektriciteitsnet gedurende de duur van de activiteit d.m.v. de foor- en marktkasten op openbaar domein.

 

Artikel 2: 

De retributie voor de verbruikte elektriciteit wordt vastgesteld op 0,40 europer begonnen kWh. Om het verbruik te bepalen zal de meterstand bij aanvang en bij het einde van de aansluiting genoteerd worden door de gemeentelijke diensten.

 

Artikel 3: 

Dit reglement is niet van toepassing op de foorkramers en marktkramers die gebruik maken van de aansluitingen voor elektriciteit van de verdeelkasten. De foorkramers en marktkramers zijn onderworpen aan een ander retributiereglement.

 

Artikel 4: 

De ontvangst van deze retributie gebeurt door de financieel directeur tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

 

Artikel 5:

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement op het gebruik van elektriciteitskasten door markt- en foorkramers

 

Situering

De gemeente stelt elektriciteitskasten ter beschikking voor markt- en foorkramers.

Er zijn markt- en foorkramers die geen aansluiting op een elektriciteitskast nodig hebben, het is billijk hen ook een forfaitair standgeld aan te rekenen.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40,  §3 en 41, 14°.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031, wordt een retributie gevestigd ten laste van diegene die gebruik maakt van een door de gemeente ter beschikking gestelde elektriciteitskast.

 

Artikel 2: 

Volgende forfaitaire tarieven worden vastgesteld:

         Vermogen tot 5 kVa : 35,00 euro

         Vermogen tot 15 kVa : 70,00 euro

         Vermogen tot 25 kva : 140,00 euro

Het bedrag van de retributie geldt per aansluiting per week.

Voor een aansluiting op de elektriciteitskasten, door marktkramers of handelaarsambulante handel, met een maximum duurtijd van 6 uur wordt een forfaitair tarief van 18,00 euro vastgesteld.

Als de handelaar geen aansluiting op een elektriciteitskast nodig heeft, geldt een forfaitair standgeld van 15,00 euro per periode van 6 uur.

 

Artikel 3: 

Enkel de gebruiker die voor zijn installatie(s) een positief keuringsverslag met vermelding van het vermogen in kVa kan voorleggen, mag gebruik maken van een elektriciteitskast.

 

Artikel 4: 

De retributie is verschuldigd door de gebruiker en dient voorafgaandelijk betaald te worden bij de financieel directeur of zijn afgevaardigde tegen afgifte van een ontvangstbewijs bij eenmalig gebruik of binnen de maand na ontvangst van een factuur bij meermaals gebruik.

 

Artikel 5: 

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement op invordering van fiscale en niet-fiscale schulden

 

Situering

In de gemeenteraad van 16 december 2019 werd een retributiereglement goedgekeurd voor de aanrekening van administratieve kosten, ten gevolge van niet-tijdige betaling van diverse schulden.

Middels de Wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van boek XIX “Schulden van de consument” in het Wetboek van economisch recht werden de kosten die aangerekend kunnen worden aan consumenten geplafonneerd.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40, §3 en 41, 14°.

Wetboek van de minnelijk en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

Wetboek van economisch recht.

Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

 

Toelichting en advies

De niet-tijdige betaling van diverse schuldvorderingen brengt administratieve prestaties en kosten met zich mee voor de gemeente. Het gemeentebestuur is genoodzaakt bij niet-tijdige betaling van openstaande schulden bijkomende stappen te zetten om deze bedragen alsnog te innen, waaronder het versturen van aanmaningen, ingebrekestellingen of dwangbevelen, en het eventueel inschakelen van derden.

Het is billijk dat deze bijkomende kosten gedragen worden door de schuldenaar die aanleiding geeft tot de invorderingsmaatregelen.

Het hanteren van uiteenlopende tarieven afhankelijk van de aard van de schuldvordering en de aard van de schuldenaar leidt tot bijkomende complexiteit en onduidelijkheid bij de uitvoering van de invorderingsprocedure. Daarom wordt, met het oog op de administratieve vereenvoudiging en gelijke behandeling van schuldenaars, ervoor geopteerd om een uniform tarief toe te passen, ongeacht het type schuldvordering en rekening houdend met de maximumbedragen, zoals voorzien voor de schulden van de consument.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Stemmen tegen:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een retributie geheven voor de kosten verbonden aan de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

 

Artikel 2: Definities

- Fiscale schuldvordering: de ontvangsten uit belastingen, inclusief de verhogingen, administratieve geldboeten en bijbehoren met betrekking tot de belastingen.

- Niet-fiscale schuldvordering: elke som van niet-fiscale aard verschuldigd aan de gemeente in hoofdsom en bijbehoren, zoals niet-limitatief de retributies, huurgelden, schadevergoedingen, dwangsommen...

 

Artikel 3: 

Het bedrag van de retributie wordt bepaald als volgt:

- Het opmaken en verzenden van het aanslagbiljet/de factuur/betalingsuitnodiging en de eerste aanmaning: kosteloos;

- Het opmaken en verzenden van een tweede aanmaning: 5,00 euro;

- Het opmaken en verzenden van een aangetekende aanmaning: 15,00 euro.

De vermelde bedragen worden gecumuleerd.

 

Artikel 4: 

De retributie is verschuldigd door de nalatige debiteur. De retributie wordt toegevoegd aan het openstaande bedrag en wordt samen met dit bedrag ingevorderd via de tweede aanmaning.

Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde sommen zal de inning geschieden met geëigende rechtsmiddelen.

 

Artikel 5: Diverse bepalingen

Bij betaling worden eerst de volgens dit retributiereglement aangerekende kosten aangezuiverd en vervolgens de openstaande fiscale of niet-fiscale schuldvordering (hoofdsom en bijbehoren).

Bij vastgestelde wanbetaling, in het bijzonder als er sprake is van onwil, herhaling of nalatigheid, kan het college van burgemeester en schepenen beslissen op advies van de bevoegde dienst de gemeentelijke dienstverlening te schorsen of helemaal stop te zetten, zonder dat dit enig recht geeft op schadevergoeding in hoofde van de schuldenaar.

 

Artikel 6: 

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement op het ophalen van steenpuin, snoeihout en boomstronken

 

Situering

Met betrekking tot het geselecteerd ophalen van huishoudelijke afvalstoffen, wordt aan de inwoners nu reeds een verregaande service geboden, m.n. het ophalen van restafval, grof vuil, papier, PMD, groente-, fruit- en tuinafval.

Inwoners kunnen bovendien terecht op een zeer degelijk uitgebouwd recyclagepark.

De gemeente voldoet hierbij aan zijn elementaire verplichtingen met betrekking tot het ophalen van het huishoudelijk afval.

De gemeente wenst supplementair ook nog het ophalen te organiseren van steenpuin, snoeihout en boomstronken op uitdrukkelijke vraag van de inwoners. Onder meer omwille van budgettaire redenen wenst de raad deze supplementaire ophalingen ook te beperken tot deze fracties.

Het is dan ook billijk om een bijkomende retributie te eisen voor het ophalen van dit geselecteerd steenpuin, snoeihout en boomstronken.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40,  §3 en 41, 14°.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1: 

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een retributie geheven voor het ophalen van steenpuin, snoeihout en boomstronken. Deze ophaling gebeurt op verzoek van betrokkenen door de gemeentelijke reinigingsdienst tegen betaling van een retributie van 250,00 euro per vrachtwagen, met een maximum van 3 vrachtwagens, ongeacht de mate waarin deze is volgeladen.

Bij één en dezelfde ophaling kunnen steenpuin, snoeihout en boomstronken NIET worden vermengd.

 

Artikel 2: 

Onder snoeihout wordt verstaan: takken, struikgewas, coniferen (tot een diameter 20 cm incl. stronk) en hagen.

Boomstronken mogen een maximale stamdiameter hebben van 20 cm en moeten ontdaan zijn van zand.

 

Artikel 3: 

Het verschuldigd bedrag wordt als waarborg neergelegd in handen van de financieel directeur ten laatste voor de eerste of enige ophaling. Het kwijtschrift, dat onmiddellijk wordt afgeleverd, dient op elk verzoek van de gemeentebeambten vertoond te worden.

 

Artikel 4: 

De retributie wordt eisbaar op het ogenblik van de eerste of enige ophaling.

 

Artikel 5:

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement op de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen op het recyclagepark en verkoop van producten

 

Situering

De kosten voor afvalinzameling en afvalverwerking vertegenwoordigen een aanzienlijk deel van de werkingskosten van de gemeente.

De gemeenteraad wenst dan ook over te gaan tot het invoeren van een retributie op een aantal van deze afvalfracties die aangeleverd kunnen worden op het recyclagepark.

Het recyclagepark wordt sinds maart 2014 uitgebaat door Intercommunale IOK Afvalbeheer.

Vanaf 2025 verleent OVAM geen subsidie meer voor middelen voor thuiscomposteren waardoor de kostprijs van de compostbakken enorm toeneemt.

 

Wettelijke gronden

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, en latere wijzigingen (Materialendecreet), in het bijzonder artikel 26.

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, en latere wijzigingen (VLAREMA), in het bijzonder art. 5.1.1 e.v.

Het uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2023 - 2030, goedgekeurd op 26 mei 2023 door de Vlaamse regering, en latere wijzigingen.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1: Belastbaar voorwerp en definities

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een retributie gevestigd op de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen op het recyclagepark en verkoop van producten.

Op de afvalstoffen vermeld in dit reglement zijn de definities van het materialendecreet, het VLAREMA, het uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval en het huishoudelijk reglement van het recyclagepark van toepassing.

 

Artikel 2: Retributieplichtigen

De retributie is hoofdelijk verschuldigd door de persoon die de afvalstoffen, vermeld in artikelen 3, 4, 5 en 7 aanlevert op het recyclagepark, of de producten, vermeld in artikel 6 en 8, overhandigd krijgt.

 

Artikel 3: Kilogramtarieven

 

 

Tarief

grof vuil en huisvuil

0,25 euro perkilogram

hechtgebonden asbestcement (> 200 kg per gezin per jaar)

cellenbeton, kalk, gips

0,15 euro per kilogram

hout C

roofing

groenafval (excl. snoeihout):

         boomstronken

         bladeren en boomvruchten

         grasmaaisel

         tuinafval

0,10 euro per kilogram

hout A & B

vlak glas

harde kunststoffen

steen- en betonpuin

0,02 euro per kilogram

hechtgebonden asbestcement (≤ 200 kg per gezin per jaar)

0,00 euro per kilogram

snoeihout

 

De kilogramtarieven worden jaarlijks geïndexeerd zoals bepaald in artikel 9.

Er wordt steeds minstens 4 kg aangerekend per weegcyclus.

Ongesorteerde leveringen moeten betaald worden tegen het tarief van de duurst aangeleverde afvalsoort.

 

Artikel 4: Volumetarieven

 

 

Tarief

piepschuim (< 60 liter)

0,00 euro

piepschuim (60-200 liter)

1,00 euro

piepschuim (> 200 liter)

6,50 euro

 

Artikel 5: Tarief per stuk

 

 

Tarief

Professioneel AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparaten)

(enkel afkomstig van het particuliere circuit)

25,00 euro per stuk

 

Artikel 6: Producten

 

 

Tarief

Papieren zakken voor inzameling gft:

pakket van 80 zakken van 8 liter

6,50 euro per pakket

Papieren zakken voor inzameling gft:

pakket van 5 zakken van 120 liter

3,75 euro per pakket

PMD-zak: rol van 24 zakken van 60 liter

3,60 euro per rol

Fijne compost: zak van 40 liter

5,00 euro per zak

Gewone compost: zak van 40 liter

3,00 euro per zak

Compostbak

100,00 euro per stuk

Compostvat

45,00 euro per stuk

 

 

Artikel 7: Landbouwfolies

 

 

Tarief

Landbouwfolies

(kuil- en wikkelfolies)

Volgens de op het ogenblik van de inzameling geldende tarieven vastgesteld door IOK Afvalbeheer.

 

Artikel 8: Toegangskaart

Volgende entiteiten kunnen een tijdelijke toegangskaart voor het recyclagepark bekomen tegen betaling van 5,00 euro:

         bedrijven met vestiging in Herselt;

         Herseltse scholen;

         jeugdbewegingen die hun accommodatie in Herselt ter beschikking stellen van jeugdkampen (kaart enkel geldig tijdens de duur van de kampplaatsen);

         erfgenamen van een woning in Herselt (i.f.v. opruimingswerken);

         eigenaars (die nog niet in Herselt wonen) van een te verbouwen / te renoveren woning die bestemd is als eigen woning.

Voor de vervanging van een beschadigde of verloren toegangskaart voor het recyclagepark, wordt een bedrag gevraagd van 5,00 euro. De vervangingskost is niet verschuldigd wanneer de houder van de toegangskaart het bewijs levert dat het verlies of de beschadiging niet werd veroorzaakt door zijn nalatigheid.

 

Artikel 9: Indexering

De kilogramtarievenworden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op basis van de evolutie van de consumptieprijsindex.

De tarieven worden vermenigvuldigd met een factor:

         met in de teller de consumptieprijsindex die van toepassing was in september van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het tarief wordt gewijzigd, en

         met in de noemer de consumptieprijsindex die van toepassing was in september 2020.

Het zo verkregen getal wordt naar beneden afgerond op 2 cijfers na de komma.

De kilogramtarieven worden enkel geïndexeerd indien een even tarief na afronding op 2 cijfers na de komma bereikt wordt.

 

Artikel 10: Wijze van inning

Op het recyclagepark wordt de retributie vereffend door betaling volgens de procedure vastgesteld in het huishoudelijk reglement van het recyclagepark.

Voor de verkoop van producten elders dan op het recyclagepark wordt de retributie vereffend volgens de betalingsprocedure die van toepassing is op het verkooppunt.

Een betalingsbewijs wordt afgeleverd.

 

Artikel 11: Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

Artikel 12: Kennisgeving

Een afschrift van dit reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan IOK Afvalbeheer en OVAM.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement op het reinigen van de openbare weg en het openbaar domein naar aanleiding van vervuiling

 

Situering

De inwoners van de gemeente Herselt genieten van een huisvuilophaaldienst.

Het gemeentebestuur kan passende maatregelen treffen ter vrijwaring van het leefmilieu.

Het opsporen van de identiteit van clandestiene afvalstorters vergt supplementaire inspanningen.

De gemeente Herselt heeft een Lokale Toezichthouder Milieu die autonoom een proces-verbaal (PV) kan opmaken in het geval van het vaststellen van een sluikstort.

De gemeente heeft financiële middelen nodig voor zijn werking en investeringen.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40,  §3 en 41, 14°.

Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).

Zonale Politiecodex Zuiderkempen van 1 januari 2014, deel 6 Reinheid, hoofdstuk 1.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een retributie geheven voor het reinigen van de openbare weg en het openbaar domein naar aanleiding van vervuiling.

 

Artikel 2: 

De retributie bedraagt:

- de effectieve werkuren (opruiming en afvoer afval) aan 45,00 euro per uur/personeelslid;

- in voorkomend geval de machine uren (kraan, vrachtwagen, vuilniswagen) aan 60,00 euro per uur/machine;

- vermeerderd met de verwerkingskosten van het opgeruimde afval volgens de geldende tarieven;

- en de door derden gefactureerde kosten worden doorgerekend.

 

Artikel 3: 

Onder ‘vervuiling’ wordt verstaan: alle soorten afval, waaronder dierlijke uitwerpselen, huishoudelijk en niet-huishoudelijk afval, afbraakmaterialen, groenafval, ...

 

Artikel 4: 

De retributie is verschuldigd door één ieder die schuldig is aan de vervuiling van de openbare weg en het openbaar domein en/of afvalstoffen achterlaat op een wijze die niet overeenstemt met het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, de politiecodex van 1 januari 2014, en andere wettelijke bepalingen terzake.

De retributie is verschuldigd door de persoon vermeld in het proces-verbaal, opgesteld door de gemeentelijke toezichthouder milieu of door de Lokale Politie.

 

Artikel 5: 

De invordering zal geschieden door de financieel directeur.

 

Artikel 6:

De retributie moet betaald worden binnen de 30 dagen na het verzenden ervan. Bij gebrek aan tijdige betaling zal de retributie verder ingevorderd worden op basis van art. 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Artikel 7: 

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement op de verkoop van strooizout

 

Situering

De raad wenst over te gaan tot de invoering van onderhavig retributiereglement.

Het strooizout zal verkocht worden tegen kostprijs.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40, §3 en 41, 14°.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een retributie ingevoerd op de verkoop van strooizout.

 

Artikel 2:

De retributie bedraagt 4,00 euro per zak van 25 kg strooizout.

 

Artikel 3:

De retributie moet betaald worden aan de financieel directeur of diens aangestelde, door de afhaler op het ogenblik van afhaling van de goederen.

 

Artikel 4:

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement op het vervoer van materialen voor scholen

 

Situering

De raad wenst over te gaan tot het heffen van een retributie op het vervoer van materialen voor de scholen.

De scholen kunnen gebruik maken van de diensten van het gemeentepersoneel en het gemeentelijke voertuigenpark om hun materialen te vervoeren.

Het is dan ook billijk een vergoeding te vragen aan de scholen voor het transport van hun materialen.

Er zal een retributie van 0,50 euro worden geheven per afgelegde kilometer vervoer met de vrachtwagen.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40, §3 en 41, 14°.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een retributie geheven op het vervoer van materialen voor scholen.

 

Artikel 2: 

De verschuldigde retributie bedraagt 0,50 euro per afgelegde kilometer vervoer met de vrachtwagen. Als de school zowel heen- als terugreis wenst, zal de chauffeur ter plaatse wachten; hiervoor wordt per wachtuur een retributie van 20,00 euro aangerekend. Ieder begonnen uur wordt aanzien als een volledig uur.

