Gemeente HERSELT

 

Zitting van maandag 30 september 2019 - Raad voor Maatschappelijk Welzijn

 

 

Aanwezig:

Milo Anthonis - Voorzitter

Peter Keymeulen - Voorzitter Vast Bureau

Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Raf Vangenechten, Pieter-Jan Parrein, Elke Verlinden - Leden Vast Bureau

Luc Peetermans, Kathleen Helsen, Ronan Korthout, Christiane Van Thielen, Gerda Battel, Hilde Van Reet, Evelien Van Bedts, Warre Schauwaers, Geert Sterckx, Maria Leirs, Wies Ooms, Tim Tubbax, Dolinda Voet, Kristof Van Dingenen, Karen Broes, Stefan Korthout - Raadsleden

Tina Vervloessem - Algemeen Directeur

 

Overzicht punten

 

Ontslag en opvolging: ontslag raadslid Lieve Nuyens

 

Situering

Raadslid Lieve Nuyens diende op 29 augustus 2019 haar ontslag in als Raadslid bij de Voorzitter van de Gemeenteraad.

 

 

Van: iatra@telenet.be [mailto:iatra@telenet.be]

Verzonden: donderdag 29 augustus 2019 21:50

Aan: Milo Anthonis

Onderwerp: ontslag

 

Geachte voorzitter, beste Milo

 

Bij deze wens ik mede te delen dat ik vanaf heden mijn mandaat als gemeenteraadslid wens op te zeggen en terug ter beschikking te stellen van mijn

partij N-VA.

 

Hoogachtend,

 

Lieve Nuyens

 

Wettelijke gronden

Decreet Lokaal Bestuur

 

Toelichting en advies

Artikel 13 van het Decreet Lokaal Bestuur stipuleert:

" Het gemeenteraadslid dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de gemeenteraad de kennisgeving ontvangt.

...

Het lid van de gemeenteraad blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid."

 

Artikel 70 bepaalt verder:

De verhindering, het ontslag en het verval van het mandaat van gemeenteraadslid houden van rechtswege de verhindering, het ontslag en het verval van het mandaat van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn in.

 

Het ontslag van Raadslid Lieve Nuyens als lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn kan bijgevolg als definitief worden beschouwd.

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

KENNISNAME

van het ontslag van Gemeenteraadslid Lieve Nuyens.

 

BESLUIT:

De toezichthoudende overheid op de wijze bepaald in het Decreet Lokaal Bestuur in kennis te stellen van het ontslag van Lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn Lieve Nuyens.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

Ontslag en opvolging: installatie van Stefan Korthout

 

Situering

Raadslid Lieve Nuyens is ontslagnemend.

Stefan Korthout, wonende te Herselt, opvolger op de N-VA-lijst, waartoe het te vervangen lid behoorde, komt bijgevolg in aanmerking voor de opvolging van het ontslagnemend Raadslid.

 

Wettelijke gronden

Decreet Lokaal Bestuur

 

Toelichting en advies

Stefan Korthout gaf bij brief gericht aan de Voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, hieronder integraal weergegeven, te kennen Lieve Nuyens te willen opvolgen als Raadslid.

 

Artikel 14. :

Het gemeenteraadslid dat afstand doet van zijn mandaat, dat van zijn mandaat vervallen wordt verklaard, dat als verhinderd wordt beschouwd, dat ontslag genomen heeft, of dat overleden is, wordt vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 169 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.

 

De geloofsbrieven worden onderzocht overeenkomstig artikel 6, § 3. De vervanger legt de eed af in openbare vergadering in de handen van de voorzitter van de gemeenteraad.

 

Gelet op het onderzoek van de geloofsbrieven van Stefan Korthout, zoals voorgeschreven in artikel 6, §3 en artikel 10 en 14 van het Decreet Lokaal Bestuur, waaruit blijkt dat Stefan Korthout voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en er bovendien geen onverenigbaarheden kunnen worden vastgesteld;

 

Gelet op de volgende documenten ter staving voorliggend van het voldoen van mijnheer Stefan Korthout aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden:

-getuigschrift van woonst

-uittreksel uit het strafregister

-verklaring op eer van het zich niet in onverenigbaarheid bevinden

 

Stefan Korthout legde de eed af als Gemeenteraadslid in openbare zitting van de Gemeenteraad dd. 30 september.

Gelet op artikel 72 van het Decreet Lokaal Bestuur dat stelt:

In afwijking van artikel 71 wordt het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn aangewezen overeenkomstig artikel 68, § 2, tweede lid, dat afstand doet van zijn mandaat, dat van zijn mandaat vervallen wordt verklaard, dat als verhinderd wordt beschouwd, dat ontslag genomen heeft of dat overleden is, als volgt opgevolgd:

1° als de raad zonder de vervanging al rechtsgeldig is samengesteld overeenkomstig artikel 68, § 2, eerste lid, wordt het lid vervangen door het gemeenteraadslid dat overeenkomstig artikel 68, § 2, tweede lid, vervangen is;

2° als de raad zonder de vervanging niet rechtsgeldig is samengesteld overeenkomstig artikel 68, § 2, eerste lid, wordt het lid vervangen door de eerstvolgende opvolger van hetzelfde geslacht op dezelfde lijst als die waarop hij als gemeenteraadslid is verkozen.

 

Aangezien de Raad voor Maatschappelijk Welzijn bestaat uit leden van een verschillend geslacht, kan Stefan Korthout van rechtswege beschouwd worden als geïnstalleerd als lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, rekening houdend met de bepalingen uit artikel 68 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Artikel 68. (01/01/2019- ...)

 

§ 1. Behalve in geval van toepassing van paragraaf 2, tweede lid, bestaat de raad voor maatschappelijk welzijn uit dezelfde leden als de gemeenteraad.

 

Door het onderzoek van de geloofsbrieven en de erop volgende eedaflegging van de gemeenteraadsleden, vermeld in artikel 6, § 3, en artikel 14, worden de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van rechtswege als geïnstalleerd beschouwd.

 

De rang die de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn innemen is dezelfde als de rang die ze als gemeenteraadslid innemen overeenkomstig artikel 6, § 7.

 

§ 2. De raad voor maatschappelijk welzijn bestaat uit personen van verschillend geslacht.

 

 

KENNISNAME.

Van de installatie van rechtswege als lid van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van mijnheer Stefan Korthout.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

Goedkeuring notulen en zittingsverslag 24 juni 2019

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

De notulen en het zittingsverslag van 24 juni 2019 worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

Welzijnszorg Kempen: jaarrekening 2018

 

Situering

Jaarlijks stelt de Raad van Bestuur van de OCMW-vereniging Welzijnszorg Kempen in de loop van het eerste semester van het boekjaar, dat volgt op het financiële boekjaar waarop de rekening betrekking heeft, de rekening vast.

Het besluit van de Raad van Bestuur en een afschrift van de jaarrekening van de OCMW-vereniging Welzijnszorg Kempen wordt na de vaststelling bezorgd aan de OCMW-raden om hiervan kennis te nemen.

 

Wettelijke gronden

Artikel 485 van het DLB stelt dat de bepalingen van deel 2, titel 7, inzake het bestuurlijk toezicht van toepassing zijn op de welzijnsvereniging.

Artikel 193, 2e lid van het Besluit van de Vlaamse Regering (BVR) BBC

Artikel 490 paragraaf 2 van het Decreet over het Lokaal Bestuur (DLB)

Besluit van 26 juni 2019 van de Algemene Vergadering van Welzijnszorg Kempen tot vaststelling van de jaarrekening 2018

 

Toelichting en advies

Het besluit tot vaststelling van de jaarrekening 2018 en de jaarrekening 2018 werden door de OCMW-vereniging Welzijnszorg Kempen op 15 juli overgemaakt aan het OCMW.

 

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn kan advies uitbrengen over de jaarrekening van de welzijnsvereniging.  Als de Raad voor Maatschappelijk Welzijn geen advies verstuurd heeft aan de toezichthoudende overheid binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van de jaarrekening door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn, wordt hij geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

Kennis te nemen van de jaarrekening 2018 van de OCMW-vereniging Welzijnszorg Kempen.

 

Artikel 2:

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn heeft geen opmerkingen.

 

Artikel 3:

Het besluit wordt overgemaakt aan Welzijnszorg Kempen, Antwerpseweg 1a bus 1 – 2440 Geel, t.a.v. Tinne Antonise.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

Organisatiebeheersing: vaststellen kader

 

Situering

De gemeente en het OCMW moeten volgens het Decreet Lokaal Bestuur (art. 217 – 220) voorzien in een systeem van organisatiebeheersing en hierover jaarlijks rapporteren aan College van Burgemeester en Schepenen, Vast Bureau, Gemeenteraad en Raad voor Maatschappelijk Welzijn.