 

Artikel 3: 

De ontvangst van deze retributie gebeurt door de financieel directeur tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

 

Artikel 4:

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen elektriciteit en gas op gemeentelijk openbaar domein

 

Situering

De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied.

Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.

De gemeente keurde de code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen goed die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.

Deze code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten.

Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en daarnaast zijn er een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.

De code werd geactualiseerd naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP,..

 

Wettelijke gronden

Het decreet lokaal bestuur.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1: Algemeen

Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2028.

Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.

 

Permanente nutsvoorzieningen omvatten:

- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen, …), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, ver­deel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten, …) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;

- alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg. Deze worden eveneens aanzien als nuts­voorzieningen.

 

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voor­afgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

 

Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.

 

Artikel 2: Retributie naar aanleiding van sleufwerken

De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter open­lig­gende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voet­paden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro. 

Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VNR goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.

Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.

 

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

 

Artikel 3: Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen

Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aan­sluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maxi­mum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grond­gebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

 

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als zijn werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,5 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.

Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VNR goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.

 

Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitings­punten op het grondgebied van de gemeente.

 

Artikel 4: Inning

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen. 

 

Artikel 5: Definitief karakter

Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.

Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement voor het uitvoeren van werken voor derden op de openbare wegenis, het huis-aan-huis hakselen en het gebruik van signalisatiematerialen (in het kader van signalisatievergunningen)

 

Situering

Het gemeentebestuur wordt regelmatig verzocht werken uit te voeren voor derden op het openbaar domein (openbare wegenis).

Het gemeentebestuur dient regelmatig over te gaan tot het uitvoeren van herstellingswerken allerhande ten gevolge van particuliere bouwwerken of andere activiteiten.

Er wordt veel snoeihout op het recyclagepark afgeleverd, de verwerking ervan zorgt voor grote bijkomende kosten. Het gemeentebestuur voert een afvalbeleid waarin het voorkomen van afval prioritair is. Het gemeentebestuur kan op verzoek het snoeihout aan huis komen hakselen.

Het uitvoeren van deze werken veroorzaakt aan de gemeente lasten en kosten en het is gepast hiervoor vanwege de belanghebbende een billijke vergoeding te eisen.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40 §3 en 41, 14°.

Politiecodex Zuiderkempen van 1 januari 2014, art. 222, meer bepaald de vaststelling van de voorwaarden voor het inbuizen van grachten.

Politiecodex Zuiderkempen, art. 101 – verboden werken op openbaar domein uit te voeren.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031, wordt een retributie geheven op het uitvoeren door de gemeente van werken voor derden, op hun verzoek, op de openbare wegenis.

 

Artikel 2: 

De tarieven worden als volgt samengesteld:

 

Inbuizingen van baangrachten

plaatsen of verwijderen van de buizen: 30,00 euro per lopende meter

buizen (2,5 m lengte): diameter 40 cm 120,00 euro per stuk

 diameter 50 cm 150,00 euro per stuk

 diameter 60 cm 200,00 euro per stuk

 diameter 100 cm 480,00 euro per stuk

buizen (1 m lengte): diameter 40 cm 125,00 euro per stuk

 diameter 50 cm 170,00 euro per stuk

 diameter 60 cm 220,00 euro per stuk

 diameter 100 cm 475,00 euro per stuk

 

Plaatsen of verwijderen van kopmuren

 300,00 euro per kopmuur, inclusief materialen

 

Plaatsen of verwijderen van straatgoten met een breedte van 50 cm

plaatsen (excl. goten) of verwijderen van de goten 30,00 euro per lopende meter

goten (1 m lengte): 30,00 euro per stuk

Per lopende meter dient begrepen te worden als lopende meter in de langsrichting van de openbare wegenis.

 

Plaatsen of verwijderen van betonklinkers (opritten)

plaatsen (incl. gestabiliseerd zand, excl. klinkers) of verwijderen klinkers

 60,00 euro per

betonklinkers (enkel grijze) 25,00 euro per

 

Plaatsen of verwijderen van grasdallen

plaatsen of verwijderen van grasdallen (excl. grasdallen) 60,00 euro  per

grasdallen 25,00 euro per

 

Gebruik signalisatiematerialen (borden, palen, nadar) (in functie van aangevraagde signalisatievergunningen)

Voor het gebruik van gemeentelijke signalisatieborden wordt er een retributie gevraagd van 30,00 euro voor de eerste dag, ongeacht het aantal signalisatieborden/materialen.

Dit tarief wordt verhoogd met 10,00 euro per dag vanaf de tweede dag gebruik (uitgezonderd zon- en feestdagen).

De borden worden geleverd en opgehaald door de gemeentelijke diensten.

 

Aan huis geleverde goederen uit openbare verkoop (veiling)

Via veiling aangekochte goederen kunnen bij de koper aan huis geleverd worden.

Voor leveringen op grondgebied van de gemeente Herselt worden er geen kosten aangerekend.

Leveringen buiten Herselt kunnen enkel in een straal van 20 km rond Herselt (afstand gemeten vanaf gemeentehuis, Kerkstraat 1). Deze leveringskosten worden aangerekend conform de rubriek “andere opdrachten”.

 

Huis-aan-huis hakselen van snoeihout

Voor het huis-aan-huis hakselen van snoeihout stelt de gemeente 1 hakselaar en 1 personeelslid ter beschikking.

Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld op 25,00 euro per begonnen half uur. Hierin zijn de transportkosten inbegrepen.

Het snoeihout dient aangeboden te worden:

- los en zonder andere voorwerpen (koorden, plastiek...);

- met een doorsnede van max. 10 cm;

- op een voor de gemeentelijke diensten gemakkelijk bereikbare plaats langs de openbare weg.

De houtsnippers blijven eigendom van de aanvrager.

 

Andere opdrachten

Werkuren personeel 45,00 euro per begonnen uur

Gebruik vrachtwagen (excl. personeel) 60,00 euro per begonnen uur

Gebruik bandenkraan (excl. personeel) 60,00 euro per begonnen uur

 

Artikel 3: 

De retributie is verschuldigd door de persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks de werken aanvraagt of de werken veroorzaakt.

 

Artikel 4: 

De invordering zal geschieden door de financieel directeur.

 

Artikel 5: 

De retributie moet betaald worden:

- indien zij onmiddellijk berekenbaar is, bij aanvraag;

- indien zij niet onmiddellijk berekenbaar is, zal er een factuur opgemaakt worden die binnen de maand dient betaald te worden.

 

Artikel 6:

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement maaien sportvelden

 

Situering

Er is een groot aantal aanvragen vanuit de sportverenigingen binnen onze gemeente tot het maaien van sportterreinen.

Hieruit ontstaan lasten voor de gemeente.

De gemeente heeft financiële middelen nodig voor zijn werking en investeringen.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40, §3 en 41,14°.

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een retributie geheven op het maaien van sportvelden.

 

Artikel 2: 

De maaibeurten worden verzorgd al naargelang de behoeften met een maximale frequentie van éénmaal per week.

 

Artikel 3: 

De retributie bedraagt 300,00 euro per jaar en per terrein.

Verenigingen die meerdere terreinen laten maaien zullen een evenredig veelvoud van dit bedrag betalen.

Verenigingen aangesloten bij de gemeentelijke sportraad dienen slechts 250,00 euro of een veelvoud daarvan te betalen.

 

Artikel 4: 

De periode waarin gemaaid wordt loopt van 1 mei tot 31 oktober. In de periode van 1 april tot 1 mei en van 31 oktober tot 15 november kan er op afroep bijkomend worden gemaaid.

 

Artikel 5: 

Het bedrag van de retributie wordt betaald aan de financieel directeur of aan zijn aangestelde.

 

Artikel 6:  

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Retributiereglement op verkoop van materialen vanuit de jeugddienst (o.a. polsbandjes, buttons, oordopjes, ...)

 

Situering

De gemeente levert inspanningen op het vlak van veilig en verantwoord fuiven. Hiervoor worden polsbandjes en oordopjes verkocht. Het gebruik van polsbandjes zou moeten leiden tot verantwoord en wettelijk (in functie van de leeftijd van jongeren) gebruik van alcoholische dranken op fuiven.

Deze bandjes worden, op basis van de leeftijd, verdeeld door de organisatoren van fuiven en evenementen onder de feestvierders.

Ter bescherming van het gehoor tijdens muzikale activiteiten stelt de jeugddienst oordopjes ter beschikking van de organiserende verenigingen.

De gemeentelijke jeugddienst beschikt over machines voor het maken van buttons.

Erkende verenigingen en scholen uit Herselt kunnen deze machines ontlenen als ze het nodige materiaal (buttons) bij de jeugddienst aankopen. Ze worden in een veelvoud van 10 stuks verkocht.

Het lijkt billijk dat de gebruikers een bijdrage leveren in de kosten voor polsbandjes en oordopjes.

De buttonmachine kan enkel gebruikt worden met de buttons van de jeugddienst, voor deze buttons zal een retributie gevraagd worden.

 

Wettelijke gronden

Wet van 10 december 2009 tot wijziging van de wet van 24 januari 1977.

Grondwet, artikel 41, 162 en173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40, §3 en 41, 14°.

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031, wordt een retributie gevestigd ten laste van diegene die zich de artikelen van de jeugddienst aanschaft.

 

Artikel 2: 

In het kader van de wet van 10 december 2009 tot wijziging van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, stelt de jeugddienst polsbandjes ter beschikking. Deze bandjes worden, op basis van leeftijd, verdeeld door organisatoren van fuiven en evenementen onder de feestvierders.

 

Artikel 3: 

Rekening houdend met de inspanningen die de gemeente levert op het vlak van veilig en verantwoord fuiven, is het billijk dat de gebruiker een bijdrage levert in de kosten voor de polsbandjes en oordopjes.

 

Artikel 4: 

De organisatoren van de hieronder weergegeven soorten fuiven of evenementen moeten de polsbandjes gebruiken binnen de gemeente Herselt:

               jeugdfuiven door verenigingen;

               optredens georganiseerd door het jeugdhuis met inkom;

               fuiven georganiseerd door privé-organisaties of personen;

              evenementen waar muziek wordt gespeeld (hoofddoel), alcohol wordt geschonken en inkom wordt gevraagd.

 

Artikel 5: 

Naast de vanzelfsprekende mogelijkheid tot het consumeren van frisdrank, zijn er in het kader van de consumptie van alcoholische dranken twee soorten polsbandjes beschikbaar:

         oranje voor 16 tot 18-jarigen: deze groep mag enkel gegiste drank nuttigen (bier en wijn);

         groen voor +18-jarigen: deze groep mag gedistilleerde en gegiste dranken nuttigen. Alcoholhoudende dranken van meer dan 22 % worden, ongeacht de productiewijze, als sterke (gedistilleerde) dranken beschouwd.

 

Artikel 6: 

Organisatoren kunnen de polsbandjes verkrijgen op de jeugddienst: aan de hand van het aantal verwachte bezoekers worden een bepaald aantal polsbandjes ter beschikking gesteld.

 

Artikel 7: 

De retributie van polsbandjes (per blad van 10 stuks) is vastgesteld op 0,50 euro, de retributie voor buttons (per 10 stuks) bedraagt 3,00 euro en de retributie voor oordopjes (per 25 paar) is 4,00 euro.

 

Artikel 8: 

De retributie is verschuldigd door de organisator/ontlener en wordt bij afhaling van de goederen aan de jeugddienst betaald. Na inlevering van de overgebleven (bruikbare) artikelen worden deze terugbetaald aan de organisator/ontlener.

 

Artikel 9:

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Belastingreglement op de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen via het Diftar-systeem

 

Situering

         De beslissing van de gemeenteraad van 24 november 2003 houdende beheersoverdracht aan de intergemeentelijke vereniging IOK Afvalbeheer voor de activiteiten inzake afvalbeheer, zoals verwoord in artikel 4 van de statuten van IOK Afvalbeheer.

         De beslissing van de gemeenteraad van 25 mei 2020 houdende participatie in het DIFTAR-project van de opdrachthoudende vereniging IOK Afvalbeheer.

         De financiële toestand van de gemeente.

         Dit reglement vervangt het reglement van 14 december 2020.

 

Wettelijke gronden

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en latere wijzigingen.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, en latere wijzigingen (Materialendecreet), in het bijzonder artikel 26.

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, en latere wijzigingen (VLAREMA), in het bijzonder art. 5.1.1 e.v.

Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2023 - 2030, goedgekeurd op 26 mei 2023 door de Vlaamse regering, en latere wijzigingen.

 

Toelichting en advies

Het DIFTAR-systeem impliceert dat huisvuil aangeboden moet worden in een daartoe voorziene huisvuilcontainer met elektronische gegevensdrager, waarbij het aangeboden afval wordt gewogen en geregistreerd. Bij grote(re) appartementsgebouwen en gebouwencomplexen geniet echter de collectieve inzameling aan de hand van ondergrondse huisvuilcontainer(s) de voorkeur. Zo kan er vermeden worden dat grote aantallen containers op één plaats langs de openbare weg worden aangeboden. In dat geval zal er geen individuele huisvuilcontainer maar een toegangspas uitgereikt worden waarmee er toegang verleend wordt tot de ondergrondse huisvuilcontainer. Het aangeboden huisvuil wordt ofwel gewogen ofwel geregistreerd per volume aan de hand van de toegangspas voor 30 of 60 liter. Dit volume refereert naar de schuifgroottes die in de ondergrondse huisvuilcontainer is voorzien. Op basis van de programmatie van de toegangspas gaat de bijhorende schuif open.

 

Het thuiscomposteren van het gft heeft de voorkeur op de selectieve inzameling. Bijgevolg heeft elke inwoner van de gemeente de keuze tussen gratis thuiscomposteren en betalende huis-aan-huisinzameling van gft. In dit laatste geval dient het gft, analoog als bij huisvuil, aangeboden te worden in een daartoe voorziene gft-container met elektronische gegevensdrager, waarbij het aangeboden afval wordt gewogen en geregistreerd.

Bij grote(re) appartementsgebouwen en gebouwencomplexen geniet echter de collectieve inzameling aan de hand van (een) bovengrondse verzamelcontainer(s) voor gft de voorkeur. Zo kan er vermeden worden dat grote aantallen containers op één plaats langs de openbare weg worden aangeboden. In dat geval zal er geen individuele gft-container maar een toegangspas uitgereikt worden waarmee er toegang verleend wordt tot de bovengrondse verzamelcontainer voor gft. Het aangeboden gft wordt geregistreerd aan de hand van de toegangspas en op basis van volume. Op basis van de programmatie van de toegangspas gaat de schuif open.

 

Daarnaast wordt grofvuil/groot selectief afval tevens huis-aan-huis ingezameld, gewogen en geregistreerd binnen het DIFTAR-systeem.

 

Tot slot worden verschillende afvalstoffen huis-aan-huis, via wijkinzameling of selectief via het recyclagepark ingezameld.

 

De kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden verhaald op de aanbieders. Dit gebeurt aan de hand van een vaste en een variabele contantbelasting. De variabele contantbelasting wordt gedifferentieerd in functie van de afvalstof en in functie van het aangeboden gewicht of volume. Hierdoor kan de gemeente deels het principe “de vervuiler betaalt” toepassen, waarbij prioriteit verleend wordt aan afvalvoorkoming, in tweede instantie hergebruik en tenslotte recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

 

Een vaste contantbelasting is verschuldigd voor:

         de gescheiden huis-aan-huisinzameling van afvalstoffen en de verwerking daarvan;

         de wijkinzameling van afvalstoffen en de verwerking daarvan;

         de toegang tot het recyclagepark en de verwerking van niet-betalende afvalstoffen op het recyclagepark;

         de algemene reinheid van de gemeente Herselt.

 

Voor de ophaling en verwerking van het aangeboden huisvuil en gft en grofvuil/groot selectief afval, is een contantbelasting voor de ingezamelde hoeveelheden afval verschuldigd. De verrekening gebeurt per kilogram of per volume, met een aanrekening van een bijkomende aanrijkost voor de fracties andere dan huisvuil of gft. Bij de vaststelling van de kilogramtarieven wordt er rekening gehouden met de minimum- en maximumtarieven die vastgelegd zijn in het VLAREMA. Deze kunnen jaarlijks geïndexeerd worden. Waar wegen niet mogelijk is bij de ondergrondse huisvuilcontainer, is het kilogramtarief niet van toepassing maar wel een volumetarief op basis van een 30- of 60-literzak. Deze volumetarieven zijn gebaseerd op het kilogramtarief en worden omgerekend volgens de tabel in bijlage 5.1.4. van het VLAREMA. Deze manier van kostenaanrekening wordt gelijk geacht aan het weegsysteem. De omrekeningtabel stelt dat een huisvuilzak van 60 liter gelijk is aan 7,5 kilogram huisvuil. Een huisvuilzak van 30 liter wordt bijgevolg gelijkgesteld aan 3,75 kilogram huisvuil.

Waar wegen niet mogelijk is bij de bovengrondse verzamelcontainer voor gft, is het kilogramtarief niet van toepassing maar wel een volumetarief. Het volumetarief is gebaseerd op het gemiddeld soortelijk gewicht voor gft vastgelegd op 400 kg/m³

 

Tot slot zijn er specifieke contantbelastingen voorzien voor:

         de terbeschikkingstelling van gft-containers, grote rolcontainers van 1.100 liter, evenementencontainers;

         het gebruik van een slot;

         de vervanging of herstelling van de (onderdelen van een) container of de vervanging van de toegangspas;

         de omruiling van een container.

 

Bij de vaststelling van de contantbelastingen in dit reglement is de financiële toestand van de gemeente in acht genomen. De kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën. De gemeentelijke inkomsten en uitgaven dienen in evenwicht te zijn.

 

Vanaf 1 januari 2026 verhoogt de Vlaamse Regering de milieuheffing op huishoudelijk restafval. Concreet betekent dit dat er een verhoging komt op de verwerkingskost voor restafval en grofvuil. In reactie daarop en in het kader van het harmonisatietraject besliste de raad van bestuur van IOK Afvalbeheer om het basistarief van 0,24 euro/kg restafval van 2021 te verhogen met 0,01 euro/kg tot 0,25 euro/kg.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries en Emelie Laeremans

Stemmen tegen:

Milo Anthonis, Kristof Van Dingenen, Els Van de Kerckhof en Femke Poelmans

 

 

BESLUIT

Artikel 1: Belastbaar voorwerp en definities

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een belasting gevestigd op de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen via het DIFTAR-systeem.

 

Op de afvalstoffen vermeld in dit reglement zijn de definities van het Materialendecreet, het VLAREMA en het Uitvoeringsplan Huishoudelijk Afval en Gelijkaardig Bedrijfsafval van toepassing.

 

Daarnaast wordt in dit reglement verstaan onder:

         aansluitpunt: een adres dat geregistreerd staat in het DIFTAR-systeem

         container: een mobiel inzamelrecipiënt dat gebruikt wordt voor de inzameling van afvalstoffen vermeld in dit reglement

         ondergrondse container met toegangscontrole: een inzamelrecipiënt dat vast onder de grond is geplaatst en dat gebruikt wordt voor de inzameling van afvalstoffen vermeld in dit reglement

         bovengrondse verzamelcontainer voor gft en restafval met toegangscontrole: een inzamelrecipiënt dat vast boven de grond staat en dat gebruikt wordt voor de inzameling van afvalstoffen vermeld in dit reglement

         toegangspas: een digitale kaart waarmee toegang wordt verleend tot een ondergrondse container of bovengrondse verzamelcontainer voor gft en restafval

 

Artikel 2: Belastingplichtigen

De contantbelastingen in artikelen 4 t.e.m. 8 zijn per aansluitpunt verschuldigddoor:

         De referentiepersoon, die op het aansluitpunt ingeschreven is/zijn in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister, verder omschreven als “gezin”, uitgezonderd studenten (personen met een inschrijvingsbewijs van de hogeschool/universiteit of die jonger zijn dan 18 jaar) die in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister ingeschreven zijn op het adres van een vergund studentenhuis.
De andere leden van het gezin zijn hoofdelijk gehouden tot het betalen van de belasting.

         Iedere natuurlijke persoon die ingestapt is in het DIFTAR-systeem, zonder op het aansluitpunt ingeschreven te zijn in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister, verder omschreven als “2de adres”.

         Ieder natuurlijke of rechtspersoon die een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent, en die ingestapt is in het DIFTAR-systeem, verder omschreven als “bedrijf”.

         Iedere natuurlijke of rechtspersoon die een gebouw beheert (eigenaar, vereniging van mede-eigenaars, syndicus, verzamelpunt …), en die ingestapt is in het DIFTAR-systeem.

         Verenigingen, scholen, gemeenschapshuizen, rusthuizen, openbare en semi-openbare instellingen … die ingestapt zijn in het DIFTAR-systeem.

 

De contantbelastingen in artikel 9 zijn per evenement verschuldigd door:

         ieder natuurlijke of rechtspersoon die een evenement organiseert, waarvoor op diens vraag tijdelijk een container ter beschikking wordt gesteld, verder omschreven als “evenementenorganisator”.

 

Artikel 3: Toekenningsregels

Het huisvuil wordt aangeboden in een huisvuilcontainer, tenzij de belastingplichtige door middel van een toegangspas toegang heeft tot een ondergrondse/bovengrondse verzamelcontainer voor huisvuil. In dit laatste geval wordt er per aansluitpunt één toegangspas op basis van volume of op basis van gewicht ter beschikking gesteld.

Het gft wordt aangeboden in een gft-container, tenzij de belastingplichtige door middel van een toegangspas toegang heeft tot een bovengrondse verzamelcontainer voor gft. In dit laatste geval wordt per aansluitpunt één toegangspas op basis van volume ter beschikking gesteld.

 

Grofvuil/groot selectief afval wordt los aangeboden.

 

De containers en/of toegangspassen worden in opdracht van de gemeente via IOK Afvalbeheer ter beschikking gesteld en blijven eigendom van IOK Afvalbeheer. Ze bevatten een ingebouwde elektronische gegevensdrager waardoor de identiteit van de normale gebruiker is gekend. Ze behoren toe aan de fysieke locatie (gebouw, infrastructuur of domein) van het aansluitpunt.

 

Per aansluitpunt zijn de volgende toekenningsregels voor de containers van toepassing:

         standaardvolume:
Voor huisvuil is het standaardvolume een container van 120 of 240 liter.
Voor gft is het standaardvolume een container van 120 liter. Er is voor gft geen container van 240 liter beschikbaar.

         maximaal toekenbaar volume:

 Voor huisvuil en gft is het maximaal toekenbare volume voor een gezin, 2de adres en een bedrijf 240 liter.

         container van 40 liter:
Voor de volgende aansluitpunten kan er afgeweken worden van het standaardvolume met de nodige containers van 40 liter:

         appartement, studentenkamer of studio;

         gesloten bebouwing;

         assistentie- of bejaardenwoning;

         verder dan 150 meter afgelegen van de reguliere ophaalronde.

         container van 1.100 liter:

Voor de volgende aansluitpunten kan er afgeweken worden van het standaardvolume met een container van 1.100 liter voor huisvuil:

         jeugd-, cultuur-, sport- en andere verenigingen;

         gemeenschapshuizen en rusthuizen;

         scholen;

         openbare en semi-openbare instellingen;

         verhuring voor evenementen.

 

Gemotiveerde afwijkingen op deze toekenningsregels worden beoordeeld door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 4: Vaste kost en gebruiksrecht containers

Per aansluitpunt is een vaste contantbelastingvan 4,50 euro per maand verschuldigd voor:

         de gescheiden huis-aan-huisinzameling van afvalstoffen en de verwerking daarvan;

         de wijkinzameling van afvalstoffen en de verwerking daarvan;

         de toegang tot het recyclagepark en de verwerking van niet-betalende afvalstoffen op het recyclagepark;

         de algemene reinheid van de gemeente Herselt.

 

Gebruiksrecht containers:

Indien de belastingplichtige kiest voor het gebruik van één of meerdere van onderstaande containers is een vaste contantbelasting verschuldigd, die per maand wordt verrekend:

 

Type container

Tarief per maand

40 liter container: gft

0,50 euro voor de eerste container en

0,00 euro per bijkomende container

120 liter container: gft

0,50 euro voor de eerste container en

0,50 euro per bijkomende container

1.100 liter container: gft

8,00 euro voor de eerste container en

8,00 euro per bijkomende container

1.100 liter container: huisvuil

8,00 euro voor de eerste container en

8,00 euro per bijkomende container

 

De tarieven van de vaste kosten en het gebruiksrecht van de containers worden jaarlijks geïndexeerd zoals bepaald in artikel 10.

 

Artikel 5: Slotkosten

Voor het gebruik van een slot is een eenmalige contantbelasting van 40,00 euro per container verschuldigd.

 

Artikel 6: Variabele kosten

Voor de ingezamelde hoeveelheden afval is een contantbelasting verschuldigd, die na elke aanbieding wordt verrekend. Deze verrekening gebeurt op gewicht of per volume.

 

De afronding van de kg’s gebeurt conform de toegekende nauwkeurigheidsklassen en afrondingsregels volgens het ijkcertificaat. 

 

 

Tarief

container: huisvuil

0,25 euro per kilogram

container: gft

0,10 euro per kilogram

ophaling (op afroep): grofvuil/groot selectief afval

0,25 euro per kilogram, en

25,00 euro aanrijkost per ophaalbeurt

Ondergrondse/bovengrondse container met toegangscontrole: huisvuil

0,90 euro per aanbieding van de toegangspas van 30 liter

1,80 euro per aanbieding van de toegangspas van 60 liter

Indien een ander volume voor de toegangspas van toepassing, wordt de omrekensleutel gebruikt op basis van soortelijk gewicht voor huisvuil van 125 kg/m³

Bovengrondse verzamelcontainer met toegangscontrole: gft

0,40 euro per aanbieding van de toegangspas van 10 liter

Indien een ander volume voor de toegangspas van toepassing is wordt de omrekensleutel gebruikt op basis van soortelijk gewicht voor gft van 400 kg/m³

 

 

De kilogram- en volumetarieven worden jaarlijks geïndexeerd zoals bepaald in artikel 10.

 

Artikel 7: Vervangings- of herstellingskosten

Voor de vervanging of herstelling van de (onderdelen van een) container of de vervanging van de toegangspas is een contantbelasting verschuldigd:

 

 

 

40 l

120 l

240 l

1.100 l

verzamelcontainer met toegangscontrole

container vervangen (euro/stuk)

31

23

35

245

 

chip vervangen (euro/stuk)

5

5

5

5

 

slot (euro/stuk)

40

40

40

40

 

omruiling (euro/interventie)

15

15

15

15

 

toegangspas (euro/stuk)

 

 

 

 

5

 

De vervangings- of herstellingskosten zijn niet verschuldigd wanneer de containergebruiker of de houder van een toegangspas het bewijs levert dat het verlies of de beschadiging niet werd veroorzaakt door zijn nalatigheid.

 

Artikel 8: Omruilingskosten

De omruiling naar een ander containerformaat is éénmalig gratis bij wijziging van de gezinssituatie of bij aanmelding van nieuwe containergebruikers.

 

Voor een omruiling om andere redenen is een contantbelasting van 15,00 euro per container verschuldigd.

 

Artikel 9: Kosten bij evenementen

Containers voor huisvuil en gft kunnen aan evenementenorganisators ter beschikking worden gesteld voor het afval dat op het evenement ontstaat. De containers worden ter beschikking gesteld voor een vastgelegde periode.

 

Voor de terbeschikkingstelling van containers op een evenement is een contantbelasting verschuldigd:

 

 

Tarief

120 liter container : huisvuil

10,00 euro per container

120 liter container : gft

10,00 euro per container

240 liter container : huisvuil

10,00 euro per container

1.100 liter container : huisvuil

25,00 euro per container

1.100 liter container : gft

25,00 euro per container

 

Bijkomend is voor de ingezamelde hoeveelheden afval een variabele kost verschuldigd volgens de tarieven vastgelegd in artikel 6.

 

Indien er vervangings- of herstellingskosten van toepassing zijn worden deze aangerekend volgens de tarieven vastgelegd in artikel 7.

 

Artikel 10: Indexering

De vaste kosten en het gebruiksrecht van de containers, vermeld in artikel 4, worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op basis van de evolutie van de consumptieprijsindex.

 

De tarieven worden vermenigvuldigd met een factor:

         met in de teller de consumptieprijsindex die van toepassing was in september van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het tarief wordt gewijzigd, en

         met in de noemer de consumptieprijsindex die van toepassing was in september 2020.

Het zo verkregen getal wordt naar beneden afgerond op 2 cijfers na de komma.

 

De kilogramtarieven, vermeld in artikel 6, worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op basis van de evolutie van de consumptieprijsindex.

 

De tarieven worden vermenigvuldigd met een factor:

         met in de teller de consumptieprijsindex die van toepassing was in september van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het tarief wordt gewijzigd, en

         met in de noemer de consumptieprijsindex die van toepassing was in september 2020.

Het zo verkregen getal wordt naar beneden afgerond op 2 cijfers waarvan het laatste cijfer een even getal is na de komma.

 

De kilogramtarieven worden enkel geïndexeerd indien een even tarief na afronding op 2 cijfers na de komma bereikt wordt. Tevens wordt er voor huisvuil rekening gehouden met de minimum- en maximumtarieven die vastgelegd zijn in het VLAREMA.

 

De volumetarieven, vermeld in artikel 6, worden niet zelfstandig geïndexeerd maar worden, in geval van tariefwijziging van de kilogramtarieven, eveneens aangepast volgens de omrekensleutel in VLAREMA bijlage 5.1.4.voor huisvuil. Voor gft op basis van het soortelijk gewicht van 400 kg/m³.

 

De aanrijkost voor een ophaling op afroep, vermeld in artikel 6, wordt niet geïndexeerd.

 

Artikel 11: Wijze van inning

De contantbelastingen in artikelen 4 t.e.m. 8 worden geïnd via een provisie die vooraf te betalen is.

De betalingsuitnodigingen voor de provisie worden door IOK Afvalbeheer verzonden, in opdracht van de financieel directeur van de gemeente.

 

Het bedrag van de eerste betalingsuitnodiging is afhankelijk van de toegekende containers en/of toegangspassen per aansluitpunt:

 

Bedrag van de

eerste betalingsuitnodiging

aansluitpunt met één of meerdere containers van 40, 120 en/of 240 liter en/of een toegangspas voor de ondergrondse container

75,00 euro

aansluitpunt met één of meerdere containers van 1.100 liter

250,00 euro

 

Zodra de provisie lager is dan een bepaald bedrag, het drempelbedrag, wordt een nieuwe betalingsuitnodiging verzonden. Het drempelbedrag is afhankelijk van de toegekende containers en/of toegangspassen per aansluitpunt:

 

Drempelbedrag

aansluitpunt met één of meerdere containers van 40, 120 en/of 240 liter en/of een toegangspas voor de ondergrondse container

10,00 euro

aansluitpunt met één of meerdere containers van 1.100 liter

50,00 euro

 

Het bedrag van de nieuwe betalingsuitnodiging is afhankelijk van de afvalhistoriek van de belastingplichtige:

 

Bedrag van de nieuwe betalingsuitnodiging

afvalhistoriek

< 3 maanden

bedrag van de eerste betalingsuitnodiging + negatieve saldo van de provisie

afvalhistoriek

> 3 maanden

bedrag is gebaseerd op het geraamde gebruik van het DIFTAR-systeem voor 1 jaar
+ negatieve saldo van de provisie

 

In geval van afmelding naar aanleiding van een verhuis, overlijden, stopzetting,… wordt het resterende bedrag van de provisie teruggestort op het rekeningnummer van de belastingplichtige.

Voor een aansluitpunttype andere dan “gezin” moet de afmelding uitdrukkelijk door de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger gebeuren.

Na afmelding worden de containers en/of de toegangspas voor verder gebruik geblokkeerd.

 

Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd op de provisie, wordt de openstaande schuld ingekohierd.

 

De contantbelastingen voor een evenement, vermeld in artikel 9, worden geïnd via een apartebetalingsuitnodiging en worden aldus niet verrekend via een provisie. Deze betalingsuitnodiging wordt verzonden door IOK Afvalbeheer, in opdracht van de financieel directeur. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de openstaande schuld ingekohierd.

 

Artikel 12: Bezwaren

De vestiging en invordering van de belastingen en ook de behandeling van geschillen gebeuren volgens de modaliteiten vervat in het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

 

Artikel 13: Kennisgeving

Een afschrift van dit reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan IOK Afvalbeheer en OVAM.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Toelagereglement Diftar

 

Situering

De gemeenteraad stemde op 25 mei 2020 de contantbelasting Diftar.

De beslissing van de gemeenteraad van 3 december 2003 houdende beheersoverdracht aan de intergemeentelijke vereniging IOK Afvalbeheer voor de activiteiten inzake afvalbeheer, zoals verwoord in artikel 4 van de statuten van IOK Afvalbeheer.

De beslissing van de gemeenteraad van 25 mei 2020 houdende participatie in het DIFTAR-project van de opdrachthoudende vereniging IOK Afvalbeheer.

De beslissing van de gemeenteraad van 25 mei 2020 om vanaf 1 januari 2021 met het DIFTAR-systeem te starten bij de huis-aan-huisinzameling van restafval en GFT.

Dit reglement vervangt het toelagereglement m.b.t. Diftar, gestemd door de gemeenteraad op 13 december 2021, met ingang van 1 januari 2026.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 173.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40, §3 en 41, 14°.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

Het bestuursdecreet van 7 december 2018, houdende de bepalingen openbaarheid van bestuur.

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.

Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 10 november 2025 - Toelage Diftar

 

Toelichting en advies

Om sociale redenen is het aangewezen om een tegemoetkoming te voorzien voor de volgende personen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente, aangezien zij meer afval produceren:

         personen met een medische reden (zoals bijvoorbeeld: incontinentie, nierdialyse, stomapatiënten, mucoviscidosepatiënten,…);

         kinderen onder de 1 jaar (toekenning bij geboorte).

 

De toelage wordt rechtstreeks op de Diftarrekening gestort om tussen te komen in de kosten voor het extra aangeboden afval.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 en voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt om sociale redenen een gemeentelijke toelage verleend voor Diftar.

 

Artikel 2:

De gemeente Herselt keert een toelage uit aan de referentiepersonen van het gezin waarvan ten minste 1 of meerdere gezinsleden geconfronteerd worden met een tijdelijke of permanente verhoging van hun hoeveelheid restafval als gevolg van de hieronder vastgelegde situaties.

 

Artikel 3 – Medische redenen:

De gemeente Herselt verleent jaarlijks een toelage van 54,00 euro aan personen ingeschreven in de gemeente die om een medische reden (vb. nierdialyse thuis, stomapatiënten, incontinentie, een huidziekte met blaarvorming en loslating opperhuid, mucoviscidosepatiënten, …) extra afval veroorzaken na voorlegging van een attest van het ziekenfonds of van een medisch getuigschrift waarin bevestigd wordt dat betrokkene extra verzorgingsmateriaal gebruikt.

 

Artikel 4 – Kinderen:

De gemeente Herselt verleent éénmalig een toelage van 18,00 euro/kind aan ieder gezin ingeschreven in de gemeente, waar er in de loop van het jaar een kind (kinderen) geboren wordt (worden).