 

Wettelijke gronden

Decreet Lokaal Bestuur

 

Toelichting en advies

Organisatiebeheersing is volgens art. 217 van het Decreet Lokaal Bestuur het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen dat men:
1° de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico's om deze te bereiken kent en beheerst;
2° wetgeving en procedures naleeft;
3° over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt;
4° op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen economisch inzet;
5° de activa beschermt en fraude voorkomt.

 

Het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de Algemeen Directeur, na overleg met het managementteam. Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de Gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de Gemeenteraad en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.

Zowel gemeente als OCMW zorgen reeds op verschillende manieren voor het beheersen van de organisatie. Beide organisaties willen dit doen binnen een op elkaar afgestemd en eengemaakt kader, hetgeen in het verleden verschillend was voor beide organisaties. In het kader van nauwe samenwerking en integratie gemeente en OCMW is het alleen maar logisch een geïntegreerd en eengemaakt kader vast te stellen.

Het kader wil een leidraad zijn, een referentiekader om verder aan organisatiebeheersing te werken. Het algemeen kader levert tevens de theoretische onderbouw voor een efficiënte, effectieve, kwaliteitsvolle en ethische organisatie(beheersing).

 

Volgens Audit Vlaanderen bevat dit kader minstens de volgende elementen:

1.       Welk model hanteert de organisatie om haar werking te analyseren?

-          Een degelijk model omvat minstens de sturende en ondersteunende processen (bv. Leidraad Organisatiebeheersing, VVSG-model).

2.       Hoe en wanneer staat de organisatie periodiek stil bij haar werking?

-          Belangrijk hierbij is om een cyclisch systeem van evaluatie en bijsturing op te zetten dat ook hanteerbaar is voor de organisatie

3.       Hoe zal de Algemeen Directeur rapporteren over organisatiebeheersing aan het politiek niveau?

Voorliggend kader wil een antwoord bieden op deze vragen. Het ontwerp van algemeen kader van organisatiebeheersingsysteem werd besproken en gunstig geadviseerd door het managementteam in zitting van 18 september 2019.

 

1.       Het model dat gebruikt wordt om de werking te evalueren is geënt op de leidraad organisatiebeheersing.

Algemeen kader organisatiebeheersing

Het algemeen kader levert de theoretische onderbouw voor een efficiënte, effectieve, kwaliteitsvolle en ethische organisatie(beheersing).

Organisatiebeheersing wordt benaderd vanuit 10 thema ‘s, afgestemd op de leidraad organisatiebeheersing.

1.         Doelstellingen en procesmanagement (DP)

2.         Belanghebbendenmanagement (BHM)

3.         Monitoring (MON)

4.         Financieel Management (FIM)

5.         Organisatiestructuur (ORG)

6.         Personeelsbeleid (HRM)

7.         Organisatiecultuur (CUL)

8.         Informatie en communicatie (ICO)

9.         Facilitaire middelen, opdrachten en contracten (FAM)

10.     Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

 

Elk van deze thema ’s wordt degelijk en coherent ingevuld, afgestemd op de opdracht van de gemeente en het OCMW. Dit moet leiden tot een goede organisatiebeheersing die een effectief antwoord biedt aan de strategische risico ‘s.

Met behulp van deze 10 thema ’s worden de reeds bestaande organisatiebeheersingsprocessen geïdentificeerd en verder uitgewerkt. Om de maturiteit van de organisatie in te schatten werkt dit algemeen kader met de plan/do/check/act - cyclus.

Schematisch ziet het ‘model voor organisatiebeheersing’ er als volgt uit:

 

De 10 thema ’s betekenen het volgende:

1.       Doelstellingen en procesmanagement (DP)

Het themagedeelte ‘doelstellingen ’bepaalt de richting en de inhoud van de andere thema’s. De andere thema’s moeten immers zo worden georganiseerd dat ze maximaal bijdragen tot het  bereiken van de doelstellingen. Tegelijk moet vanuit de doelstellingen de informatie worden gegenereerd die het bestuur nodig heeft om deze doelstellingen op te volgen en bij te sturen. Daarnaast dient een organisatie haar sleutelprocessen goed te beheersen. Deze zijn immers essentieel voor de realisatie van de doelstellingen en de dienstverlening.

Gemeente en OCMW hebben in het meerjarenplan aandacht voor zowel nieuw beleid, voor de (interne) ondersteunende werking en voor de (externe) weerkerende dienstverlening.

 

2.       Belanghebbendenmanagement (BHM)

Belanghebbenden zijn de organisaties en individuen waarmee een organisatie rekening houdt om een effectieve, efficiënte, kwaliteitsvolle en integere organisatie uit te bouwen. Weet de organisatie wie haar belanghebbenden zijn (intern en extern) en wat die van de organisatie verwachten? De mate waarin een organisatie rekening houdt met en tegemoet komt aan die verwachtingen bepaalt mee hoe effectief zij is. De externe belanghebbenden van lokale besturen zijn: burgers, organisaties en bedrijven, maar zeker ook andere lokale besturen. De politieke actoren en de medewerkers van de organisatie zijn de interne belanghebbenden. De medewerkers als belanghebbenden zijn opgenomen in de andere thema’s en worden in dit thema niet apart behandeld. Omdat de politieke actoren de lokale besturen aansturen, spelen ze zo’n cruciale rol dat ze zowel hier als in de andere thema’s aan bod komen.

 

3.       Monitoring (MON)

Monitoring is het systematisch en continu verzamelen van relevante gegevens om gericht op te volgen of de (beleids)doelstellingen gerealiseerd worden en de dienstverlening goed verloopt. Dit stelt het bestuur in staat om te weten of het op koers zit om de doelstellingen te bereiken. Monitoring is een onderdeel van de PCDA-cyclus en komt dus ook terug in elk apart thema.

 

4.       Financieel Management (FIM)

Financieel management is het plannen, efficiënt uitvoeren, rapporteren, evalueren en eventueel bijsturen van de waardestromen in een organisatie, en dat in functie van het bereiken van de doelstellingen.

 

5.       Organisatiestructuur (ORG)

Een organisatiestructuur omvat:

-          de indeling van de werkzaamheden in diensten/afdelingen/cellen;

-          de coördinatie tussen de verschillende eenheden;

-          de aansturing van de organisatie op verschillende niveaus.

 

De organisatiestructuur weerspiegelt de indeling van de organisatie in logische eenheden zoals diensten/afdelingen/cellen. Deze structuur houdt rekening met factoren als de te realiseren doelstellingen, de dienstverlening, de grootte en de complexiteit van de organisatie. De organisatiestructuur is dus het best voldoende flexibel zodat de organisatie snel met veranderingen kan omgaan. De aansturing van een organisatie verloopt optimaal als de gezagslijnen duidelijk zijn. Bovendien moet de delegatie van bevoegdheden geregeld zijn en in verhouding staan tot de toegewezen verantwoordelijkheden en de achterliggende rechtspersonen, de gemeente en het OCMW. Het segmenteren van de organisatie is nodig om ze vlot te laten werken. Hierdoor moet er wel werk gemaakt worden van de coördinatie tussen de verschillende diensten/afdelingen/cellen. Een belangrijk orgaan in de coördinatie van een lokaal bestuur is het managementteam. Ook andere overlegorganen kunnen bijdragen tot de interne coördinatie van de verschillende onderdelen van de organisatie

 

6.       Personeelsbeleid (HRM)

De medewerkers zijn essentieel om de doelstellingen te realiseren en om een optimale dienstverlening te verzorgen. De personeelskosten vertegenwoordigen bovendien een belangrijk deel van de  beschikbare kredieten. De organisatie moet keuzes maken over het personeelsbeleid. Deze moeten afgestemd zijn op de beleidskeuzes en de doelstellingen. De gemaakte keuzes worden in belangrijke mate vastgelegd in een rechtspositieregeling en een arbeidsreglement. Om als één ambtelijke organisatie te kunnen functioneren dient gewerkt  te worden op basis van eenzelfde regelgevend kader met voldoende mogelijkheden om flexibel te kunnen omgaan met personeelsverschuivingen tussen de betrokken rechtspersonen. Het is belangrijk dat het personeelsbeleid ten dienste staat van de medewerkers en zorgt voor oplossingen op personeelsvraagstukken. Daarbij moet de organisatie er wel mee rekening houden dat medewerkers juridisch zijn verbonden met de rechtspersoon gemeente of OCMW.

 

7.       Organisatiecultuur (CUL)

De organisatiecultuur staat centraal in de Leidraad voor Lokale Besturen omdat zij door alle andere thema’s wordt bepaald: de organisatiestructuur, het personeelsbeleid, de kantoorinrichting, enz. hebben er een belangrijke impact op. Maar ook het omgekeerde is waar: de organisatiecultuur heeft een belangrijke impact op al de andere thema’s. Zo wordt de organisatiecultuur bijvoorbeeld weerspiegeld in elk contact met burgers en organisaties wat deel uitmaakt van de thema’s belanghebbendenmanagement en informatie en communicatie.

 

8.       Informatie en communicatie (ICO)

Het thema informatie en communicatie is opgesplitst in driedeelthema’s: interne communicatie, externe communicatie en informatiebeheer. De veiligheid van het (digitale) informatiebeheer is onderdeel van een doelstelling over de veilige omgang met informatie (10.3) bij het thema ICT. Gelet op de voortschrijdende digitalisering van het informatiebeheer, met inbegrip van de externe bewaring van data, neemt het belang hiervan toe. Voor een volledig beeld van de risico’s rond informatiebeheer moeten de doelstellingen hierover bij de thema’s Informatie en Communicatie (ICO)en ICT dan ook samen worden bekeken.

 

9.       Facilitaire middelen, opdrachten en contracten (FAM)

Het is belangrijk dat een organisatie over de facilitaire middelen beschikt om haar doelstellingen te realiseren. Maar ze moet die ook goed beheren. Daarom moet de organisatie eerst duidelijk haar facilitaire middelen in kaart brengen. Daarna moet ze het beheer ervan opvolgen zodat het nodige onderhoud preventief kan plaatsvinden, rekening houdend met eisen rond duurzaamheid. Bij de facilitaire middelen speelt ook de regelgeving over overheidsopdrachten een rol: het garanderen van de mededinging, de gelijke behandeling van kandidaten en de transparantie van de gevolgde procedures moeten gerespecteerd worden. De wetgeving bepaalt dat voor aankopen tot 30.000 euro (exclusief BTW) de factuur kan volstaan als bewijs dat de opdracht is gesloten. Vanuit risicobeheersing is het duidelijk dat de achterliggende principes over overheidsopdrachten het best anders worden ingevuld voor echt kleine aankopen en voor aankopen die dichter bij de grens van 30.000 euro aanleunen. Besturen moeten dit vastleggen in hun eigen interne regels. Wanneer de partners die opdrachten voor het lokale bestuur uitvoeren correct zijn aangesteld is het belangrijk dat hun opdrachten grondig worden opgevolgd. Ook contracten, zoals verzekeringscontracten, moeten administratief accuraat worden voorbereid en bewaakt. Uitgaven voor de facilitaire middelen moeten binnen de kredieten blijven en nauwkeurig opgevolgd worden.

 

10.   Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

De behoefte aan een degelijke strategische en operationele beheersing van ICT is toegenomen door de steeds grotere automatisering van de kernactiviteiten en de daarbij horende investeringen. De organisatie moet in haar ICT-aanpak keuzes maken. Op alles tegelijk inzetten is immers financieel en inhoudelijk niet haalbaar. De keuzes moeten gemaakt worden in functie van de realisatie van de doelstellingen en de optimalisatie van de dienstverlening. Om haar ICT-nodengoed te kunnen beheersen is het nodig dat de organisatie zicht heeft op de ICT-middelen en -mogelijkheden waarover ze beschikt en op de stappen die ze moet zetten om tot  een correct beheer ervan te komen. Het gaat hierbij om hardware, software(-applicaties) en digitale data-of informatiesystemen. Om kwaliteitsvolle ICT-diensten te leveren moet de organisatie aan een aantal voorwaarden voldoen. Het moet duidelijk zijn wie verantwoordelijk is voor ICT. De ICT-infrastructuur moet degelijk zijn. De ICT-architectuur moet toelaten dat software vlot draait en dat de digitale informatie op het juiste moment bij de juiste persoon terechtkomt. Software met soortgelijke gegevens moet zoveel mogelijk gelinkt worden, rekening houdend met de principes van ‘open data’ en eenmalige invoer. Het is essentieel dat er veilig met informatie wordt omgegaan. De regelgeving hierover moet worden toegepast. De organisatie is verantwoordelijk voor het opzetten van een informatiebeveiligingsbeleid. Door de cruciale rol van ICT is het belangrijk om maatregelen te nemen die de werking van de ICT-systemen en de continue beschikbaarheid van de informatiesystemen garanderen. Dit betekent bijvoorbeeld dat er na een elektriciteitspanne of een brand snel verder gewerkt kan worden. Back-ups van informatie zijn hierbij een belangrijke factor. Het is raadzaam om bij een totale uitval van de digitale (informatie)systemen over een noodplan te beschikken om de meest cruciale dienstverlening te blijven garanderen.

 

2.       Hoe en wanneer staat de organisatie periodiek stil bij haar werking?

Gemeente en OCMW zullen periodiek stil staan bij de werking door een systeem van zelfevaluatie en bijsturing op te zetten en dit te integreren in de beleids-en beheerscyclus (meerjarenplan – interne werking) om hier een systematiek in te bouwen. Idealiter wordt er om de 3 jaar een zelfevaluatie uitgevoerd. Zo wordt de systematiek ingebouwd. Minstens om de 6 jaar wordt een zelfevaluatie uitgevoerd om mee te nemen in de omgevingsanalyse (intern gedeelte).

De leidraad organisatiebeheersing zal hierbij als basis dienen. Bedoeling is zo sterke punten en verbeterpunten naar voor te brengen, en deze te remediëren via verbeteracties.

 

3.       Hoe zal de Algemeen Directeur rapporteren over organisatiebeheersing aan het politiek niveau?

Door het thema organisatiebeheersing op te nemen in de meerjarenplanning en de beleids- en beheerscyclus ontstaat er een systematiek. Bovendien kan de rapportering zo geïntegreerd worden in de doelstellingenrapportering in de jaarrekening.

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

Het geschetste kader voor organisatiebeheersing goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

Eerste budgetwijziging 2019 OCMW

 

Situering

Na afronding van de jaarrekening 2018 dient het resultaat van deze rekening ingebracht te worden in het budget 2019 middels budgetwijziging.

 

Wettelijke gronden

Decreet Lokaal Bestuur.

Besluit Vlaamse Regering 25 juni 2010 m.b.t. het invoeren van de BBC (Beleids- en Beheerscyclus) en latere wijzigingen.

 

Toelichting en advies

Inbreng resultaat rekening 2018

Dit betreft een (technische) wijziging waardoor het positieve rekeningresultaat 2018 in het budget 2019 wordt ingebracht.

 

Het gecumuleerde resultaat van jaarrekening 2018 bedraagt 3.400.735 euro waardoor het actuele gecumuleerd budgettaire resultaat 2019 1.461.010 euro bedraagt, het gewijzigde resultaat op kasbasis in budget 2019 bedraagt 1.089.881 euro.

 

Wijziging investeringskrediet (budgetneutraal)

In boekjaar 2019 is het nodig om een effectieve budgetwijziging door te voeren aangezien het een verhoging van een investeringsbudget betreft waarvoor geen aanpassing raming mogelijk is.

 

Het betreft een afsluitende vorderingsstaat voor de renovatie van het administratieve OCMW-gebouw (gevelrenovatie, noodzakelijke keuringen en koppelingen aan de brandcentrale...).

 

In betreffende investeringsenveloppe is nog 12.002 euro beschikbaar, er is dus een verhoging nodig van 10.245 euro.  Om deze verhoging te financieren werd het resterende investeringskrediet voor Plannen en studies (erelonen architect) gebruikt, deze wijziging is dus budgetneutraal.

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

De voorliggende budgetwijziging 2019 vast te stellen.

 

Artikel 2:

Deze budgetwijziging 2019 conform de regelgeving voor te leggen aan het administratief toezicht.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

Kaderwijzigingen: organogram

 

Situering

In het kader van op handen zijnde pensioneringen en het opschalen van een aantal functies en aangaan van toekomstige uitdagingen, wordt het vernieuwde personeelskader aan de gemeenteraad voorgelegd.

 

Over deze toekomstvisie is overleg geweest binnen het MAT en de personeelsdienst, het College en met de vakorganisaties. Deze verschillende gesprekken resulteerden in het voorliggende voorstel, dat door het College ter goedkeuring voorgelegd wordt aan de Gemeenteraad.