 

Artikel 5:

De toelage bedoeld in artikel 3 en 4 zal aan de referentiepersoon toegekend worden als uit de bevolkingsgegevens blijkt dat het gezin in het toelagejaar in Herselt woont en aan de gestelde voorwaarden voldoet.

 

De toelage bedoeld in artikel 3 zal toegekend worden op voorwaarde dat hij/zij het gevraagde attest voorlegt. Het attest hoeft slechts éénmalig en niet jaarlijks worden voorgelegd als een geneesheer of ziekenfonds verklaart dat de aandoening onomkeerbaar is.

 

Indien het een minderjarige persoon betreft zal de toelage toegekend worden aan de referentiepersoon van het gezin waarvan hij/zij deel uitmaakt.

 

Artikel 6:

De gemeentelijke toelagen kunnen nooit meer bedragen dan 100 % van de ‘contantbelasting per kilogram’ die jaarlijks betaald wordt voor het gewogen gewicht aan restafval dat werd aangeboden door de referentiepersoon van het gezin waar de rechthebbende op de toelage deel van uit maakt.

Het gewogen gewicht wordt berekend aan het einde van het jaar voor het jaar waarvoor de toelage werd aangevraagd.

 

Artikel 7:

De toelage wordt verrekend op de provisie van het Diftar-project van de referentiepersoon van het aansluitpunt.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

GECORO - aanstelling voorzitter en vaste secretaris

 

Situering

Tijdens de gemeenteraad van 20 oktober 2025 werd de samenstelling van de GECORO goedgekeurd.

 

Wettelijke gronden

         De Vlaamse codex ruimtelijke ordening en latere herzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 3 juni 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening en latere herzieningen.

         Decreet lokaal bestuur.

         Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale, intergemeentelijke (verv. BVR 7 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2019) en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening.

         Besluit van de gemeenteraad van 20 oktober 2025 - GECORO 2025-2031 Samenstelling

 

Toelichting en advies

In het besluit van de gemeenteraad van 20 oktober 2025 werden de leden en de plaatsvervangers aangeduid. Artikel 1.3.3. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening (VCRO) stelt:

De gemeenteraad benoemt de voorzitter, de leden, de plaatsvervangers en de vaste secretaris. De gemeenteraad kan onder de leden een ondervoorzitter aanwijzen.

De voorzitter en de vaste secretaris worden voorgedragen door het college van burgemeester en schepenen. De vaste secretaris is niet stemgerechtigd.

 

De gemeenteraad moet dus nog de voorzitter en de vaste secretaris benoemen.

 

Het college van burgemeester en schepenen stelt aan de gemeenteraad voor om:

         Ellen Lonneu als voorzitter van de GECORO;

         Karen Claessens als vaste secretaris van de GECORO;

aan te stellen.

 

Argumentatie van de gemeenteraad leidende tot het uiteindelijke besluit

De gemeenteraad volgt het voorstel vanuit het college van burgemeester en schepenen. 

 

Stemming over het besluit: na geheime stemming met 23 stemmen voor.

 

BESLUIT

Artikel 1:

De gemeenteraad stelt Ellen Lonneu aan als voorzitter van de GECORO.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad Karen Claessens aan tot vaste secretaris van de GECORO. Indien belet zal een vervang(st)er het secretariaat opnemen.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Verordening beperkte geldigheidsduur conformiteitsattest - aanpassing

 

Situering

Op 13 oktober 2025 besliste het college van burgemeester en schepenen om de gemeentelijke verordening beperkte geldigheidsduur conformiteitsattest (CA) aan te passen. De geldigheidsduur van het conformiteitsattest n.a.v. vochtproblemen (doorslaand, insijpelend of opstijgend vocht in categorie I) wordt beperkt tot 5 jaar.

 

Wettelijke gronden

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd.

De gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020, zoals gewijzigd, hierna Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Het besluit van 11 september 2020 tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals gewijzigd, hierna Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.

De gemeentelijke verordening beperkte geldigheidsduur conformiteitsattest van goedgekeurd op de gemeenteraad van 21 november 2022.

Het besluit van college en burgemeester en schepenen d.d. 24 oktober 2022.

 

Toelichting en advies

Het lokaal bestuur wenst in te zetten op het bevorderen van de woningkwaliteit met het oog op het realiseren van het recht op menswaardig wonen.

 

De conformiteit van een woning of kamer kan worden vastgesteld door de bevoegde personen, zoals opgenomen in art. 3.4 Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

In het kader van het conformiteitsonderzoek zijn de mogelijke gebreken aan een woning onderverdeeld in 3 categorieën (art. 3.1, §1, derde lid Vlaamse Codex Wonen van 2021):

1° gebreken van categorie I: kleine gebreken die de levensomstandigheden van de bewoners negatief beïnvloeden of die potentieel kunnen uitgroeien tot ernstige gebreken;

2° gebreken van categorie II: ernstige gebreken die de levensomstandigheden van de bewoners negatief beïnvloeden maar die geen direct gevaar vormen voor hun veiligheid of gezondheid, waardoor de woning niet in aanmerking zou komen voor bewoning;

3° gebreken van categorie III: ernstige gebreken die mensonwaardige levensomstandigheden veroorzaken of die een direct gevaar vormen voor de veiligheid of de gezondheid van de bewoners, waardoor de woning niet in aanmerking komt voor bewoning.

 

De burgemeester of de gewestelijk ambtenaar van het Agentschap Wonen in Vlaanderen kan een conformiteitsattest weigeren en een woning of kamer ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaren, indien onder meer uit het technisch verslag van een conformiteitsonderzoek blijkt dat een woning of een kamer minstens één gebrek vertoont uit categorie II of categorie III (‘ongeschikte’ woning cf. art. 1.3, §1, eerste lid, 35° Vlaamse Codex Wonen van 2021; ‘onbewoonbare’ woning cf. art. 1.3, §1, eerste lid, 33° Vlaamse Codex Wonen van 2021; geen ‘conforme’ woning cf. art. 1.3, §1, eerste lid, 7° Vlaamse Codex Wonen van 2021); dat 7 of meer gebreken uit categorie I gelijkgesteld worden met 1 gebrek uit categorie II (cf. technisch verslag, bijlage 4 t.e.m. 6 Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021).

 

Het conformiteitsattest vervalt van rechtswege, onder meer vanaf het ogenblik dat er een termijn van 10 jaar of een termijn die vastgesteld wordt door de gemeenteraad, met een maximum van 10 jaar, is verstreken na de afgifte van het conformiteitsattest (art. 3.9 Vlaamse Codex Wonen van 2021). De gemeenteraad kan de termijn derhalve beperken bij verordening.

 

Een verhuurder die beschikt over een conformiteitsattest, kan aantonen dat de woning of kamer op het moment van het conformiteitsonderzoek conform is aan de geldende veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten.

 

Met voorliggende verordening om de geldigheidsduur van conformiteitsattesten te beperken wenst het lokaal bestuur een proactief woningkwaliteitsbeleid te voeren, hetgeen volledig kadert binnen de 2de Vlaamse beleidsprioriteit inzake het woonbeleid met name ‘de gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving'.’

 

Hierboven werd reeds geduid dat een woning of kamer pas niet-conform is als er zich 7 of meer gebreken van categorie I en/of minstens één gebrek van categorie II en/of III voordoen. Er kan voor een woning of kamer dus een conformiteitsattest worden afgeleverd, ook al zijn er al gebreken van categorie I aanwezig.

 

In de huidige verordening ‘beperkte geldigheidsduur conformiteitsattest’ is voorzien dat de geldigheidsduur van het conformiteitsattest dat wordt afgeleverd, wordt beperkt tot 5 jaar als de woning of kamer 5 of meer gebreken categorie I telt. Reden hiertoe is dat de kwaliteit van woningen en kamers altijd kan verslechteren en dat een woning of kamer met 5 of meer gebreken uit categorie I - die op dat moment nog wel conform is - snel kan evolueren tot een woning of kamer met meerdere kleine gebreken of met een ernstig gebrek en bijgevolg ook naar niet-conforme woningen en kamers. Een beperking van de geldigheidsduur bij dergelijke situaties is dus nog steeds wenselijk.

 

Daarnaast kon bij een evaluatie ook worden vastgesteld dat veel van de vaak voorkomende gebreken in categorie I betrekking hebben op diverse vochtproblemen.

 

In het kader van het conformiteitsonderzoek kunnen, meer bepaald volgende gebreken met betrekking tot vocht worden vastgesteld in een woning of kamer, aangevuld met de respectievelijke rubrieken van het technisch verslag waarbinnen deze worden gequoteerd:

         vochtschade aan de gemeenschappelijke delen van het plafond (rubriek 12);

         vochtschade in de gemeenschappelijke delen van het pand ter hoogte van de buitenmuren (rubriek 22) en/of binnenmuren (rubriek 32);

         vochtschade aan de daken/plafonds ten gevolge van insijpelend vocht (rubriek 101) en/of ten gevolge van condenserend vocht met schimmelvorming (rubriek 102);

         vochtschade aan de buitenmuren ten gevolge van opstijgend vocht en/of doorslaand vocht (rubriek 111);

         vochtschade aan de buitenmuren ten gevolge van condenserend vocht met schimmelvorming (rubriek 112);

         vochtschade aan de onderste draagvloeren (rubriek 131);

         vochtschade ten gevolge van vochtige keldermuren- en/of vloeren of ten gevolge van een kelder die onder water staat (rubriek 141);

         vochtschade ten gevolge van opstijgend vocht in de binnenwanden (rubriek 151) of condenserend vocht met schimmelvorming ter hoogte van de binnenwanden (rubriek 152).

 

Met uitzondering van vochtige keldermuren (rubriek 141) en vochtschade aan de onderste draagvloeren (rubriek 131) waarvoor enkel een gebrek in categorie I kan worden toegekend, kunnen al deze vochtproblemen naargelang de ernst worden gequoteerd als een gebrek uit categorie I, II of III. Vochtproblemen die initieel slechts als een gebrek van categorie I moeten worden gequoteerd kunnen, als er niet tijdig wordt overgegaan tot herstel, al snel evolueren naar een gebrek van categorie II of III. Een bijkomende beperking van de geldigheidsduur van het conformiteitsattest tot 5 jaar is dus aangewezen als dergelijke gebreken van categorie I worden vastgesteld.

 

Gebreken ten gevolge van vocht met betrekking tot de gemeenschappelijke delen van een pand (rubrieken 12, 22 en 32) zijn de verantwoordelijkheid van alle zakelijk gerechtigden binnen het pand en niet van de individuele zakelijk gerechtigde die instaat voor de conformiteit van de kamer of woning.

 

Gebreken ten gevolge van condenserend vocht (rubrieken 102, 112 en 152) kunnen in bepaalde gevallen het gevolg zijn van bewonersgedrag als de bewoners onvoldoende of foutief verwarmen en verluchten. De zakelijk gerechtigde die instaat voor de conformiteit van de kamer of woning heeft hier niet steeds vat op.

 

Gebreken door opstijgend, insijpelend of doorslaand vocht daarentegen zijn bijna altijd een gevolg van bouwtechnische gebreken. Zulke gebreken van categorie I ten gevolge van opstijgend, insijpelend of doorslaand vocht kunnen daarnaast ook snel escaleren naar een gebrek van categorie II of III indien op korte termijn geen structurele verbeteringswerken worden uitgevoerd die het opstijgen, insijpelen of doorslaan van dit vocht in de constructiedelen doen stoppen. De aard en ernst van deze gebreken verschilt dus in die mate van andere categorie I gebreken (bv. gebroken tegel, ontbrekende deurbel, gebrekkige lichtinval in een kamer, …) dat een beperking van de geldigheidsduur al kan worden verantwoord van zodra er 1 dergelijk gebrek aanwezig is (in plaats van 5 gebreken). Deze gebreken lijken dus van dien aard dat een beperking van de geldigheidsduur al kan worden verantwoord bij 1 dergelijk gebrek.

 

Vandaar dat de beperking van de geldigheidsduur van het conformiteitsattest n.a.v. vochtproblemen enkel zal toegepast worden indien zich gebreken ten gevolge van doorslaand, insijpelend of opstijgend vocht in categorie I voordoen. Het betreft dan concreet gebreken met volgende rubrieksnummers: rubriek 101, rubriek 111 en rubriek 151.

 

De kostprijs voor het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek is vastgelegd in een gemeentelijk retributiereglement.

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

De geldigheidsduur van het conformiteitsattest dat wordt afgeleverd vanaf de inwerkingtreding van dit reglement, wordt beperkt tot 5 jaar indien uit het technisch verslag van het conformiteitsonderzoek blijkt dat een woning of kamer:

      5 of meer gebreken vertoont uit categorie I;

of

      1 of meer gebreken vertoont uit categorie I waarbij de gebreken te wijten zijn aan doorslaand, insijpelend en/of opstijgend vocht.

 

Artikel 2:

De gemeentelijke verordening ‘beperkte geldigheidsduur conformiteitsattest’ goedgekeurd op de gemeenteraad van 21 november 2022 wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2026.

 

Artikel 3:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

Erfgoed en cultuur Zuiderkempen

 

Situering

De Vlaamse overheid voorziet verschillende instrumenten om intergemeentelijk samen te werken rond cultureel erfgoed (erfgoedcel), onroerend erfgoed (intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst, kortweg IOED) en bovenlokale cultuur (cultuurregio).

 

Momenteel bestaan er in de bredere regio verschillende intergemeentelijke structuren waarbinnen lokale besturen samenwerken rond deze drie thema’s: Kempens Karakter, de Merode, Berg en Nete, Neteland en IGEMO.

 

Kempens Karakter is een intergemeentelijk samenwerkingsverband in de vorm van een projectvereniging. De projectvereniging telt 12 gemeenten: Berlaar, Grobbendonk, Heist-op-den-Berg, Herentals, Herenthout, Hulshout, Lier, Lille, Nijlen, Olen, Putte en Vorselaar. De projectvereniging telt twee deelwerkingen: cultureel erfgoed en onroerend erfgoed. Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Olen en Vorselaar zijn aangesloten voor beide deelwerkingen. Heist-op-den-Berg, Hulshout, Lier en Nijlen zijn enkel aangesloten voor de werking van de erfgoedcel.

 

De Merode is een intergemeentelijk samenwerkingsverband in de vorm van een projectvereniging. De projectvereniging telt zeven gemeenten: Aarschot, Herselt, Hulshout, Laakdal, Scherpenheuvel-Zichem, Tessenderlo en Westerlo. De projectvereniging telt drie deelwerkingen: cultureel erfgoed, onroerend erfgoed en bovenlokale cultuur. Herselt en Westerlo zijn aangesloten voor de drie deelwerkingen. Hulshout is aangesloten voor de werking van de IOED en de cultuurregio.

 

Berg en Nete is een intergemeentelijk samenwerkingsverband in de vorm van een projectvereniging. De projectvereniging telt drie gemeenten: Berlaar, Heist-op-den-Berg en Nijlen. De projectvereniging telt enkel een deelwerking rond onroerend erfgoed.

 

Neteland is een intergemeentelijk samenwerkingsverband in de vorm van een projectvereniging. De projectvereniging telt vijf gemeenten: Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Olen en Vorselaar. De projectvereniging werkt intensief samen op vlak van 44 thema’s. Op vlak van de bovenstaande beleidsdomeinen is er een gesubsidieerde deelwerking rond bovenlokale cultuur die voor hen onder vrijetijd valt.

 

IGEMO is een intergemeentelijk samenwerkingsverband in de vorm van een dienstverlenende organisatie. De organisatie telt twaalf gemeenten in de referentieregio Rivierenland en telt verschillende deelwerkingen, waaronder cultureel erfgoed en onroerend erfgoed. Lier is bij IGEMO aangesloten voor de werking van de IOED.

 

Voor de werking van de erfgoedcel, de IOED en de cultuurregio ontvangen deze samenwerkingsverbanden allemaal werkingssubsidies van de Vlaamse overheid. Die werkingssubsidies worden telkens toegekend voor een periode van 6 jaar. De huidige werkingssubsidies van de Vlaamse overheid lopen voor de erfgoedcellen, de IOED’s en de cultuurregio’s tot en met 2026. De nieuwe beleidsplannen voor de periode 2027-2032 moeten worden ingediend voor 15 januari 2026 voor de IOED en tegen 1 april 2026 voor de cultureel erfgoedcel en de cultuurregio.

 

Wettelijke gronden

Het decreet lokaal bestuur van 12 december 2017 en latere wijzigingen.

Het regiodecreet van 3 februari 2023.

Het cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021.

Het decreet van 10 juni 2022 tot wijziging van het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

Het bovenlokalecultuurdecreet van 8 maart 2024.

Statuten van de projectvereniging Kempens Karakter.

Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 juni 2025 - Intergemeentelijk samenwerken rond erfgoed en cultuur: intergemeentelijke samenwerking Zuiderkempen

 

Toelichting en advies

Referentieregio

De nieuwe aanvragen en dus de werkingen moeten in principe conform de referentieregio’s zijn, al kan er wel een afwijking op die referentieregio’s worden gevraagd aan de Vlaamse regering.

De impact van de regiovorming op de bestaande werkingen is bijzonder groot. Kempens Karakter telt twaalf gemeenten, waarvan er zeven in de regio Kempen en vijf in de regio Rivierenland vallen. Cultuur en Erfgoed de Merode telt zeven gemeenten, waarvan er vier in de regio Kempen, twee in de regio Oost-Brabant en één in de regio Limburg vallen.

Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Herselt, Hulshout, Olen, Vorselaar en Westerlo behoren tot de referentieregio Kempen. Heist-op-den-Berg, Lier en Nijlen behoren tot de referentieregio Rivierenland.