 

Onderhavige materie werd overlegd met de syndicale organisaties op 28 juni 2019, hetgeen resulteerde in een protocol van akkoord.

 

Het personeelskader voor het deel sociale dienst / OCMW wordt later nog voorgelegd, met integratie van de resultaten van de werklastmeting - om een geïntegreerd organogram gemeente – OCMW – AGB op te maken.

 

Om te werken aan een sterk gecoördineerd vrijwilligersbeleid en om in te zetten op een werking van een lokaal dienstencentrum, wordt er wel reeds een voltijds coördinator B1-B3 vrijwilligerswerking (0,5) en  centrumleider lokaal dienstencentrum (0,5) ingeschreven in het kader van het OCMW.

 

Wettelijke gronden

Decreet Lokaal Bestuur

 

Toelichting en advies

De verschillende wijzigingen aan het bestaande kader worden toegelicht:

 

Opmerking: de opschaling naar niveau A1a-A3a voor omgevingsambtenaar RO werd reeds goedgekeurd door de raad.

 

Uitvoeringsdiensten

Voorstel tot beperken arbeiders op niveau E1-E3 in de ploeg logistiek: in deze ploeg zoeken we polyvalent inzetbare medewerkers die zelfstandig kunnen werken.

 

Er zijn momenteel in kader TO BE nog volgende functies voorzien in de werkhal:

Dienst

E-niveau

D1-D3

D4-D5 = taakverantw.

Logistiek

1

5

/

Milieu*

9 + 1 startbaner

13

2

Openbare Werken

1

8

/

Patrimonium

/

8

/

 

 

1 = magazijnier

 

* In de dienst milieu zijn er eveneens 3 seizoensarbeiders voorzien

  • Binnen de dienst Logistiek wordt er steeds meer belang gehecht aan medewerkers die polyvalent inzetbaar/all round zijn, die in zekere mate onafhankelijk en autonoom kunnen werken.

Anderzijds worden de functies op niveau E steeds moeilijker in te vullen (laatste procedure OW hebben er 2 kandidaten beslist om de functie niet aan te nemen. Deze functie is momenteel door een startbaner voor een jaar ingevuld).

Om die reden lijkt het opportuun om binnen deze ploeg enkel nog maar te werken met medewerkers op niveau D1-D3 en niveau E uitdovend te maken.

Voorstel ploeg logistiek: 1 functie E1-E3 uitdovend te vervangen door 1 medewerker D1-D3 (samenstelling dienst TO BE: 6 medewerkers D1-D3)

 

 

  • De ploeg Openbare Werken leent zich tot het toevoegen van een taakverantwoordelijke op niveau D4-D5. Dit omwille van de taken van de ploeg. Zij werken vaak, meer dan bv. De ploeg patrimonium, op verschillende werven tegelijkertijd. Hierdoor is het nuttig dat er, ter ondersteuning van de ploegbaas (technisch medewerker C1-C3), een taakverantwoordelijk mee de werven kan bezoeken en opvolgen,... De ploegbaas kan zich dan meer bezighouden met coördineren, planning, en dergelijke meer.

 

Voorstel: opschalen van 1 functie D1-D3 naar D4-D5 als taakverantwoordelijke

 

Bovendien is voorzien dat vanaf 2021 het instappen in een diftar-systeem voor afvalophaling interessant kan zijn. In het kader daarvan worden een aantal mensen die op pensioen gaan niet vervangen. Hierdoor wordt 1 functie op niveau D1-D3 uitdovend.

 

De TO BE zou er dan als volgt uitzien:

Dienst

E-niveau

D1-D3

D4-D5 = taakverantw.

Logistiek

0

6

/

Milieu*

9 + 1 startbaner

12

2

Openbare Werken

1

6

1

Patrimonium

/

9

/

 

 

1 = magazijnier

 

* In de dienst milieu zijn er eveneens 3 seizoensarbeiders voorzien, en 4 art. 60’ers.

 

Omgevingsambtenaar Ruimtelijke Ordening

De functie Omgevingsambtenaar Ruimtelijke Ordening is in het kader voorzien op B-niveau. Het betreft echter een zeer moeilijk profiel om in te vullen:

-          De opleiding is op masterniveau (A-niveau)

-          Grote vraag, slechts klein aanbod – concurrentie van privésector

-          Reeds verschillende procedures gevoerd zonder succes

Indien de functie op A-niveau voorzien wordt, kan deze functie ook bepaalde leidinggevende taken binnen de dienst Ruimtelijke Ordening omhelzen. Deze functie kan zich dan ook focussen op communicatie en ontwikkeling van een goede visie.

 

Om deze redenen lijkt het aangewezen om de functie Omgevingsambtenaar RO op te schalen naar A-niveau.

 

Voorstel toekomstige situatie:

-          Omgevingsambtenaar RO A1-A3 (ipv 1 VTE B1-B3)

-          Omgevingsambtenaar milieu B1-B3

-          Deskundige RO B1-B3

-          Admin MW grondgebiedzaken C1-C3: 3,3 (waarvan momenteel 2,8 ingevuld)

 

 

Andere wijzigingen:

Voorgesteld wordt om ook een aantal andere functies op te schalen, aangezien beleidsmatig werk toch meer en meer verwacht wordt binnen verschillende functies:

         1 VTE B1-B3 Toerisme/evenementencoördinator (ter vervanging van 1 VTE C1-C3)

         1 VTE B1-B3 medewerker ICT (bijkomend)

         1 VTE B1-B3 medewerker secretariaat (ter vervanging van 1 VTE C1-C3)

 

Binnen AGB: Bijkomende halftijdse zaalwachter (D1-D3) voor afbouwen en beperken overuren. In parallel wel kerntakenoefening

 

OCMW:

 

Om te werken aan een sterk gecoördineerd vrijwilligersbeleid en om in te zetten op een werking van een lokaal dienstencentrum, wordt er wel reeds een voltijds coördinator B1-B3 vrijwilligerswerking (0,5) en  centrumleider lokaal dienstencentrum (0,5) ingeschreven in het kader van het OCMW.

 

Samenvatting: nieuwe schema TO BE in bijlage

 

Argumentatie van de Gemeenteraad leidende tot het uiteindelijke besluit

De Gemeenteraad sluit zich aan bij het voorstel vanuit het managementteam en College.

 

Financiële weerslag

De wijzigingen zijn voorzien in het meerjarenplan 2020-2025

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

De kaderwijziging en de nieuwe organogrammen, zoals hierboven weergegeven en toegelicht, worden goedgekeurd en ingevoerd.

 

Artikel 2:

De functie coördinator vrijwilligerswerking en centrumleider lokaal dienstencentrum B1-B3, zoals hierboven geschetst, worden meteen vacant verklaard.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

Rechtspositieregeling (RPR:) wijzigingen

 

Situering

Een aantal wijzigingen aan de verschillende Rechtspositieregelingen van gemeente en OCMW (categorie 1, categorie 3, of artikel 60) en AGB dringen zich op.

 

Wettelijke gronden

Decreet Lokaal Bestuur

RPR

 

Toelichting en advies

De wijzigingen werden gunstig geadviseerd door het managementteam, door het College en Vast Bureau, en resulteerden in een protocol van akkoord met de vakorganisaties op 28 juni 2019.

 

1.       AANPASSING RPR ART. 60’ERS

 

Naar aanleiding van de wijzigingen doorgevoerd door het Decreet Lokaal Bestuur, moet artikel 9 van de RPR art. 60’ers aangepast worden, met name wat betreft de (ondertekenings)bevoegdheid van de werkervaringscontracten.

 

Oud artikel:

Artikel 9. §1. Het OCMW sluit steeds een werkervaringscontract af met het personeelslid, waarop de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is. Deze overeenkomst wordt getekend door het personeelslid en door de OCMW-voorzitter en de OCMW-secretaris.

 

§2. Bij de terbeschikkingstelling aan een derde - gebruiker wordt een overeenkomst gesloten tussen het OCMW en de gebruiker. De arbeidsvoorwaarden – waaronder de arbeidsplaats, de arbeidsduur, het loon - en de duur van de terbeschikkingstelling moeten schriftelijk worden geconstateerd en ondertekend door het OCMW, de gebruiker en het personeelslid. Het document moet opgemaakt zijn vóór het begin van de terbeschikkingstelling en ter kennis worden voorgelegd aan de OCMW-raad. In ieder geval blijft het OCMW de juridische werkgever van het personeelslid.