 

Inhoudelijke decreetwijzigingen

Niet alleen het regiodecreet beïnvloedt de huidige intergemeentelijke samenwerking rond onroerend erfgoed, cultureel erfgoed en cultuur. Ook andere vernieuwde decretale kaders hebben een impact op de nieuwe beleidsperiodes. Dit geldt in het bijzonder voor de IOED-werkingen en de cultuurregio’s.

Voor de huidige IOED’s zijn er twee bepalingen uit het ‘decreet van 10 juni 2022 tot wijziging van onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013’ die een belangrijke impact hebben. Enerzijds wordt de minimale schaalgrootte van een werkingsgebied verhoogd naar 100.000 inwoners of 250 km². Voorheen volstond een samenwerking van minstens drie gemeenten. Hierdoor voldoen de werkingsgebieden van IOED Land van Nete en Aa (zes gemeenten) en IOED Berg en Nete (drie gemeenten) niet langer aan de nieuwe eisen. Ook de Merode kon niet verder zonder Aarschot omwille van deze vereiste.

Anderzijds wordt de financiering vanuit de lokale besturen voortaan geregeld volgens het principe van ‘1 euro voor 1 euro’ met een minimum van 120.000 euro vanaf 2027. Voorheen golden er geen richtlijnen voor. De Vlaamse werkingssubsidie bedraagt 120.000 euro. Deze wordt jaarlijks geïndexeerd.

Het bovenlokaal cultuurdecreet van 8 maart 2024 stelt voor de cultuurregio’s de minimale schaalgrootte gelijk aan die van de erfgoedcellen, namelijk een werkingsgebied van minstens 85.000 inwoners. (Voorheen waren 4 aaneengesloten gemeenten voldoende.) Het werkingsgebied van de cultuurregio Neteland is daardoor te klein en ook de Merode had in de toekomst Aarschot nodig om hieraan te voldoen. Er is wel een overgangsmaatregel in het decreet op basis waarvan je nog 1 legislatuur zou kunnen verder werken maar vanaf 2032 dienen alle samenwerkingsverbanden minimaal 85.000 inwoners te bedienen. De gemeenten hebben aangegeven meteen voor een duurzaam scenario te willen kiezen.

De jaarlijkse Vlaamse werkingssubsidie bedraagt vanaf 2027 voor de cultuurregio’s maximum 0,9 euro per inwoner, met een minimum van 100.000 euro per werkjaar. De lokale besturen moeten samen 75 % van de Vlaamse werkingssubsidie bijdragen. De subsidie zal vanaf 2027 wel geïndexeerd worden.

Naast deze kwantitatieve criteria zijn er ook enkele inhoudelijke wijzigingen. De belangrijkste hiervan is de opdracht aangaande de kleinschalige projectsubsidies van Vlaanderen. De cultuurregio’s moeten deze aanvragen voor de eigen regio inhoudelijk beoordelen. Hierdoor kunnen alleen verenigingen waarvan de gemeente deel uitmaakt van een intergemeentelijke samenwerking rond cultuur, beroep doen op deze Vlaamse subsidielijn.

Voor de werking van de erfgoedcellen zijn er in principe geen grote veranderingen op vlak van minimale schaalgrootte en financiële bijdrage vanuit de lokale besturen, met name 85.000 inwoners en een bijdrage van 0,4 à 0,5 euro per inwoner. De Vlaamse werkingssubsidie bedraag 300.000 à 350.000 euro, afhankelijk van de beoordeling van de aanvraag.

 

Naar een gedragen oplossing

Sinds het najaar van 2022 zijn de betrokken projectverenigingen gestart met de zoektocht naar een gedragen oplossing voor de toekomstige intergemeentelijke samenwerkingen rond cultureel erfgoed, onroerend erfgoed en bovenlokale cultuur. Hierbij werd getracht om maximaal rekening te houden met de nieuwe krijtlijnen vanuit Vlaanderen. Volgende uitgangspunten waren belangrijk voor de betrokken lokale besturen en projectverenigingen:

         streven naar oplossing voor iedereen;

         streven naar maximale continuïteit met bestaande werkingen en dynamieken;

         ruimte creëren voor het gemeenschappelijke verhaal én voor de specifieke noden, accenten en identiteit van elke gemeente;

         optimaliseren van middelen en dienstverlening;

         streven naar ideale schaalgrootte voor elke deelwerking;

         rationaliseren van structuren.

 

Er lagen 3 scenario’s op tafel:

         Scenario 1: Volledig regioconform samenwerken. Dus 1 projectvereniging met de 8 gemeenten in regio Kempen en 1 projectvereniging met de 3 gemeenten in regio Rivierenland. Dit scenario is de facto niet haalbaar en werkbaar voor de 3 gemeenten in regio Rivierenland. Een projectvereniging met 3 heeft onvoldoende draagkracht en is budgettair niet haalbaar. Bovendien is de kans op Vlaamse werkingssubsidies voor een aanvraag voor een erfgoedcel met 3 gemeenten bijzonder klein.

         Scenario 2: Met alle 11 gemeenten samen een afwijking op de referentieregio’s aanvragen voor de 3 deelwerkingen. Ook dit scenario is de facto niet haalbaar en werkbaar. De kans op goedkeuring van de afwijking is klein, omdat we nu reeds weten dat we op een negatief advies voor de IOED zullen botsen. Dit scenario hanteert ook geen werkbare schaal voor de IOED. De huidige dienstverlening en nabijheid kunnen op die manier niet worden verdergezet. De schaal is te groot voor de middelen die we met 1 IOED genereren. Daarnaast is er momenteel nog geen draagvlak bij de 3 gemeenten van Rivierenland voor een samenwerking binnen deze constellatie voor bovenlokale cultuur.

         Scenario 3 of ‘voorkeurscenario Zuiderkempen’:
1 projectvereniging met: 2 regioconforme IOED’s (8 gemeenten regio Kempen en 3 gemeenten regio Rivierenland), 1 regioconforme cultuurregio (8 gemeenten regio Kempen) en 1 regiogrensoverschrijdende erfgoedcel (11 gemeenten).
We vragen dan enkel een afwijking aan voor de erfgoedcel.

Met het voorkeurscenario Zuiderkempen komen we tot een goede oplossing voor alle betrokken lokale besturen. Met het oog op een optimale dienstverlening en een efficiënte inzet van middelen realiseren we een doorgedreven rationalisering van de intergemeentelijke structuren en stemmen we de deelwerkingen rond cultureel erfgoed, onroerend erfgoed en bovenlokale cultuur maximaal op elkaar af. We conformeren ons grotendeels aan de referentieregio’s, zonder hierbij voorbij te gaan aan de bestaande dynamieken en de bestaande gedeelde identiteit in de Zuiderkempen.

 

Juridische structuur

In het scenario Zuiderkempen wordt er geen nieuwe structuur opgericht. Administratief kan best de juridische structuur van projectvereniging Kempens Karakter worden behouden en aangepast. De statuten moeten nog in 2025 worden aangepast, in functie van de naamsverandering, de toetreding van de gemeenten Herselt en Westerlo, de toevoeging van een deelwerking rond bovenlokale cultuur en een verlening van de projectvereniging. Begin 2027 zullen de statuten opnieuw moeten worden aangepast, in functie van de uitstap van de gemeenten Berlaar, Lille en Putte. De Raad van Bestuur van de projectvereniging keurde de aanpassing van de statuten een eerste keer goed op 28 augustus 2025.

 

De projectvereniging Kempens Karakter werd op 16 november 2007 opgericht voor de periode 2008-2013 en vervolgens verlengd voor de periode 2014-2019, vervolgens opnieuw voor de periode 2020-2025, en vervolgens opnieuw voor de periode tot en met 2026. De projectvereniging kan opeenvolgende keren opnieuw verlengd worden voor een periode van maximum 6 jaar, indien dit de unanieme wil is van de deelnemende gemeenten. Tijdens die periode is geen uittreding mogelijk. De projectvereniging moet opnieuw worden verlengd door de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten voor de periode 2027-2031.

 

De projectvereniging wordt geleid door een raad van bestuur waarvan de leden benoemd worden door de deelnemende gemeenten. Voor alle leden van de raad van bestuur wordt ook een vaste plaatsvervanger aangeduid.

 

De raad van bestuur bestaat uit stemgerechtigde leden en uit leden met raadgevende stem. Elke gemeenteraad vaardigt één stemgerechtigd lid af naar de raad van bestuur, zijnde een burgemeester, een schepen of een gemeenteraadslid verkozen op een lijst waarvan de verkozenen deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen. De voorzitter wordt gekozen uit de stemgerechtigde leden. Elk stemgerechtigd lid beschikt over slechts één stem. Daarnaast duidt elke deelnemende gemeente één afgevaardigde aan als lid met raadgevende stem. Deze afgevaardigden zijn steeds raadsleden in de deelnemende gemeenten, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen.

De bestuurders worden benoemd voor de duur van de projectvereniging, maar zijn van rechtswege ontslagnemend bij verlies van hun openbaar mandaat of tot het ogenblik van de algehele vernieuwing van de gemeenteraden.

 

Budget

Voor het voorkeurscenario Zuiderkempen moeten de gemeenten als groep volgende budgetten in hun meerjarenplanning voorzien:

         IOED: 1,06 euro per inwoner

         Cultureel Erfgoed: 0,5 euro per inwoner

         Bovenlokale cultuur: 0,68 euro per inwoner

De bijdrage voor de IOED en cultuur dienen jaarlijks geïndexeerd te worden.

De lokale besturen kunnen onderling verder afspreken op welke manier ze individuele dotatie per gemeenten precies willen berekenen.

 

Huidige structuren projectvereniging 'cultuur en erfgoed de Merode'

De projectvereniging 'cultuur en erfgoed de Merode' zal sowieso actief zijn tot en met 31 december 2026 en tot dan de huidige beleidsplannen uitvoeren. Vanaf 1 januari 2027 zullen de meeste gemeenten actief zijn binnen een andere constellatie en dus ook binnen een andere projectvereniging: voor Herselt is dat de projectvereniging 'Erfgoed en Cultuur Zuiderkempen'. Wat er vanaf 2027 gebeurt met de juridische structuur van projectvereniging 'cultuur en erfgoed de Merode' is momenteel nog onduidelijk omwille van de situatie in Oost-Brabant. Twee scenario's zijn mogelijk: een ontbinding van de projectvereniging of een naams- en statutenwijziging van de huidige projectvereniging ten voordele van een samenwerking tussen gemeenten in Oost-Brabant, die op die manier kunnen verder bouwen op de huidige werking en voor de erfgoedcel zo in aanmerking kunnen komen voor een hogere Vlaamse subsidie. Beide scenario's resulteren in een heel ander transitieplan. Wij hopen dat de besturen in Oost-Brabant snel beslissen zodat er op de gemeenteraden van december wel duidelijkheid is en er eventueel een statutenwijziging kan worden voorgelegd. Indien de gemeenteraden van december niet gehaald worden, is het sowieso te laat voor een Oost-Brabantse IOED. Een concreet uitgewerkt transitieplan zal in samenspraak met alle betrokken gemeentebesturen worden uitgewerkt in het voorjaar van 2026.

Op dit moment wordt getracht het scenario voor een werking Oost-Brabant te realiseren.

 

Argumentatie van de gemeenteraad leidende tot het uiteindelijke besluit

De gemeenteraad gaat akkoord met dit voorstel.

 

Financiële weerslag

Kosten

IOED: 1,06 euro per inwoner (15.745,24 euro)

Cultureel Erfgoed: 0,5 euro per inwoner (7.427)

Bovenlokale cultuur: 0,68 euro per inwoner (10.100,72)

 

 

De nodige kredieten moeten voorzien worden in het nieuwe meerjarenplan.

 

Stemming over het besluit: na geheime stemming met 23 stemmen voor.

 

BESLUIT

Artikel 1:

De gemeenteraad van gemeente Herselt gaat akkoord met de samenwerking met de gemeenten Grobbendonk, Heist-op-den-Berg, Herentals, Herenthout, Herselt, Hulshout, Lier, Nijlen, Olen, Vorselaar en Westerlo, onder de titel ‘Erfgoed en Cultuur Zuiderkempen’.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad van gemeente Herselt gaat akkoord om voor die samenwerking de bestaande projectvereniging Kempens Karakter te benutten en die juridische structuur om te vormen tot de projectvereniging Erfgoed en Cultuur Zuiderkempen.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad van gemeente Herselt gaat akkoord met de verlenging van de projectvereniging Erfgoed en Cultuur Zuiderkempen (voorheen Kempens Karakter) voor de periode 2027-2031.

 

Artikel 4:

De gemeenteraad van gemeente Herselt keurt de gewijzigde statuten van de projectvereniging Erfgoed en Cultuur Zuiderkempen (voorheen Kempens Karakter) goed, zoals opgenomen in bijlage.

 

Artikel 5:

De gemeenteraad van gemeente Herselt beslist om schepen Tim Tubbax af te vaardigen voor de raad van bestuur van de projectvereniging Erfgoed en Cultuur Zuiderkempen als stemgerechtigd lid, met als plaatsvervanger raadslid Anneleen Maris.

 

Artikel 6:

De gemeenteraad van gemeente Herselt beslist om raadslid Kristof Van Dingenen af te vaardigen voor de raad van bestuur van de projectvereniging Erfgoed en Cultuur Zuiderkempen als lid met raadgevende stem, met als plaatsvervanger raadslid Els Van de Kerckhof.

 

Artikel 7:

De gemeenteraad van gemeente Herselt gaat akkoord om met projectvereniging Erfgoed en Cultuur Zuiderkempen samen te werken rond cultureel erfgoed met de gemeenten Grobbendonk, Heist-op-den-Berg, Herentals, Herenthout, Herselt, Hulshout, Lier, Nijlen, Olen, Vorselaar en Westerlo en om hiervoor met de projectvereniging een afwijking op het regiodecreet aan te vragen voor de cultureel erfgoedcel.

 

Artikel 8:

De gemeenteraad van gemeente Herselt gaat akkoord om als groep 0,5 euro per inwoner te voorzien voor de cultureel erfgoedcel van projectvereniging Erfgoed en Cultuur Zuiderkempen.

 

Artikel 9:

De gemeenteraad van gemeente Herselt gaat akkoord om vanuit projectvereniging Erfgoed en Cultuur Zuiderkempen regioconform samen te werken rond bovenlokale cultuur met de gemeenten Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Herselt, Hulshout, Olen, Vorselaar en Westerlo.

 

Artikel 10:

De gemeenteraad van gemeente Herselt gaat akkoord dat de gemeenten die aan de bovenlokale cultuurwerking deelnemen samen 0,68 euro per inwoner voorzien voor de bovenlokale cultuurwerking van projectvereniging Erfgoed en Cultuur Zuiderkempen.

 

Artikel 11:

De gemeenteraad van gemeente Herselt gaat akkoord om vanuit projectvereniging Erfgoed en Cultuur Zuiderkempen regioconform samen te werken rond onroerend erfgoed:

         voor de IOED Zuiderkempen Oost met de gemeenten Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Herselt, Hulshout, Olen, Vorselaar en Westerlo

         voor de IOED Zuiderkempen West met de gemeenten Heist-op-den-Berg, Lier en Nijlen.

 

Artikel 12:

De gemeenteraad van gemeente Herselt gaat akkoord om als groep 1,06 euro per inwoner te voorzien voor de IOED’s van projectvereniging Erfgoed en Cultuur Zuiderkempen.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Interlokale vereniging Bureau Gemeentelijke Administratieve Sancties

 

Situering

De gemeenten van de politiezone Geel – Laakdal – Meerhout hebben in 2006 een interlokale vereniging, genaamd Bureau Gemeentelijke Administratieve Sancties Geel – Laakdal - Meerhout, opgericht voor de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties.

 

De statuten van de interlokale vereniging werden goedgekeurd door de gemeenteraad van Geel dd. 6 maart 2006, van Laakdal dd. 14 februari 2006 en van Meerhout dd. 27 februari 2006.

 

In 2008 traden de 5 gemeenten van de politiezone Neteland, bestaande uit de gemeente Grobbendonk, de stad Herentals, de gemeente Herenthout, de gemeente Olen en de gemeente Vorselaar toe tot de interlokale vereniging.

 

De statuten van de interlokale vereniging werden gewijzigd op 20 juni 2008, goedgekeurd door de gemeenteraad van Geel dd. 7 april 2008, van Laakdal dd. 18 maart 2008, van Meerhout dd. 26 mei 2008, van Grobbendonk dd. 11 maart 2008, van Herentals dd. 8 april 2008, van Herenthout dd. 31 maart 2008, van Olen dd. 5 maart 2008 en van Vorselaar dd. 7 april 2008.

 

In 2009 traden de gemeenten Herselt, Hulshout en Westerlo van de politiezone Zuiderkempen en de gemeenten Balen, Dessel en Mol van de politiezone Balen-Dessel-Mol toe tot de interlokale vereniging.

 

De statuten van de interlokale vereniging werden gewijzigd op 11 december 2009, goedgekeurd door de gemeenteraad van Geel dd. 30 november 2009, van Laakdal dd. 24 november 2009, van Meerhout dd. 23 november 2009, van Grobbendonk dd. 8 december 2009, van Herentals dd. 1 december 2009, van Herenthout dd. 23 november 2009, van Olen dd. 2 december 2009, van Vorselaar dd. 9 november 2009, van Herselt dd. 30 november 2009, van Hulshout dd. 16 november 2009, van Westerlo dd. 9 november 2009, van Balen dd. 9 november 2009, van Dessel dd. 19 november 2009 en van Mol dd. 23 november 2009.

 

In 2012 werden enkele inhoudelijk wijzigingen goedgekeurd o.a. de oprichting van een dagelijks bestuur en de toevoeging van een huishoudelijk reglement.

De statuten van de interlokale vereniging werden gewijzigd op 13 maart 2012, goedgekeurd door de gemeenteraad van Geel dd. 6 februari 2012, van Laakdal dd. 24 januari 2012, van Meerhout dd. 27 februari 2012, van Grobbendonk dd. 14 februari 2012, van Herentals dd. 7 februari 2012, van Herenthout dd. 13 februari 2012, van Olen dd. 1 februari 2012, van Vorselaar dd. 23 januari 2012, van Herselt dd.30 januari 2012, van Hulshout dd. 30 januari 2012, van Westerlo dd. 30 januari 2012, van Balen dd. 30 januari 2012, van Dessel dd. 16 februari 2012 en van Mol dd. 23 januari 2012.

 

In 2022 werden wijzigingen doorgevoerd gelet op de nieuwe wetgeving Decreet Lokaal Bestuur en de aanpassing van de GAS Wet en uitvoeringsbesluiten.

Bovendien werd een herverdeling van de bijdrages en herfinanciering gedaan, namelijk op basis van het aantal dossiers en de verschillende modules van GAS i.p.v. op basis van de bevolkingsaantallen.

 

De statuten van de interlokale vereniging werden gewijzigd op 18 maart 2022 met terugwerkende kracht op 1 januari 2022, goedgekeurd door de gemeenteraad van Geel dd. 2 mei 2022, van Laakdal dd. 26 april 2022, van Meerhout dd. 23 mei 2022, van Grobbendonk dd. 19 april 2022, van Herentals dd. 3 mei 2022, van Herenthout dd. 2 mei 2022, van Olen dd. 4 mei 2022, van Vorselaar dd. 30 augustus 2022 , van Herselt dd. 25 april 2022, van Hulshout dd. 9 mei 2022, van Westerlo dd. 25 april 2022, van Balen dd. 25 april 2022, van Dessel dd. 19 mei 2022 en van Mol dd. 25 april 2022.

 

In 2022 werd bepaald:

De uitgaven van het Bureau worden verdeeld over de deelnemende gemeenten a rato van hun aantal GAS dossiers en rekening houdend met volgende verdeelsleutel :

- 50% van alle kosten worden toegekend aan de GAS 123 dossiers

- 50 % van alle kosten worden toegekend aan de GAS 4 dossiers

 

Als GAS 5 ingevoerd zou worden, zal de verdeelsleutel bepaald worden als volgt :

- 30% van alle kosten worden toegekend aan de GAS 123 dossiers;

- 30% van alle kosten worden toegekend aan de GAS 4 dossiers;

- 40% van alle kosten worden toegekend aan de GAS 5 dossiers.

Deze verdeelsleutel zal jaarlijks geëvalueerd worden en desgevallend aangepast worden.

 

Wettelijke gronden

Art. 119 bis nieuwe Gemeentewet

De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties(nieuwe GAS-Wet) en latere wijzigingen.

Het KB van 21 december 2013 (Koninklijk besluit tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties ).

Het Decreet Lokaal Bestuur

 

Toelichting en advies

Ondertussen zijn 11 van de 14 gemeenten gestart met GAS 5 sinds oktober 2022. Gemeente Herselt neemt enkel deel aan het luik GAS 1-2-3.

 

Een evaluatie van de verdeelsleutel is gebeurd en uit de concrete cijfers van de afgelopen jaren blijkt dat de verdeelsleutel aangepast moet worden aangezien de GAS 4 dossiers in theorie te hard doorwegen omdat de meerderheid van de kosten van deze dossiers door 2 gemeenten (met een camera voor de overtreding op het bord C3) wordt gedragen. De procedure GAS 4 en GAS 5 is wettelijk gezien gelijklopend. Daarom werd voorgesteld om deze samen te voegen bij het bepalen van de verdeelsleutel.

GAS 123 is minder arbeidsintensief geworden dan bij de opstart gelet op de investering in software maar heeft nog wel steeds een grote administratieve kost aangezien alle briefwisseling aangetekend moet verlopen en er is nog steeds een intensievere werklast omdat in elke dossier een gemotiveerde beslissing moet worden gemaakt.

De GAS 4 en GAS 5 dossiers zijn veel groter in aantal, maar in deze dossiers moet in principe maar 1 gewone brief verstuurd worden. Pas bij niet betaling wordt een gewone herinneringsbrief door de GAS-dienst verstuurd en moet er alleen een gemotiveerde beslissing genomen worden als er verweer wordt ingediend. Deze beslissing kan per gewone brief verstuurd worden.

 

Het Beheerscomité ging op 26 maart 2025 in principe akkoord met een nieuwe verdeelsleutel : 25 % van de kosten zullen berekend worden op GAS 123 dossiers en 75 % van de kosten op GAS 4 en GAS 5 dossiers samen.

 

Argumentatie van de gemeenteraad leidende tot het uiteindelijke besluit

De gemeenteraad gaat akkoord met het voorstel vanuit het Beheerscomité GAS en het college van burgemeester en schepenen.

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

Artikel 11 van de Overeenkomst Interlokale vereniging wordt gewijzigd als volgt :

De uitgaven* ( personeelskosten, investeringskosten, werkingskosten) worden betaald via de beherende gemeente.

(*gewijzigd in 2022)

 

De gemeenten dragen enkel bij in de uitgaven voor de verschillende types GAS die ze willen toepassen.

(*toegevoegd in 2022)

 

De uitgaven van het Bureau worden verdeeld over de deelnemende gemeenten a rato van hun aantal GAS dossiers en rekening houdend met volgende verdeelsleutel :

- 25% van alle kosten worden toegekend aan de GAS 123 dossiers;

- 75 % van alle kosten worden toegekend aan de GAS 4 en GAS 5 dossiers samen.

(*nieuw sinds 2026)

 

Deze verdeelsleutel zal jaarlijks geëvalueerd worden en desgevallend aangepast worden.

(*nieuw sinds 2022)

 

Artikel 2:

Deze aanpassingen en wijzigingen van de overeenkomst treden in werking vanaf 1 januari 2026.

 

Artikel 3:

De algemeen directeur en voorzitter van de gemeenteraad worden gemachtigd de statuten te ondertekenen.

 

Artikel 4:

Afschrift van dit besluit te laten overmaken aan het Bureau Gemeentelijke administratieve sancties en aan alle deelnemende gemeenten: Geel, Laakdal, Meerhout, Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Olen, Vorselaar, Balen, Dessel, Mol, Herselt, Hulshout en Westerlo.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

IOK - Buitengewone algemene vergadering op 16 december 2025 - goedkeuring agenda en vaststelling mandaat

 

Situering

De algemene vergadering van IOK gaat door op dinsdag 16 december 2025 om 18 uur in de kantoren van IOK, Antwerpsesteenweg 1 Geel.

 

Wettelijke gronden

Decreet over het lokaal bestuur

De statuten van IOK

 

Toelichting en advies

De agenda van de algemene vergadering van 16 december 2025 bevat volgende agendapunten:

1)       Goedkeuring verslag vorige vergadering

2)       Activiteitenplan 2026

3)       Begroting 2026

4)       Adviescomités – samenstelling

5)       Toetreding Welzijnsverenigingen – aanpassing aandelenregister

6)       Varia

 

Tijdens de gemeenteraad van 13 januari 2025 werd Hava Gokuzum aangeduid als vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van IOK en Evelien Van Bedts als plaatsvervanger.

 

Argumentatie van de gemeenteraad leidende tot het uiteindelijke besluit

De raad neemt kennis van de uitnodiging met toelichtende nota (als bijlage) ter voorbereiding van de algemene vergadering IOK van 16 december 2025.

 

De raad neemt kennis van het activiteitenplan 2026. De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om het activiteitenplan 2026 goed te keuren.

 

De raad neemt kennis van de begroting 2026 en sluit zich hierbij aan. De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om het activiteitenplan 2026 goed te keuren.

 

De raad neemt kennis van de lijsten van de samenstelling van de statutair voorziene adviescomités: het adviescomité milieu, het adviescomité ruimtelijke ordening en het adviescomité intercommunaal centrum voor geweldbeheersing.

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om de samenstelling van de statutaire adviescomités milieu, ruimtelijke ordening en intercommunaal centrum voor geweldbeheersing goed te keuren.

 

De raad neemt kennis van volgend voorstel van toetreding van welzijnsverenigingen tot IOK op basis van artikel 396 van het decreet lokaal bestuur en artikel 6 van de IOK-statuten en de toetredingsmodaliteiten bij dit voorstel zoals opgenomen in de toelichtende nota als bijlage:

Op 27 oktober 2025 werden van volgende welzijnsverenigingen vragen tot aandeelhouderschap aan IOK ontvangen:

      Welzijnsvereniging Ter Nethe

      Welzijnsvereniging Sint-Anna

      Welzijnsvereniging De Wijngaard

      Welzijnsvereniging Zorggroep Orion

 

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om volgende welzijnsverenigingen te aanvaarden als deelnemer van IOK onder de voorgestelde modaliteiten:

      Welzijnsvereniging Ter Nethe

      Welzijnsvereniging Sint-Anna

      Welzijnsvereniging De Wijngaard

      Welzijnsvereniging Zorggroep Orion

 

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om goedkeuring te verlenen aan de aanpassing van het aandelenregister met toevoeging van deze welzijnsverenigingen (per welzijnsvereniging 10 C-aandelen met een nominale waarde van 25 euro per aandeel).

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om op de algemene vergadering van 16 december 2025 het activiteitenplan 2026 goed te keuren.

 

Artikel 2:

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om op de algemene vergadering van 16 december 2025 de begroting 2026 goed te keuren.

 

Artikel 3:

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om op de algemene vergadering van 16 december 2025 de samenstelling van de statutaire adviescomités goed te keuren: adviescomité milieu, adviescomité ruimtelijke ordening en adviescomité intercommunaal centrum voor geweldbeheersing.

 

Artikel 4:

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om op de algemene vergadering van 16 december 2025 de toetreding van de volgende welzijnsverenigingen tot IOK goed te keuren onder de voorgestelde modaliteiten en aanpassing van het aandelenregister goed te keuren met toevoeging van deze welzijnsverenigingen (per welzijnsvereniging 10 C-aandelen met een nominale waarde van 25 euro per aandeel):

      Welzijnsvereniging Ter Nethe

      Welzijnsvereniging Sint-Anna

      Welzijnsvereniging De Wijngaard

      Welzijnsvereniging Zorggroep Orion

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

IOK Afvalbeheer - Buitengewone algemene vergadering op 16 december 2025 - goedkeuring agenda en vaststelling mandaat

 

Situering

De buitengewone algemene vergadering van IOK Afvalbeheer gaat door op dinsdag 16 december om 18.45 uur in de kantoren van IOK, Antwerpseweg 1 Geel.

 

Wettelijke gronden

Decreet over het lokaal bestuur

De statuten van IOK Afvalbeheer

 

Toelichting en advies

De agenda van de algemene vergadering van 16 december  2025 bevat volgende agendapunten:

1)       Goedkeuring verslag algemene vergadering 13 juni 2025

2)       Activiteitenplan 2026

3)       Begroting 2026

4)       Adviescomité milieu – samenstelling

5)       Toetreding IVAREM

a)       Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst GFT IOK Afvalbeheer/IVAREM

b)       Goedkeuring driepartijenovereenkomst GFT IOK Afvalbeheer/IVAREM/Ecowerf

c)       Toetreding tot IOK Afvalbeheer ingevolge substitutie door IVAREM – aanpassing aandelenregister

6)       Varia

 

 

Tijdens de gemeenteraad van 13 januari 2025 werd Hava Gokuzum aangeduid als vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van IOK Afvalbeheer voor de huidige legislatuur en Evelien Van Bedts als plaatsvervanger.

 

Argumentatie van de gemeenteraad leidende tot het uiteindelijke besluit

De raad neemt kennis van de uitnodiging met toelichtende nota (als bijlage) ter voorbereiding van de algemene vergadering IOK Afvalbeheer van 16 december 2025.

 

De raad neemt kennis van het activiteitenplan 2026. De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om het activiteitenplan 2026 goed te keuren.

 

De raad neemt kennis van de begroting 2026 en sluit zich hierbij aan. De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om het activiteitenplan 2026 goed te keuren.

 

De raad neemt kennis van de lijst van de samenstelling van het statutair voorziene adviescomité milieu.

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om de samenstelling van het statutaire adviescomité milieu goed te keuren.

 

De raad neemt kennis van volgende voorstel van toetreding van IVAREM tot IOK Afvalbeheer op basis van artikel 396 van het decreet lokaal bestuur en artikel 6 van de IOK Afvalbeheer-statuten en de toetredingsmodaliteiten bij dit voorstel zoals opgenomen in de toelichtende nota als bijlage.

Overeenkomstig artikel 4.1, 2 van haar statuten is IVAREM, als opdrachthoudende vereniging in de zin van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, door haar gemeentelijke deelnemers belast met de inzameling, het transport, de voorbehandeling en de verwerking van selectieve afvalfracties, zoals gft-afval. De gemeentelijke deelnemers hebben hiervoor beheersoverdracht verleend.

IVAREM beschikt niet over een verwerkingsinstallatie voor gft-afval die voldoet aan de normen zoals gesteld in het Lokaal Materialenplan 2023-2030, namelijk een verwerking van gft-afval met voorvergisting en nacompostering.

Aangezien IVAREM op jaarbasis slechts ongeveer 10.000 ton gft-afval inzamelt, is de bouw en exploitatie van een eigen verwerkingsinstallatie voor het gft-afval binnen het werkingsgebied van IVAREM bedrijfseconomisch niet te verantwoorden, temeer gezien de beschikbare restcapaciteit bij naburige intercommunale verwerkers van gft-afval, met een partiële toekenning omdat beide intercommunales niet beschikken over de volledige restcapaciteit van 10.000 gft-afval.

Om te voldoen aan het Vlaams Afvalstoffenbeleid dringt een externe verwerking van deze afvalsoort zich dan ook op.

IVAREM wenst hiervoor beroep te doen op een publiek-publieke samenwerking met naburige afvalintercommunales.

Op de algemene vergadering van 21 februari 2025 van IVAREM werd het verzoek om toe treden tot IOK Afvalbeheer goedgekeurd met als doel de beheersoverdracht van de verwerking van gft-afval.

Ondertussen werden ook de statuten van IVAREM gewijzigd en werd de substitutiemogelijkheid verankerd in artikel 4 van de statuten.

“4.4. De vereniging kan, middels een besluit van de algemene vergadering, aan een andere opdrachthoudende vereniging de rechten waarover zij statutair beschikt overdragen, evenwel voor een termijn die deze bepaald in artikel 6 van deze statuten niet kan overschrijden.” 

 

De in dit artikel bedoelde mogelijkheid tot overdracht aan of substitutie ten behoeve van een andere opdrachthoudende vereniging is bovendien onderworpen aan de volgende voorwaarden: 

      De substitutie is onontbeerlijk voor de goede uitvoering van het afvalstoffenbeleid van het Vlaams Gewest;

      De vereniging sluit met de andere opdrachthoudende vereniging een samenwerkingsovereenkomst die door de algemene vergadering wordt goedgekeurd.

Voormelde substitutie in het kader van de verleende beheersoverdracht kadert niet binnen een louter contractuele dienstverlening, maar binnen een duurzame samenwerking van naburige afvalintercommunales, waarbij beheersoverdracht wordt gedaan zodat gezamenlijke verwerkingscapaciteit optimaal wordt benut teneinde invulling te geven aan de beheersoverdracht door de gemeentelijke deelnemers.

De samenwerking wordt met dit doel verder verankerd via een toetreding (via 10 B-aandelen met een nominale waarde van 25 euro per aandeel) van IVAREM tot IOK Afvalbeheer.

Aan de algemene vergadering wordt een bilaterale samenwerkingsovereenkomst met IVAREM voorgelegd met volgend voorwerp vermeld in artikel 1:

“IVAREM beschikt niet over een verwerkingsinstallatie voor gft-afval die voldoet aan de normen zoals gesteld in het Lokaal Materialenplan 2023-2030 namelijk een verwerking van gft-afval met voorvergisting en nacompostering. Om te voldoen aan het Vlaams Afvalstoffenbeleid dringt een externe verwerking van deze afvalsoort zich op.

Hiertoe sloot IVAREM een driepartijenovereenkomst met EcoWerf en IOK Afvalbeheer, waarbij een publiek-publieke samenwerking met beide naburige afvalintercommunale wordt aangegaan, dit overeenkomstig de substitutiemogelijkheid voorzien in artikel 4.4 van haar statuten.

Onderhavige overeenkomst heeft, in de relatie tussen IVAREM en IOK Afvalbeheer, de nadere modaliteiten van aanvoer en verwerking van het gft-afval, alsmede de werkingsbijdrage en betalingsvoorwaarden tot voorwerp.”

Aan de algemene vergadering wordt een driepartijenovereenkomst (IVAREM/EcoWerf/IOK Afvalbeheer) voorgelegd met volgend voorwerp in artikel 1:

“IVAREM beschikt niet over een verwerkingsinstallatie voor gft-afval die voldoet aan de normen zoals gesteld in het Lokaal Materialenplan 2023-2030, namelijk een verwerking van gft-afval met voorvergisting en nacompostering. Om te voldoen aan het Vlaams Afvalstoffenbeleid dringt een externe verwerking van deze afvalsoort zich op. IVAREM wenst hiervoor beroep te doen op een publiek-publieke samenwerking met naburige afvalintercommunales, dit overeenkomstig de substitutiemogelijkheid voorzien in artikel 4.4 van haar statuten.”

 

Met de goedkeuring van deze overeenkomsten geven de opdrachthoudende verenigingen invulling aan de statutaire substitutie/beheersoverdracht (voor IOK Afvalbeheer gaat het om de verwerking van 5.000 ton gft-afval).

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om beide samenwerkingsovereenkomsten goed te keuren.