 

Voorstel nieuw artikel:

Artikel 9. §1. Het OCMW sluit steeds een werkervaringscontract af met het personeelslid, waarop de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is. Deze overeenkomst wordt getekend door het personeelslid en door de Voorzitter van het Vast Bureau OCMW-voorzitter en de Algemeen Directeur OCMW-secretaris.

 

§2. Bij de terbeschikkingstelling aan een derde - gebruiker wordt een overeenkomst gesloten tussen het OCMW en de gebruiker. De arbeidsvoorwaarden – waaronder de arbeidsplaats, de arbeidsduur, het loon - en de duur van de terbeschikkingstelling moeten schriftelijk worden geconstateerd en ondertekend door het OCMW, de gebruiker en het personeelslid. Het document moet opgemaakt zijn vóór het begin van de terbeschikkingstelling en ter kennis worden voorgelegd aan het Vast Bureau de OCMW-raad. In ieder geval blijft het OCMW de juridische werkgever van het personeelslid.

 

2.       AANPASSING RPR GEMEENTE EN OCMW: TOEVOEGEN UITGEWERKTE SCHAAL B4-B5

 

Tijdens een vorig vakbondsoverleg, werd er een akkoord bereikt over de toevoeging van een hogere graad B4-B5 in de RPR van gemeente en OCMW. Deze toevoeging werd ook goedgekeurd op Gemeenteraad en Raad Maatschappelijk Welzijn van 17 december 2018.

 

Door een vergetelheid, zijn de uitgewerkte salarisschalen voor B4-B5 niet toegevoegd.

 

Voorstel:

Toevoeging van onderstaande uitgewerkte salarisschaal B4-B5 in RPR gemeente en OCMW:

salaris-schalen

B1

B2

B3

B4

B5

Minimum

17.300

18.850

19.550

19.950

21.400

Maximum

23.350

26.450

29.150

29.750

32.500

Verhoging

1x1x500

1x1x600

1x1x800

1x1x800

1x1x900

 

5x2x500

1x2x650

1x2x750

1x2x850

1x2x950

 

1x2x450

2x2x600

6x2x800

1x2x800

2x2x900

 

4x2x500

1x2x650

1x2x750

1x2x850

1x2x950

 

1x2x600

1x2x600

2x2x800

2x2x800

2x2x900

 

 

1x2x650

1x2x900

1x2x850

1x2x950

 

 

2x2x600

 

2x2x800

2x2x900

 

 

1x2x650

 

1x2x850

1x2x950

 

 

1x2x600

 

2x2x800

1x2x1000

 

 

1x2x800

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

17.300

18.850

19.550

19.950

21.400

1

17.800

19.450

20.350

20.750

22.300

2

17.800

19.450

20.350

20.750

22.300

3

18.300

20.100

21.100

21.600

23.250

4

18.300

20.100

21.100

21.600

23.250

5

18.800

20.700

21.900

22.400

24.150

6

18.800

20.700

21.900

22.400

24.150

7

19.300

21.300

22.700

23.250

25.050

8

19.300

21.300

22.700

23.250

25.050

9

19.800

21.950

23.500

24.050

26.000

10

19.800

21.950

23.500

24.050

26.000

11

20.300

22.550

24.300

24.850

26.900

12

20.300

22.550

24.300

24.850

26.900

13

20.750

23.200

25.100

25.700

27.800

14

20.750

23.200

25.100

25.700

27.800

15

21.250

23.800

25.900

26.500

28.750

16

21.250

23.800

25.900

26.500

28.750

17

21.750

24.400

26.650

27.300

29.650

18

21.750

24.400

26.650

27.300

29.650

19

22.250

25.050

27.450

28.150

30.550

20

22.250

25.050

27.450

28.150

30.550

21

22.750

25.650

28.250

28.950

31.500

22

22.750

25.650

28.250

28.950

31.500

23

23.350

26.450

29.150

29.750

32.500

 

3.       AANPASSING RPR OCMW: DOORSTROMING D4-D5 AFSTEMMEN OP GEMEENTE/AGB

 

Met het oog op een gelijktrekking van RPR gemeente/OCMW/AGB, is het voorstel om ook in RPR OCMW de doorstroommogelijkheid D4-D5 te voorzien. De hogere graad D4-D5 op zich is reeds voorzien in RPR OCMW (art. 3, §4), enkel de mogelijkheid tot doorstroming ontbreekt nog.

 

Dit is een ‘pro forma’-aanpassing (teksten gelijk trekken). Er is geen zicht op een kaderwijziging OCMW om functie D4-D5 te voorzien.

 

Oud Art. 120 (OCMW)

Niveau D

Art. 120. De functionele loopbanen en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen zijn voor het niveau D:

1° voor de graden van rang Dv:

D1-D2-D3:

a) van D1 naar D2 na 4 jaar schaalanciënniteit in D1 en een gunstig evaluatieresultaat;

b) van D2 naar D3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in D1 en D2 en een gunstig evaluatieresultaat.

 

 

Voorstel nieuw artikel 120 (zelfde als gemeente/AGB):

Niveau D

 

Art. 120. De functionele loopbaan en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen voor het niveau D zijn:

1° voor de graad van rang Dv:

D1-D2-D3:

a) van D1 naar D2 na 4 jaar schaalanciënniteit in D1 en een gunstig evaluatieresultaat;

b) van D2 naar D3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in D1 en D2 en een gunstig evaluatieresultaat.

2° voor de graad van rang Dx:

D4-D5: van D4 naar D5 na 9 jaar schaalanciënniteit in D4 en een gunstig evaluatieresultaat.

 

 

 

4.       AANPASSING RPR GEMEENTE/OCMW EN AGB: ZIEKTEVERLOF

 

In artikel 267 RPR is opgenomen dat:

“- Het personeelslid moet het bestuur geen geneeskundig getuigschrift bezorgen voor een afwezigheid van slechts 1 werkdag.”

 

Deze bepaling heeft er bij sommige diensten/personeelsleden toe geleid dat het concept “baaldagen” ontstaan is. Dit zijn dan dagen waarop ze geen zin hebben om te werken en ze thuis blijven zonder doktersbriefje. Volgens sommigen zou je er zelfs 1 per maand kunnen/mogen nemen.

 

Ziekteverlof is uiteraard enkel bedoeld voor personeelsleden die effectief ziek zijn, niet om extra verlofdagen te creëren. Om deze reden is het voorstel om enerzijds in de RPR te benadrukken dat het gaat om afwezigheid wegens ziekte, en anderzijds het aantal keer dat er geen ziektebriefje nodig is voor een afwezigheid van slechts 1 werkdag te beperken.

 

Voorstel tot wijziging in RPR Gemeente/OCMW/AGB:

Art. 267

[…]

- Het personeelslid moet het bestuur geen geneeskundig getuigschrift bezorgen voor een afwezigheid wegens ziekte van slechts 1 werkdag. Van deze mogelijkheid kan maximaal 4 keer per kalenderjaar gebruik gemaakt worden.

 

Argumentatie van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn leidende tot het uiteindelijke besluit

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn sluit zich aan bij  de voorgestelde wijzigingen.

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

De voorgestelde aanpassingen door te voeren in de rechtspositieregeling categorie 1, categorie 3 en art. 60.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

Huisvesting: versnelde toewijzing: protocolakkoord

 

Situering

Het Kaderbesluit Sociale Huur voorziet, via artikel 24§2, dat sociale huisvestingsmaatschappijen mits

bepaalde voorwaarden een woning versneld kunnen toewijzen aan specifieke doelgroepen nl. dakloze personen, personen met een geestelijk gezondheidsprobleem en jongeren. De toewijzing gebeurt op aangeven van een toeleider en is gekoppeld aan begeleiding.

 

Een herziening van het protocolakkoord wordt aan de verschillende partners voorgelegd.

 

Toelichting en advies

In 2015 sloten de betrokken actoren in de Kempen (de organisaties voor bijzondere jeugdzorg, CAW

De Kempen, het Netwerk Geestelijke Gezondheidszorg Kempen, de OCMW's en de Sociale

Huisvestingsmaatschappijen) hierover een protocolakkoord af i.s.m. Wonen in de stadsregio, het

Kempens Woonplatform en Welzijnszorg Kempen. De werking van dit protocolakkoord werd

geëvalueerd met een afvaardiging van alle stakeholders waarbij ook de opmerkingen van de

schriftelijke bevraging van alle betrokkenen werden meegenomen. Tijdens deze evaluatiemomenten

bevestigden de aanwezigen de basisprincipes van het protocolakkoord nl. de verdeling van het

contingent over de verschillende toeleiders en de regionale spreiding van de toe te wijzen

woongelegenheden, evenals de koppeling tussen de versnelde toewijzing en een verplichte begeleidingsovereenkomst met de cliënt.