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om goedkeuring te verlenen aan de toetreding van IVAREM en aan de aanpassing van het aandelenregister met toevoeging van IVAREM (10 B-aandelen met een nominale waarde van 25 euro per aandeel).

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om op de algemene vergadering van 16 december 2025 het activiteitenplan 2026 goed te keuren.

 

Artikel 2:

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om op de algemene vergadering van 16 december 2025 de begroting 2026 goed te keuren.

 

Artikel 3:

De raad van verleent mandaat aan de volmachtdrager om op de algemene vergadering van 16 december 2025 de samenstelling van het statutaire adviescomité van milieu goed te keuren.

 

Artikel 4:

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om op de algemene vergadering van 16 december 2025 de beide samenwerkingsovereenkomsten (bilatere samenwerkingsovereenkomst IVAREM/IOK Afvalbeheer en de tripartite-overeenkomst (IVAREM, Ecowerf, IOK Afvalbeheer) goed te keuren.

 

Artikel 5:

De raad verleent mandaat aan de volmachtdrager om op de algemene vergadering van 16 december 2025 de toetreding van IVAREM tot IOK Afvalbeheer ingevolge statutaire substitutie goed te keuren en de aanpassing van het aandelenregister goed te keuren met toevoeging van IVAREM (10 B-aandelen met een nominale waarde van 25 euro per aandeel).

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

C-smart (voorheen Cipal) - algemene vergadering 18 december 2025 - goedkeuring agenda en vaststelling mandaat

 

Situering

Op 29 oktober 2025 ontving de administratie een mail van C-smart (voorheen Cipal) i.v.m. de uitnodiging voor de algemene vergadering op 18 december 2025.

 

Wettelijke gronden

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (“DLB”) en in het bijzonder op art. 40 inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad en inzake de intergemeentelijke samenwerking

De statuten van C-smart

Het gemeenteraadsbesluit van 24 februari 2025 - CIPAL dv - aanduiden vertegenwoordiger en plaatsvervanger voor de algemene vergaderingen

 

Toelichting en advies

De algemene vergadering van C-smart zal plaatsvinden op donderdag 18 december 2025 om 16 uur. De raad van bestuur heeft beslist om, overeenkomstig artikel 39, vierde lid van de statuten en de richtlijnen van het Agentschap Binnenlands Bestuur, deze vergadering op digitale wijze te laten plaatsvinden via een door C-smart ter beschikking gesteld elektronisch communicatiemiddel. Het elektronisch communicatiemiddel stelt de vertegenwoordigers van de deelnemers in staat om in eigen persoon digitaal vanop afstand deel te nemen aan de vergadering, te stemmen en schriftelijk online vragen te stellen tijdens de vergadering. Daarnaast zullen vragen van deelnemers, die uiterlijk 4 dagen voor de vergadering op het emailadres infoavdv@cipal.be toekomen, tijdens de vergadering beantwoord worden. De digitale zitting van deze vergadering zal ook live gestreamd worden via de webpagina van de vergadering om te voldoen aan de decretale vereiste van openbaarheid. Enkel de leden van het bureau van de vergadering en de betrokken medewerkers zullen fysiek in het Technologiehuis te Cipalstraat 3, 2440 Geel aanwezig zijn.

 

De aanwezigheid van de vertegenwoordiger moet uiterlijk op 11 december 2025 bevestigd worden via het elektronische inschrijvingsformulier op de webpagina van de algemene vergadering https://www.c-smart.be/cipal/algemene-vergadering-18-december-2025/.

 

De algemene vergadering heeft de volgende agenda:

1)       Toetreding en aanvaarding nieuwe deelnemer(s)

2)       Bespreking en goedkeuring van de begroting 2026

3)       Goedkeuring van het verslag, staande de vergadering

 

Documenten en toelichtende nota van C-smart betreffende de agendapunten van deze algemene vergadering werden in bijlage toegevoegd.

 

Tijdens de gemeenteraad van 24 februari 2025 werd Raf Vangenechten aangeduid als vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van Cipal voor de huidige legislatuur en Ronan Korthout als plaatsvervanger.

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

Op basis van de bekomen documenten en de toelichtende nota worden de agendapunten van de algemene vergadering van C-smart van 18 december 2025 goedgekeurd.

 

Artikel 2:

De vertegenwoordiger van de gemeente wordt gemandateerd om op de algemene vergadering van C-smart van 18 december 2025 te handelen en te beslissen conform dit besluit. Indien deze algemene vergadering niet geldig zou kunnen beraadslagen of indien deze algemene vergadering om welke reden dan ook zou worden verdaagd, dan blijft de vertegenwoordiger van de gemeente gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van onderhavig besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan C-smart.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Pidpa - Buitengewone Algemene Vergadering (BAV) op 19 december 2025: goedkeuring agenda en vaststelling mandaat

 

Situering

Mail van Pidpa van 17 oktober 2025 en aangetekende brief van 20 oktober 2025 i.v.m. de uitnodiging voor de buitengewone algemene vergadering van 19 december 2025.

 

Wettelijke gronden

Statuten van de opdrachthoudende vereniging Pidpa

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Toelichting en advies

De gemeente is deelnemer aan de opdrachthoudende vereniging Pidpa.

Op vrijdag 19 december 2025 om 11.30 uur organiseert Pidpa een algemene vergadering op afstand.

 

De agenda van deze algemene vergadering is als volgt:

1)       Nazicht van de raadsbesluiten voor de afgevaardigden

2)       Begroting 2026

3)       Aanduiding commissaris-revisor

4)       De Stroomlijn CV – voorstel tot toetreding

5)       Toetredingen/opdrachtuitbreidingen gemeenten

6)       Varia

 - Vragen van vennoten

 

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om deze agendapunten goed te keuren.

 

In bijlage:

         Begroting 2026

         Toelichting aanduiding commissaris-revisor

         Toelichting omtrent toetreding De Stroomlijn

         Toelichting toetredingen/uitbreidingen

 

Tijdens de zitting van de gemeenteraad van 31 maart 2025 werd Emelie Laeremans aangeduid als afgevaardigde op de algemene vergaderingen van Pidpa voor de huidige legislatuur en Ronan Korthout als plaatsvervanger.

 

Argumentatie van de gemeenteraad leidende tot het uiteindelijke besluit

De voorgelegde documenten omvatten de verslaggeving omtrent de geplande activiteiten en de begroting voor 2026. Daarnaast worden nog volgende punten behandeld: toetredingen en/of uitbreidingen van de opdracht van Pidpa bij verschillende gemeenten, de toetreding tot De Stroomlijn en de aanduiding van de commissaris-revisor.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

Goedkeuring te verlenen aan de door de raad van bestuur van Pidpa voorgelegde begroting 2026 en het toelichtend verslag.

 

Artikel 2:

Goedkeuring te verlenen aan de toetreding/uitbreiding van opdracht.

 

Artikel 3:

Goedkeuring te verlenen aan de toetreding van Pidpa tot ‘De Stroomlijn’.

 

Artikel 4:

Goedkeuring te verlenen aan de aanduiding van de nieuwe commissaris-revisor.

 

Artikel 5:

Aan de vertegenwoordiger wordt de opdracht gegeven om op de algemene vergadering van 19 december 2025, overeenkomstig deze beslissing te stemmen evenals op elke andere algemene vergadering die wordt samengeroepen ter behandeling van de agendapunten van deze algemene vergadering.

 

Artikel 6:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en zal onverwijld een afschrift van deze beslissing bezorgen aan Pidpa, Desguinlei 246 te 2018 Antwerpen.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Verwerving gratis grond - Vossenhoeve - E420X

 

Situering

Goedkeuring van de verwerving van de percelen grond, gelegen te Herselt:

Een perceel grond, ter plaatse genaamd “Weselsche Heide”, gekadastreerd volgens titel sectie E nummers 420G/deel en 420H/deel en volgens recent kadastraal uittreksel sectie E nummer 0420X3, met een oppervlakte volgens titel van vijf are zevenenvijftig centiare (557 m²) en volgens kadaster van zes are elf centiare (611 m²).

 


 

Wettelijke gronden

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Vlaamse codex ruimtelijke ordening

 

Toelichting en advies

Het dossier dat werd samengesteld door Meester Bart Van Thielen, notaris met standplaats te Herselt en ter goedkeuring wordt voorgelegd, bevat volgende documenten: de voorwaarden zoals opgenomen in de akte.

 

Het betreft een afstand voor openbaar nut. De overname van de grond is ten laste van de gemeente zoals beslist door het college van burgemeester en schepenen tijdens de zitting van 21 oktober 2024. Het perceel is volledig gelegen op het openbaar domein en deze overname is een rechtzetting van de situatie.

Bart Van Thielen, notaris te Herselt, die als zodanig ook de administratieve opvolging van dit dossier zal verzorgen.

 

De gronden worden overgenomen van de familie Jennes.

 

De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur zullen de akte van eigendomsoverdracht ondertekenen voor de gemeente Herselt.

De notaris wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

Argumentatie van de gemeenteraad leidende tot het uiteindelijke besluit

De gemeenteraad sluit zich aan bij het advies/voorstel vanuit de administratie en het college van burgemeester en schepenen.

 

Financiële weerslag

Kosten

1.880,70 euro (excl. btw)

Actie

AC000042

Actie omschrijving

 We voorzien de noodzakelijke fietspaden en voetpaden en maken deze levensloopbestendig

MJP nummer

MJP483

 

Uit de kredietcontrole door de financiële dienst op 16 oktober 2024 blijkt dat er voldoende budget is voorzien in het budget 2024.

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

Hoger omschreven perceel grond gelegen te Herselt:

Een perceel grond, ter plaatse genaamd “Weselsche Heide”, gekadastreerd volgens titel sectie E nummers 420G/deel en 420H/deel en volgens recent kadastraal uittreksel sectie E nummer 0420X3, met een oppervlakte volgens titel van vijf are zevenenvijftig centiare (557 m²) en volgens kadaster van zes are elf centiare (611 m²) over te nemen van familie Jennes en op te nemen in het openbaar domein.

 

Artikel 2:

De voorwaarden zoals beschreven in de akte en de hiermee verband houdende stukken goed te keuren en van het visum van de gemeenteraad te voorzien.

 

Artikel 3:

De akte van eigendomsoverdracht zal verleden worden ten overstaan van Meester Bart Van Thielen, notaris te Herselt.

 

Artikel 4:

De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur te machtigen om in naam van de gemeente de akte van eigendomsoverdracht te ondertekenen. De notaris wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

Artikel 5:

De hypotheekbewaarder te ontslaan van de verplichting om ambtshalve een inschrijving te nemen bij de overschrijving van de akte.

 

Artikel 6:

Alle rechten en kosten van onderhavige akte worden door de gemeente ten laste genomen.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Toegevoegd agendapunt 1 namens de fractie Mensen Met Mensen: stand van zaken en beleidsstrategie voor de Kleiputsite Westmeerbeeksesteenweg, gezien de aanhoudende onzekerheid over de bodemverontreiniging en de geplande herbestemming als waterbergingssite - Toegevoegd punt ingediend door Kristof Van Dingenen

 

Situering

Agendapunt 25 Kleiputsite Westmeerbeeksesteenweg college van burgemeester en schepenen 20 oktober 2025 behandelt de stand van zaken van de Kleiputsite, maar eindigt met louter een "KENNISNAME".

 

De gemeenteraad en de inwoners hebben recht op meer dan dit, zeker gezien de actieve voorgeschiedenis:

         17 januari 2022: het college van burgemeester en schepenen besluit in beroep te gaan tegen de beslissing van de OVAM om geen sanering op te leggen. Dit beroep werd ingediend omdat het college stelde dat er sprake was van aanzienlijke vervuiling en grote overschrijdingen van richtwaarden voor een heel aantal parameters, en dat de conclusie van het bodemonderzoek in vraag werd gesteld.

         19 september 2022: het college neemt kennis van de weigering door de deputatie van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het opvullen van kleiputten, gelegen aan de Westmeerbeeksesteenweg.

 

Wat zien we nu echter een jarenlange stilstand. Na de daadkracht van 2022 is het opvallend stil gebleven. Het college bevestigt in oktober 2025 dat "in deze procedure (van het beroep tegen de conclusie van het bodemonderzoek) nog geen beslissing genomen" werd. We zijn ondertussen bijna vier jaar verder sinds het beroep werd ingediend.

Gezien de oorspronkelijke ernstige bezorgdheden van het bestuur en de cruciale plannen voor waterberging, lijkt het ons essentieel dat het bestuur een actief beleid voert om de patstelling over de sanering te doorbreken.

 

Voorstel tot besluit

Artikel 1:

De gemeenteraad verzoekt het college een duidelijke beleidsstrategie voor te leggen omtrent de voorgenomen intentie om de site te bestemmen als waterbergingszone, met inbegrip van de financiële en operationele implicaties in het licht van de vastgestelde bodemverontreiniging en de bijbehorende gebruiksadviezen en eventuele saneringsverplichtingen.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad vraagt dat dit dossier, gezien het historische belang en de actuele intenties, voortaan structureel wordt geagendeerd ter opvolging en besluitvorming.

 

Argumentatie van de gemeenteraad leidende tot het besluit:

Op basis van de toelichting stelt raadslid Milo Anthonis voor het punt niet ter stemming te brengen, maar als kennisname te notuleren.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Toegevoegd agendapunt 2 namens de fractie Mensen Met Mensen: uitwerking van een transparant beleid rond afgevallen bladeren van bomen op het openbaar domein van de gemeente, met nadruk op verkeersveiligheid en ecologie - Toegevoegd punt ingediend door Kristof Van Dingenen

 

Situering

Recent bereikten ons heel wat vragen van inwoners over overlast door afgevallen eikels en bladeren van bomen op het openbaar domein, met name met betrekking tot de verkeersveiligheid (slipgevaar) en het dichtslibben van grachten.

 

De meerderheid van de mensen die hun beklag doen, koestert het wonen in onze groene gemeente en heeft geen probleem met de aanwezigheid van bomen. Hun bezorgdheid spitst zich toe op de gebrekkige onderhoudsfrequentie van de infrastructuur.

 

Om deze bezorgdheden tegemoet te komen en tegelijkertijd een ecologisch verantwoorde aanpak te hanteren, stellen we voor om een differentiatie aan te brengen in het bladbeheer. We gaan uit van het principe van de campagne #LaatZeLiggen voor de niet-verkeerskritische en niet- watergevoelige zones.

 

Dit beleid heeft de volgende voordelen:

         Garantie van de verkeersveiligheid door prioritair en frequent onderhoud van voetpaden, fietspaden en gemeentelijke wegen.

         Implementatie van een ecologisch beheersplan waarbij bladeren zo veel mogelijk blijven liggen in bermen, groenzones en parken, conform het principe #LaatZeLiggen.

         Transparante communicatie door het bestuur over het beleid en de voordelen van bladeren laten liggen (bv. als isolatie, voedselbron en schuilplaats voor dieren).

 

Voorstel tot besluit

Artikel 1:

De gemeenteraad verzoekt het college om de dienstverlening met betrekking tot het onderhoud en het bladvrij maken van voetpaden, fietspaden en gemeentelijke wegen te intensiveren en frequent te organiseren, in het bijzonder tijdens de periode van bladval, om zo het slipgevaar en de overlast (zoals verstopping van grachten) effectief te bestrijden..

 

Artikel 2:

De gemeenteraad vraagt het college om bij de herziening van het bladbeheer het ecologische principe van #LaatZeLiggen actief te integreren voor alle andere openbare groenzones, bermen en parken, met het oog op de bevordering van de lokale biodiversiteit en de vermindering van de logistieke en financiële lasten van het opruimen.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad vraagt het college een communicatieplan uit te werken om de inwoners te informeren over het nieuwe beleid en de ecologische voordelen van #LaatZeLiggen in de niet-verkeerskritische zones.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

Stemmen tegen:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Els Van de Kerckhof en Femke Poelmans

 

 

BESLUIT

Dit agendapunt wordt niet goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Toegevoegd agendapunt 3 namens de fractie Mensen Met Mensen: verkeersveiligheid zwakke weggebruikers – oversteekplaatsen voor voetgangers – voorstel om een duidelijke communicatie op de gemeentelijke media over de regelgeving rond onder meer de voorrang van voetgangers (en fietsers) - Toegevoegd punt ingediend door Kristof Van Dingenen

 

Situering

De voorrangsregeling voor voetgangers ter hoogte van oversteekplaatsen voor voetgangers (“zebrapaden”) wordt bijna nergens in Vlaanderen consequent gerespecteerd door gemotoriseerde weggebruikers.

In de media (onder meer VRT) werd dit enkele maanden geleden op een verontrustende manier aangetoond.

 

De relevantie van een goede voorlichting wordt nog urgenter wanneer kan worden vastgesteld dat meer en meer zwakke weggebruikers in ons verkeer slachtoffer worden van ongevallen.

Het lijkt hoe dan ook zéér aan te bevelen dat onze inwoners nog eens wordt duidelijk gemaakt via de communicatiekanalen van onze gemeente hoe deze regelgeving rond oversteekplaatsen voor voetgangers én fietsers én de voorrangsregeling in de context ervan in mekaar zit.

 

Voorstel tot besluit

Artikel 1: 

De gemeenteraad verzoekt het college om onze inwoners via de bestaande communicatiekanalen in onze gemeente de regelgeving rond oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers grondig te duiden.

 

Artikel 2: 

In dezelfde context (de korpschef van) de Politiezone Zuiderkempen vriendelijk te verzoeken om een informerend stuk te willen (laten) opmaken waarin de regelgeving waarvan sprake in dit agendapunt op een begrijpelijke manier wordt toegelicht.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Milo Anthonis, Kristof Van Dingenen, Els Van de Kerckhof en Femke Poelmans

Stemmen tegen:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries en Emelie Laeremans

 

 

BESLUIT

Dit agendapunt wordt niet goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Toegevoegd agendapunt 4 namens de fractie Mensen Met Mensen: verwijdering van het regenboogzebrapad ter hoogte van het gemeentehuis - Toegevoegd punt ingediend door Kristof Van Dingenen

 

Situering

MENSEN MET MENSEN agendeerde het toegevoegd agendapunt “Regenboogzebrapaden in ieder deeldorp” op de gemeenteraad van juni 2025.

 

Het werd niet goedgekeurd door de gemeenteraad maar de teneur bij de bespreking was onmiskenbaar wel dat het zebrapad ter hoogte van het gemeentehuis behouden bleef.

 

Op 3 november besluit het college als volgt over het regenboogzebrapad in kwestie:

         “De kleuren zijn bijna verdwenen en het zebrapad ziet er verweerd en onverzorgd uit."

         “De vraag is of het zebrapad nog de boodschap geeft dat iedereen welkom is.”

 

Er wordt vervolgens besloten door het college van burgemeester en schepenen om het regenboogzebrapad te overschilderen en er een gewoon zebrapad van te maken.

 

Conclusie van MMM: het huidige college van burgemeester en schepenen heeft niet alleen de kleuren van het regenboogzebrapad laten verdwijnen, maar vooral ook een beleid dat symbolen rond verdraagzaamheid en diversiteit belichaamt.

 

MMM vindt het zijn plicht om de gemeenteraad in weerwil van het collegebesluit van 3 november jongstleden een standpunt te laten innemen dat ook visueel en niet alleen met holle woorden opteert voor verdraagzaamheid, diversiteit en tolerantie tegen een wereldbeeld in dat die waarden meer en meer bezoedelt en probeert te vernietigen.

 

Eens te meer moet worden vastgesteld dat het college ook ditmaal van mening is dat de hierboven aangegeven beslissing niet eens dient ter kennis te worden gebracht van de raad, laat staan dat de gemeenteraad de gelegenheid wordt geboden hierin het laatste woord te hebben.

 


 

Voorstel tot besluit

De gemeenteraad verzoekt het college om het regenboogzebrapad ter hoogte van het gemeentehuis opnieuw in ere te herstellen samen vooral met de grote symboolwaarde ervan.

 

Argumentatie van de gemeenteraad leidende tot het besluit:

Op basis van de toelichting van schepen Ronan Korthout, die stelt dat er een regenboogpad zal worden voorzien in Herselt-Centrum, stelt raadslid Milo Anthonis voor het punt niet ter stemming te brengen, maar als kennisname te notuleren.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Toegevoegd agendapunt 5 namens de fractie Mensen Met Mensen: Onthaalmoment voor nieuwe inwoners – jaarlijks moment met kennismaking en infopakket - Toegevoegd punt ingediend door Kristof Van Dingenen

 

Situering

Mensen Met Mensen stelt voor dat de gemeenteraad beslist een jaarlijks onthaalmoment voor nieuwe inwoners te organiseren.

 

Elk jaar verwelkomen we tientallen nieuwe inwoners: jonge gezinnen, alleenstaanden, koppels, nieuwe werknemers in de regio, terugkeerders uit de stad. Alleen bestaat er voor hen geen centraal onthaalmoment, geen kennismaking met het gemeentelijk dienstenaanbod en evenmin een laagdrempelige gelegenheid om verenigingen of buren te leren kennen. Dit is een gemiste kans. Dergelijke initiatieven versterken het sociaal weefsel, versnellen integratie en vergroten betrokkenheid bij het gemeentelijke leven. Bovendien helpt het om de kloof tussen inwoner en overheid te verkleinen: mensen maken kennis met gemeentelijke medewerkers, bestuurders en de werking achter de schermen.

 

Wij stellen niet limitatief en geheel vrijblijvend volgende doelen van het onthaalmoment voor:

         Ontvangst in het gemeentehuis door de gemeenteraad en de administratie.

         Kennismaking met andere nieuwe inwoners, zodat zij sneller aansluiting vinden.

         Kijk achter de schermen: uitleg over de werking van het bestuur, diensten en dienstverlening.

         Toelichting van gemeentelijke werking, met ruimte voor vragen.

         Verkleinen van de kloof tussen inwoner en overheid door direct contact in een warme, toegankelijke context.

         Het onthaalmoment kan anderzijds gekoppeld worden aan een bestaand evenement (zoals de verenigingen- of-vrijetijdsmarkt) of op zichzelf staan als avondreceptie of weekendmoment.

 

Elke nieuwe inwoner ontvangt een digitaal of fysiek welkomstpakket met:

         Overzicht van alle Herseltse verenigingen, activiteiten en contactpunten.

         Uitleg over gemeentelijke dienstverlening, openingsuren en contactpersonen.

         Een kleine kortingsbon bij een lokale handelaar, sportclub of cultuurinstelling.

         Uitnodiging voor een vervolgmoment, zoals een open bibliotheekavond, een rondleiding in de Mixx, kennismaking met vrijetijdsdiensten

        

 

Om het onthaalmoment kwalitatief op te volgen en blijvend te verbeteren, wordt jaarlijks geëvalueerd en gerapporteerd aan de gemeenteraad. Minimaal omvat dit:

         Aantal nieuwe inwoners dat werd uitgenodigd.

         Deelnamegraad aan het onthaalmoment.

         Feedback van deelnemers.

         Concrete verbeteringsvoorstellen voor het volgende jaar.

 

Voorstel tot besluit

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om een jaarlijks onthaalmoment voor nieuwe inwoners te organiseren, waarbij nieuwe inwoners worden ontvangen door het gemeentebestuur en kennismaken met diensten, verenigingen en andere inwoners.

 

Artikel 2:
Het onthaalmoment omvat minstens:

         een receptie en informele kennismaking,

         toelichting over de werking van de gemeente,

         contact met verenigingen en lokale diensten,

         een digitaal of fysiek welkomstpakket.

 

Artikel 3:

Het bestuur organiseert jaarlijks een evaluatiemoment, waarvan de resultaten ter kennisname worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Milo Anthonis, Kristof Van Dingenen, Els Van de Kerckhof en Femke Poelmans

Stemmen tegen:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries en Emelie Laeremans

 

 

BESLUIT

Dit agendapunt wordt niet goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Toegevoegd agendapunt 6 namens de fractie Mensen Met Mensen: groepsaankopen versus bekommernis rond het stimuleren van onze lokale economie - Toegevoegd punt ingediend door Kristof Van Dingenen

 

Situering

Agendapunt 7 college van burgemeester en schepenen van 13 oktober 2025 – “Planning groepsaankopen IOK – IAD 2026 lezen we de volgende zin: “Voor onze gemeente werd deze prioritering aangegeven door het MAT (management team)”. Dit roept bij ons enkele fundamentele vragen op.

 

MENSEN MET MENSEN stelt vast dat de keuze voor deelname aan groepsaankopen rechtstreeks impact heeft op de lokale economie, lokale ondernemers en zelfstandigen. Dit zijn beleidskeuzes, niet louter technische beslissingen.

 

Daarom vragen wij ons af of het beleid rond lokale economie een zaak is van het MAT of van het college van burgemeester en schepenen en/of de gemeenteraad?

 

In het collegebesluit missen wij elke verwijzing naar de impact op de Herseltse handelaars, KMO’s en zelfstandigen. We missen de afweging tussen groepsaankopen t.o.v. lokale aanbieders noch zien we een uitgewerkte visie op lokale economie.

 

Niet elke groepsaankoop is beter, goedkoper of kwalitatiever dan een lokale oplossing. Wij vragen daarom voor elke beslissing steeds een onderbouwde afweging:

         Is er een kosten-batenanalyse gemaakt?

         Zijn lokale ondernemers geconsulteerd?

         Werden alternatieven bekeken?

 

Voorstel tot besluit

Het college van burgemeester en schepenen te verzoeken tegen de gemeenteraad van 24 november uit te leggen hoe men BELEIDSMATIG tot de lijst van groepsaankopen is gekomen en waar de bekommernis rond het stimuleren van de lokale economie is terug te vinden in het collegebesluit waarvan hoger sprake.

 

Argumentatie van de gemeenteraad leidende tot het besluit

Op basis van de toelichting stelt schepen Tubbax voor het punt niet ter stemming te brengen, maar als een kennisname te notuleren. Raadslid Anthonis en in navolging de gemeenteraad stemt in met het voorstel tot omzetting en neemt kennis van het agendapunt.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Toegevoegd agendapunt 7 namens de fractie Mensen Met Mensen: herschatting kadastrale inkomens – agendapunt van het CBS van 20 oktober 2025 – vraag aan het college naar het voorgenomen traject en de onderliggende beleidsbedoelingen - Toegevoegd punt ingediend door Kristof Van Dingenen

 

Situering

Agendapunt 10 van het college van burgemeester en schepenen van 20 oktober 2025 bevestigt de intentie van het bestuur om via IOK een herschatting van bepaalde kadastrale inkomens (KI) te laten uitvoeren.

Het college motiveert dit als een stap naar “een billijkere en correcte heffing van deze belasting”. Mensen Met Mensen deelt het belang van fiscale rechtvaardigheid, maar wij maken ons ernstige zorgen over de bevoegdheidsverdeling, de selectiviteit van de aanpak en de onvoldoende onderbouwde scope van het besluit.

 

Het KI-stelsel is een federale bevoegdheid. Het is de federale overheid die verantwoordelijk is voor:

         het actualiseren (perequeren) van kadastrale inkomens,

         het vaststellen van de referentiewaarden,

         de fiscale impact op onroerende voorheffing en personenbelasting.

 

De laatste federale perequatie dateert van bijna 50 jaar geleden. Het is niet logisch en ook niet wenselijk dat gemeenten zelf beginnen corrigeren in een systeem dat hen niet toebehoort. Lokale ingrepen in een verouderd federaal systeem leiden bijna altijd tot nieuwe ongelijkheden.

Fiscale rechtvaardigheid is een kerntaak van de hogere overheid. De gemeente kan signaleren, aandringen en pleiten, maar mag het federale werk niet via een achterpoortje overnemen of fragmentarisch uitvoeren.

 

Het college focust uitsluitend op:

         zeer lage kadastrale inkomens,

         woningen met toegevoegde comfortelementen (badkamer, CV),

         en bewoonbare zolders.

 

Dat betekent dat enkel een afgebakende subcategorie van woningen wordt gecontroleerd, terwijl de problemen in het KI-systeem algemeen en structureel zijn.

 

Een selectieve herschatting is daarom:

         niet billijk,

         niet representatief,

         niet in lijn met het streefdoel “gelijke behandeling van inwoners”,

         en dreigt opnieuw een scheeftrekking te veroorzaken ten nadele van een kleine groep.

Wie fiscale rechtvaardigheid als doelstelling naar voren schuift, moet alle inwoners gelijk behandelen, niet alleen de categorie die gemakkelijk te viseren is.

 

Daarnaast heeft een herschatting van KI’s heeft directe gevolgen voor:

         de onroerende voorheffing

         de koopkracht van gezinnen

         mogelijke doorwerking in huurprijzen

         de algemene fiscale draagkracht van inwoners

 

Dat zijn strategische beslissingen die niet zonder politieke afweging kunnen genomen worden. Dit dossier verdient transparantie en een debat in de gemeenteraad, niet een louter administratieve behandeling in het college.

 

Voorstel tot besluit

Artikel 1:

De gemeenteraad erkent uitdrukkelijk dat de actualisatie en herschatting van kadastrale inkomens geen gemeentelijke bevoegdheid is, maar een federale verantwoordelijkheid, en benadrukt dat fiscale rechtvaardigheid en perequatie op federaal niveau moeten worden aangepakt.

 

Artikel 2:

Indien het college toch bijkomende acties wil nemen rond kadastrale inkomens, vraagt de gemeenteraad dat dit altijd gebeurt in het kader van gelijke behandeling van álle inwoners, en niet beperkt wordt tot één afgebakende categorie.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad vraagt dat het KI-dossier, gezien de fiscale impact en strategische draagwijdte, voortaan systematisch ter kennisname en bespreking wordt geagendeerd op de gemeenteraad.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

Stemmen tegen:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries en Emelie Laeremans

Onthouden zich:

Els Van de Kerckhof en Femke Poelmans

 

 

BESLUIT

Dit agendapunt wordt niet goedgekeurd.

 

 

De voorzitter schorst de vergadering om 22.24 uur tijdens de behandeling van punt 37.

 

De voorzitter heropent de vergadering om 22.31 uur.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Toegevoegd agendapunt 8 namens de fractie Vlaams Belang: Huisdier begraven met hun baasje - Toegevoegd punt ingediend door Els Van de Kerckhof

 

Situering

Voor vele inwoners is een huisdier een trouwe metgezel. Ze zijn een deel van het gezin, men hecht veel emotionele betekenis aan deze dieren. Heel wat dierenliefhebbers zijn daarom vragende partij om de verbondenheid met hun huisdieren ook na de dood voort te zetten.  

 

Wettelijke gronden

Decreet lokaal bestuur

 

Toelichting en advies

Voor vele mensen is een gezelschapsdier een trouwe metgezel. Door toe te laten dat baasjes en hun huisdier ook na de dood samen kunnen rusten, tonen we menselijkheid, respect en verbondenheid. Voor vele inwoners zijn gezelschapsdieren namelijk een belangrijk deel van het gezin. Men hecht daarom ook veel emotionele betekenis aan deze dieren. Heel wat dierenliefhebbers zijn daarom vragende partij om de verbondenheid met hun huisdieren ook na de dood voort te zetten. Sinds 2024 maakt de Vlaamse overheid het mogelijk voor lokale besturen om aan deze vraag tegemoet te komen, door toe te laten dat een baasje kan begraven worden met de asurne van zijn/haar huisdier. Onze fractie zou het een mooi gebaar vinden als onze gemeente dit ook mogelijk zou maken.

 

Voorstel tot besluit

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist dat inwoners de mogelijkheid moeten krijgen om de as of urne van één of meerdere overleden gezelschapsdieren samen met hun eigen stoffelijke resten of urne te laten begraven of bijzetten, voor zover dit kan gebeuren met respect voor de regelgeving, de waardigheid van de begraafplaats en de technische haalbaarheid.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de taak om deze beslissing uit te voeren en daartoe de nodige maatregelen te treffen, alsook de mogelijkheid bekend te maken door communicatie naar de inwoners toe wanneer alles is uitgewerkt.

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

De gemeenteraad beslist principieel dat de inwoners de mogelijkheid moeten krijgen om de asurne van één of meerdere vooroverleden huisdieren samen met de stoffelijke resten van de overleden eigenaar te laten begraven. De invulling hiervan dient te gebeuren volgens de decretale bepalingen terzake en volgens het begrafenisreglement dat momenteel reeds in opbouw is.

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden: rapportering conform het decreet lokaal bestuur

 

Situering

Het decreet lokaal bestuur (dat het vroegere decreet intergemeentelijke samenwerking (het “DIS”) integreerde) wil beletten dat de vele intergemeentelijke samenwerkingsverbanden een eigen leven zouden gaan leiden en dat het lokaal bestuur als zodanig de controle over deze intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zou verliezen.

Het belang van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in Vlaanderen is groot: Er zijn nu reeds in totaal 298 samenwerkingsverbanden, verdeeld als volgt:

– 152 interlokale verenigingen;

– 50 projectverenigingen;

– 36 dienstverlenende verenigingen;

– 60 opdrachthoudende verenigingen

Het is dus aangewezen de belangrijkste krachtlijnen van de besluiten, genomen tijdens de algemene vergaderingen van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, kort ter kennis te brengen.

 

Wettelijke gronden

         Artikel 441 van het decreet lokaal bestuur stelt dat leden van de raad van bestuur of gemandateerden van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging minstens tweemaal per jaar tijdens de openbare zitting van hun gemeenteraad verslag dienen uit te brengen.

         Artikel 389 decreet lokaal bestuur vult aan: de gemeenteraad of een gemeenteraadscommissie waakt over de afstemming van het beleid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden op het gemeentelijk beleid.

 

KENNISNAME

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Overzicht actuele dossiers

 

ID

Type

Status

Datum

Beschrijving van het te onderzoeken item

Wie rapporteert

Graad van belang

Datum rappor-

tage

1

stand van zaken

Open

23 april 2019

Fietspad Dieperstraat

college

Normaal

nvt

2

stand van zaken

Open

23 april 2019

Fietspaden en riolering Aarschotsestwg.

college

Normaal

nvt

3

stand van zaken

Open

30 mei 2022

Masterplan Ramsel

college

Normaal

nvt

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen

 

 

 

 

KENNISNAME

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Overzicht punten

 

Mondelinge vragen

 

Raadslid Hilde Van Reet:

1)      De ICT-applicatie Meeting.Mobile werkt zeer traag tijdens de gemeenteraden. Er wordt verzocht bij de leverancier van het pakket na te gaan waar het probleem zit en dit te verhelpen.

 

Raadslid Kristof Van Dingenen:

2)      De aanpak van het college over het kruispunt Westerlosesteenweg (N19) met de Provinciebaan (N15) en Laarberg.

 

Raadslid Femke Poelmans:

1)      Stand van zaken van het zebrapad op de Vest dat niet-reglementair werd geschilderd.

2)      Voorstel om de mogelijkheid te onderzoeken of de Denstraat in de periode rond 1 november éénrichtingsverkeer kan krijgen.

 

Raadslid Els Van de Kerckhof:

1)       De toepassing van het eenrichtingsverkeer in de Berglaan en de sensibilisering en controle ervan.

2)       De verkeerssituatie Dorp/Delhaize.

3)       De mogelijkheid tot het verstrekken van aardgassubsidies, naar aanleiding van het federale begrotingsakkoord.

 

 

KENNISNAME

 

 

Publicatiedatum: 16/12/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.