 

Om de werking van het protocolakkoord te verbeteren stelde de werkgroep ook enkele optimalisaties voor. Zo zal Welzijnszorg Kempen gecentraliseerd de aanvragen beheren en zal het driegesprek tussen de kandidaatversnelde huurder, de toeleider en de sociale huisvestingsmaatschappij plaatsvinden bij aanvang van de aanvraag i.p.v. tijdens het ondertekenen van het contract. Ook werd er een consensus bereikt over de afbakening van de doelgroep dak- en thuislozen en zal gewerkt worden met een gestandaardiseerd aanvraagformulier i.p.v. een sociaal verslag.

Een versnelde toewijzing zal voortaan in mindering worden gebracht van het beschikbare contingent in het jaar van de aanvraag i.p.v. op het moment van de toewijzing.

 

De Raad van Bestuur van Welzijnszorg Kempen hechtte op haar zitting dd. 12 juni 2019 de goedkeuring aan de nota ‘optimalisatie van het protocolakkoord versnelde toewijzing in het arrondissement Turnhout’.  Vanuit de coördinerende rol toegewezen aan Welzijnszorg Kempen vraagt Welzijnszorg Kempen alle partners om een akkoord te bezorgen.

 

Het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst verleende in de zitting van 1 augustus gunstig advies om akkoord te gaan met het voorliggende protocolakkoord en de nota.

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

Het voorliggende protocolakkoord goed te keuren en akkoord te gaan met de principes en de werkwijzen van de versnelde toewijzing in het arrondissement Turnhout zoals opgenomen in de nota ‘optimalisatie van het protocolakkoord rond de versnelde toewijzing in het arrondissement Turnhout’ zoals goedgekeurd op de Raad van Bestuur van Welzijnszorg Kempen van 12 juni 2019.

 

Artikel 2:

Deze werkwijze toe te passen vanaf 1 oktober 2019.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

Verhoging werkingsbijdrage aan Welzijnszorg Kempen voor de uitbouw van een revalidatievoorziening verslaafdenzorg

 

Situering

Voor de realisatie van VZW 't KADER (Kempense Aanpak Drugs En Rehabilitatie) wordt een bijdrage van de lokale besturen gevraagd.

 

Wettelijke Gronden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017

Statuten van Welzijnszorg Kempen

Conventie voor 15 bedden goedgekeurd op 17 december 2018

De beslissing van de Algemene Vergadering van Welzijnszorg Kempen van 26 juni 2019.

Het besluit van de  Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 28 januari 2019.

 

Toelichting en advies

Welzijnszorg Kempen richtte op 10 februari 2010 samen met verscheidene partners uit de sector van zorg en gezondheid de VZW ’t KADER (Kempense Aanpak Drugs En Rehabilitatie) op om een aanvraag tot conventie in te dienen bij de bevoegde overheid. Welzijnszorg Kempen was penhouder van het dossier dat samen met de regio werd vormgegeven en meermaals werd ingediend bij de bevoegde overheden. De Kempense lokale besturen verleenden hun inhoudelijke steun, die werd uitgedrukt in een charter voor de regio dat in 2014 o.m. door alle Kempense burgemeesters en OCMW-voorzitters werd ondertekend. Het dossier werd in 2014 inhoudelijk  goedgekeurd, maar wegens de zesde staatshervorming on hold gezet.

 

Op 17 december 2018 ontving 't KADER de beslissing dat de conventie werd goedgekeurd met ingang van 31 december 2018 voor 15 bedden (8 voor een Ontwenningsprogramma en 7 voor een Behandelprogramma).

 

De conventie omvat niet het volledige benodigde personeels- en werkingsbudget  en de bevoegde overheden stelden de vraag om te zorgen voor een regionale bijdrage om de totaalfinanciering rond te krijgen. OPZ Geel staat garant voor de inbreng van de noodzakelijke middelen ter financiering van de gebouwenkost met een maximum van 192.000 euro op jaarbasis. De Conferentie van Kempense Burgemeesters drukte tijdens haar zitting van 2 juni 2018 haar steun aan het dossier van ’t KADER uit en nam de princiepsbeslissing om dit te ondersteunen door een verhoging van de werkingsbijdrage van de besturen aan Welzijnszorg Kempen zodat de binding en de betrokkenheid van de lokale besturen via deze weg verhoogd en erkend kan worden. Dit engagement werd bevestigd op de Conferentie van Burgemeesters op 12 januari 2019.

Deze bijdrage van de lokale besturen vormt het noodzakelijke sluitstuk van de totaalfinanciering van het project en werd als voorwaarde gesteld door de Vlaamse overheid.

De middelen toegekend door de overheid  zijn gegarandeerd voor ’t Kader door de opname van de conventie van ’t KADER in de besluitvorming van het overnamedecreet d.d. 6 juli 2018 via een besluit van de Vlaamse Regering van 10 mei 2019. De Raad van Beheer van Welzijnszorg Kempen keurde op 13 juni 2018 het voorstel tot verhoging van werkingsbijdrage unaniem goed.

De Algemene Vergadering van Welzijnszorg Kempen keurde het dossier op 26 juni 2019 goed en besloot om de verhoging van de bijdrage ten bedrage van 0,60 euro per inwoner op te vragen bij de lokale besturen met ingang vanaf 1 januari 2019 en te betalen vóór 31 december 2019.

 

Dit dossier werd in zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in zitting van 28 januari 2019 principieel goedgekeurd.

 

Financiële weerslag

Kosten:8.722,20 euro (incl. BTW)

Actie:2019140006 Reguliere werking

Budgetcode:2019/61306000/01/0110 Bijdrage VVSG-WZK-CPA

Nr. raming:2019140029

 

Uit de kredietcontrole door de Financiële Dienst op 9 januari 2019 blijkt dat er voldoende budget is voorzien in het budget 2019.

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

De werking van de op te richten revalidatievoorziening verslaafdenzorg financieel te ondersteunen met ingang vanaf 1 januari 2019.

 

Artikel 2

Vanaf 2019 een bedrag van 0,60 euro per inwoner toe te voegen aan de jaarlijkse bijdrage aan Welzijnszorg Kempen met het oog op de realisatie en exploitatie van dit residentieel centrum voor mensen met een verslaving. Deze bijdrage zal jaarlijks geïndexeerd worden.

 

Artikel 3

De bijdrage voorzien voor 2019 ten bedrage van 8.722,20 euro te betalen aan Welzijnszorg Kempen voor 31 december 2019.

 

Artikel 4

Een afschrift van deze beslissing over te maken aan Welzijnszorg Kempen.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

IOK - aanduiding vertegenwoordiger

 

Situering

Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur (DLB);

 

Gelet op de statuten van IOK;

 

Gelet op artikel 432 van het Decreet over het Lokaal Bestuur (DLB) dat de samenstelling en samenroeping van de algemene vergadering reglementeert;

 

Overwegende dat conform de decretale en statutaire bepalingen elke vennoot bij IOK recht heeft op één volmachtdrager op de Algemene Vergadering;

 

In zitting van 25 februari 2019 werd Mireille Colson aangeduid als afgevaardigde voor de algemene vergadering van IOK. In de algemene vergadering van IOK van juli werd er echter een adviescomité opgericht waarvan de schepen van ruimtelijke ordening deel uit maakt. Er is een onverenigbaarheid tussen vertegenwoordiger in de algemene vergadering en lid van een adviescomité. Bijgevolg moet er een andere vertegenwoordiger worden aangeduid.

 

Na geheime stemming met 16 stemmen voor, 7 onthoudingen.

 

BESLUIT

Dolinda Voet, wordt gemandateerd als volmachtdrager in de Algemene Vergadering van IOK gedurende de huidige legislatuur.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

GDPR (General Data Protection Regulation): delegatie ondertekening verwerkersovereenkomsten

 

Situering

Voor een vlotte werking kan de goedkeuring, afkeuring of wijziging van een verwerkersovereenkomst gedelegeerd worden aan het Vast Bureau. Binnen de gemeente werd deze ondertekening gedelegeerd naar het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Wettelijke gronden

Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald art. 40§1 en art. 74 die bepalen dat de Raad voor Maatschappelijk Welzijn over de volheid van bevoegdheid beschikt;

 

Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald art. 41  en 74 die bepalen dat behoudens bij uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid in de zin van art. 2§2 tweede lid, aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, de Raad voor Maatschappelijk Welzijn bij reglement bepaalde bevoegdheden kan toevertrouwen aan het Vast Bureau;

 

Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);

 

Toelichting en advies

Art. 28, derde lid van de GDPR bepaalt dat de verwerking van persoonsgegevens door een verwerker wordt geregeld in een overeenkomst of andere rechtshandeling krachtens het Unierecht of het lidstatelijke recht die de verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke bindt, en waarin het onderwerp en de duur van de verwerking, de aard en het doel van de verwerking, het soort persoonsgegevens en de categorieën van betrokkenen, en de rechten en verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke worden omschreven.

Het OCMW wordt regelmatig geconfronteerd met situaties waarbij er een dergelijke verwerkersovereenkomst moet opgemaakt worden. De raad voor Maatschappelijk Welzijn moet hierbij nu steeds de verwerkersovereenkomst goedkeuren, evenals eventuele latere wijzigingen.

Dit vertraagt de procedure nodeloos, daar er zeer vaak gewerkt wordt vanuit een basismodel.

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn beslist om de bevoegdheid met betrekking tot de goedkeuring, afkeuring of wijziging van een verwerkersovereenkomst i.k.v. de GDPR te delegeren aan het Vast Bureau.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

GDPR: Verwerkersovereenkomsten - Cipal DV

 

Situering

Op 25 mei 2018 werd de GDPR (General Data Protection Regulation) of Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing. Elke organisatie/bedrijf/vereniging - dus ook onze gemeente, OCMW en AGB - moet kunnen voorleggen welke persoonsgegevens bewaard worden, welke toestemming hiervoor verkregen werd, waarvoor de gegevens gebruikt worden en hoelang ze bewaard worden.

In het kader van deze reglementering moeten verwerkers en verwerkingsverantwoordelijken overeenkomsten afsluiten die de verwerking van de gegevens omkaderen.

Cipal DV bezorgde een verwerkersovereenkomst.

 

Wettelijke gronden

Voor 25 mei 2018, de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, hierna privacywet genoemd.

Vanaf 25 mei 2018, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), in werking getreden op 24 mei 2016 en effectief van toepassing vanaf 25 mei 2018.

Minimale veiligheidsnormen Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ) - Minimale Normen Versie 2015 (ISO 27002:2013).

Richtsnoeren met betrekking tot de informatiebeveiliging van persoonsgegevens in steden en gemeenten, in instellingen die deel uitmaken van het netwerk dat beheerd wordt door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en bij de integratie van OCMW – Gemeente. Versie: 3.0.

Andere relevante privacyregelgeving.

 

Toelichting en advies

De verwerkingsverantwoordelijke beschikt over persoonsgegevens, waarvan hij bepaalde aspecten van de verwerking ervan wil toevertrouwen aan de verwerker. Deze overeenkomst heeft als doel de uitvoering en de organisatie van die verwerking door de verwerker te regelen.

 

Samengevat heeft de verwerker volgende plichten:

         Bewaren van gegevens: alleen wanneer echt nodig: je moet een goede reden (rechtsgrond) hebben om persoonsgegevens bij te houden.

         Bewaren alleen met uitdrukkelijke toestemming: je mag alleen gegevens gebruiken wanneer je hiervoor de toestemming hebt. Die moet helder geformuleerd zijn én uitdrukkelijk zijn. De procedure om de toestemming in te trekken moet eenvoudig zijn.

         Bewaren zonder toestemming alleen mits wettelijke grondslag voor gegevensverwerking : wanneer de gegevens absoluut noodzakelijk zijn om een dienstverlening uit te voeren, moet geen toestemming gevraagd worden, maar wel de wettelijk grondslag aangegeven worden. Bv. arbeidscontract, bouwvergunning, rijbewijs…

         Bewaren voor beperkt gebruik: je mag de gegevens alleen gebruiken voor de reden waarvoor je toestemming kreeg. Voor nieuw gebruik heb je nieuwe toestemming nodig.

         Bewaren voor beperkte duur: zodra je de gegevens niet meer nodig hebt, verwijder je deze.

         Vlot aanpasbaar: de gegevens moeten juist zijn. De persoon kan vragen ze aan te passen. Dit moet gemakkelijk kunnen.

         Strenge beveiliging: persoonsgegevens moet je extreem zwaar beveiligen. Bij verlies van gegevens moet je dit ook meteen melden.

         Er wordt gecontroleerd op het correct omgaan en registreren van de gegevens, de aanwezigheid van een DPO… Organisaties kunnen boetes krijgen wanneer een controle uitwijst dat er onzorgvuldig wordt omgesprongen met gegevens.

         Informatie-spoor: op elk ogenblik moet raadpleegbaar zijn wat er met bepaalde gegevens gebeurd is. Bv. gebruikt voor welk doel, wie inzage heeft gekregen,… Hiervoor wordt een register aangemaakt dat je zorgvuldig dient in te vullen.

 

Cipal DV vervult de rol van verwerker van persoonsgegevens. De voorliggende verwerkersovereenkomst kadert binnen de afspraken die beide partijen (Cipal DV  en OCMW Herselt) maakten in afgesloten en/of af te sluiten overeenkomsten en de bijhorende bijlagen en heeft louter als doel de afspraken te formaliseren die tussen partijen worden gemaakt met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens.

 

Cipal DV verleent diensten aan het OCMW in het kader van de Opdracht zoals overeengekomen in de huidig lopende dienstverleningsovereenkomst(en) en conform de reeds geleverde prestaties en facturaties.

De Verwerkingsovereenkomst kadert binnen de afspraken die de partijen in deze dienstverleningsovereenkomsten hebben vastgelegd. De Verwerker handelt in uitvoering van de gesloten dienstverleningsovereenkomsten en zal hierbij desgevallend Persoonsgegevens inzien en/of Verwerken.

De Verwerkingen die de Verwerker uitvoert in het kader van de dienstverleningsovereenkomst(en), zijn:

Verwerkingsfiche (referentie + titel)

707-ITS ciport domain

651-Neptunus Sociale dienst

653-Neptunus Buitensch.kinderopvang

639-Databasebeheer Oracle

700-ITS ciport Netwerk

652-Neptunus Thuisdiensten

402-Mercurius BBC

 

De verwerkingsfiche bevatten alle informatie m.b.t. de Persoonsgegevens die Verwerkt worden; doeleinde, rechtmatigheid van de Verwerking, wettelijke basis van de Verwerking, categorie(ën) van Betrokkenen, categorie(ën) van verwerkte Persoonsgegevens. Naast deze gegevens heeft de Verwerking een categorie en een specifieke naam die een unieke referentie hebben naar het Cipal Schaubroeck verwerkingsregister en administratiesysteem.

 

Conform art. 26 van de GDPR worden de verantwoordelijkheden van de beide partijen transparant en duidelijk vastgelegd in een overeenkomst. Deze werd goedgekeurd door het Vast Bureau in Zitting van 19 augustus en wordt nu ter goedkeuring aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn voorgelegd.

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

Voorgelegde overeenkomst tussen Cipal DV en OCMW Herselt wordt goedgekeurd.

 

BIJLAGE:

Verwerkersovereenkomst

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

GDPR: Verwerkersovereenkomsten - Cipal Schaubroeck

 

Situering

Op 25 mei 2018 werd de GDPR (General Data Protection Regulation) of Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing. Elke organisatie/bedrijf/vereniging - dus ook onze gemeente, OCMW en AGB - moet kunnen voorleggen welke persoonsgegevens bewaard worden, welke toestemming hiervoor verkregen werd, waarvoor de gegevens gebruikt worden en hoelang ze bewaard worden.

In het kader van deze reglementering moeten verwerkers en verwerkingsverantwoordelijken overeenkomsten afsluiten die de verwerking van de gegevens omkaderen.

Cipal Schaubroeck NV bezorgde een verwerkersovereenkomst.

 

Wettelijke gronden

Voor 25 mei 2018, de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, hierna privacywet genoemd.

Vanaf 25 mei 2018, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), in werking getreden op 24 mei 2016 en effectief van toepassing vanaf 25 mei 2018.

Minimale veiligheidsnormen Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ) - Minimale Normen Versie 2015 (ISO 27002:2013).

Richtsnoeren met betrekking tot de informatiebeveiliging van persoonsgegevens in steden en gemeenten, in instellingen die deel uitmaken van het netwerk dat beheerd wordt door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en bij de integratie van OCMW – Gemeente. Versie: 3.0.

Andere relevante privacyregelgeving.

 

Toelichting en advies

De verwerkingsverantwoordelijke beschikt over persoonsgegevens, waarvan hij bepaalde aspecten van de verwerking ervan wil toevertrouwen aan de verwerker. Deze overeenkomst heeft als doel de uitvoering en de organisatie van die verwerking door de verwerker te regelen.

 

Samengevat heeft de verwerker volgende plichten:

         Bewaren van gegevens: alleen wanneer echt nodig: je moet een goede reden (rechtsgrond) hebben om persoonsgegevens bij te houden.

         Bewaren alleen met uitdrukkelijke toestemming: je mag alleen gegevens gebruiken wanneer je hiervoor de toestemming hebt. Die moet helder geformuleerd zijn én uitdrukkelijk zijn. De procedure om de toestemming in te trekken moet eenvoudig zijn.

         Bewaren zonder toestemming alleen mits wettelijke grondslag voor gegevensverwerking : wanneer de gegevens absoluut noodzakelijk zijn om een dienstverlening uit te voeren, moet geen toestemming gevraagd worden, maar wel de wettelijk grondslag aangegeven worden. Bv. arbeidscontract, bouwvergunning, rijbewijs…

         Bewaren voor beperkt gebruik: je mag de gegevens alleen gebruiken voor de reden waarvoor je toestemming kreeg. Voor nieuw gebruik heb je nieuwe toestemming nodig.

         Bewaren voor beperkte duur: zodra je de gegevens niet meer nodig hebt, verwijder je deze.

         Vlot aanpasbaar: de gegevens moeten juist zijn. De persoon kan vragen ze aan te passen. Dit moet gemakkelijk kunnen.

         Strenge beveiliging: persoonsgegevens moet je extreem zwaar beveiligen. Bij verlies van gegevens moet je dit ook meteen melden.

         Er wordt gecontroleerd op het correct omgaan en registreren van de gegevens, de aanwezigheid van een DPO… Organisaties kunnen boetes krijgen wanneer een controle uitwijst dat er onzorgvuldig wordt omgesprongen met gegevens.

         Informatie-spoor: op elk ogenblik moet raadpleegbaar zijn wat er met bepaalde gegevens gebeurd is. Bv. gebruikt voor welk doel, wie inzage heeft gekregen,… Hiervoor wordt een register aangemaakt dat je zorgvuldig dient in te vullen.

 

Cipal Schaubroeck NV  vervult de rol van verwerker van persoonsgegevens. De voorliggende verwerkersovereenkomst kadert binnen de afspraken die beide partijen (Cipal Schaubroeck NV en OCMW Herselt) maakten in afgesloten en/of af te sluiten overeenkomsten en de bijhorende bijlagen en heeft louter als doel de afspraken te formaliseren die tussen partijen worden gemaakt met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens.

 

Cipal Schaubroeck NV verleent diensten aan het OCMW in het kader van de Opdracht zoals overeengekomen in de huidig lopende dienstverleningsovereenkomst(en) en conform de reeds geleverde prestaties en facturaties.

De Verwerkingsovereenkomst kadert binnen de afspraken die de partijen in deze dienstverleningsovereenkomsten hebben vastgelegd. De Verwerker handelt in uitvoering van de gesloten dienstverleningsovereenkomsten en zal hierbij desgevallend Persoonsgegevens inzien en/of Verwerken.

De Verwerkingen die de Verwerker uitvoert in het kader van de dienstverleningsovereenkomst(en), zijn:

Verwerkingsfiche (referentie + titel)

WDCFSS-Payroll & HR Full Service Secretariaat

WDCESER-Payroll & HR E-Services

653-Neptunus Buitensch.kinderopvang

 

De verwerkingsfiche bevatten alle informatie m.b.t. de Persoonsgegevens die Verwerkt worden; doeleinde, rechtmatigheid van de Verwerking, wettelijke basis van de Verwerking, categorie(ën) van Betrokkenen, categorie(ën) van verwerkte Persoonsgegevens. Naast deze gegevens heeft de Verwerking een categorie en een specifieke naam die een unieke referentie hebben naar het Cipal Schaubroeck verwerkingsregister en administratiesysteem.

 

Conform art. 26 van de GDPR worden de verantwoordelijkheden van de beide partijen transparant en duidelijk vastgelegd in een overeenkomst.  De Overeenkomst werd goedgekeurd door het Vast Bureau in zitting van 19 augustus 2019, en wordt ter bekrachtiging aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn voorgelegd.

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

Voorgelegde overeenkomst tussen Cipal Schaubroeck NV en OCMW Herselt wordt goedgekeurd.

 

BIJLAGE:

Verwerkersovereenkomst

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

VVSG: raad van bestuur en dagelijks bestuur: kennisname

 

Situering

Bij de start van een nieuwe lokale legislatuur breekt ook voor de VVSG vzw het moment aan voor de nieuwe samenstelling van de eigen bestuursorganen.  Dat gebeurt binnen het kader van de VVSG-statuten, die eind 2018 door de Algemene Vergadering werden gewijzigd en unaniem werden goedgekeurd. 

 

Eind januari 2019 werden alle steden en gemeenten uitgenodigd om kandidaten voor de diverse bestuursorganen voor te dragen.  Meer bepaald werd aan de gemeenten gevraagd om hun kandidaten voor te dragen voor de Algemene Vergadering (afgevaardigde) de Raad van Bestuur en de bestuurlijke commissies.

 

De leden van de Raad van Bestuur werden door de Algemene Vergadering van de VVSG vzw in haar vergadering van 13 juni 2019 goedgekeurd.

 

De Raad van Bestuur duidde in zitting van 26 juni de leden van de bestuurlijke commissies aan.

 

Wettelijke gronden

Regelgeving bevoegdheid

De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur.

 

Toelichting en advies

Bij de samenstelling van de Raad van Bestuur (20 effectieve mandatarissen en 5 gecoöpteerde leden bestaat) en de 6 bestuurlijke commissies werd zorgvuldig rekening gehouden worden met :

de voordrachten vanuit de steden en gemeenten,

de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 die de grondslag levert voor de verdeling over de verschillende politieke partijen (die gelet op andere verdeelcriteria ook voorstellen kunnen formuleren om tot een evenwichtige samenstelling van de Raad te komen);

een zo ruim mogelijke spreiding over de verschillende types gemeenten,

een zo ruim mogelijke geografische spreiding,

een billijke man/vrouw verhouding,

het statutaire verbod dat er vanuit één gemeente meer dan één lid in de Raad van Bestuur zit.

 

Na samenstelling van de Raad van Bestuur door de Algemene Vergadering van  13 juni 2019 behoort het aan de Raad van Bestuur om het Dagelijks Bestuur samen te stellen uit haar leden.  Tevens worden de voorzitters van de 6 bestuurlijke commissies aangeduid.

 

KENNISNAME van de samenstelling van de Raad van Bestuur van VVSG vzw:

 

    Julie Asselman, schepen Merchtem

    Francis Benoit, burgemeester Kuurne

    Elke Decruynaere, schepen Gent

    Raf Drieskens, schepen Pelt

    Fons Duchateau, schepen Antwerpen (vice-voorzitter)

    Daphné Dumery, burgemeester Blankenberge

    Philippe De Coene, schepen Kortrijk

    Maaike De Rudder, burgemeester Sint-Gillis-Waas

    Wim Dries, burgemeester Genk (voorzitter)

    Veerle Geerinckx, burgemeester Zemst

    Lieven Janssens, burgemeester Vorselaar

    Simon Lagrange, burgemeester Zulte

    Joris Nachtergaele, burgemeester Maarkedal

    Katrien Partyka, burgemeester Tienen

    Bart Somers, burgemeester Mechelen

    Bart Tommelein, burgemeester Oostende

    Steven Vandeput, burgemeester Hasselt

    Walter Vansteenkiste, burgemeester Wemmel

    Bieke Verlinden, schepen Leuven

    Dieter Wouters, burgemeester Wuustwezel

    Kristof Hendrickx, voorzitter Netwerk Brandweer

    Luc Jolie, voorzitter Exello.net

    Luc Kupers, adjunct-algemeen directeur Gent

    Herwig Hoskens, voorzitter Vlofin

    Piet Van Wambeke, algemeen directeur zorgbedrijf Meetjesland

    Loes Vandromme, voorzitter OVSG

    Mieck Vos, algemeen directeur VVSG

 

KENNISNAME van de samenstelling van het Dagelijks Bestuur

    Wim Dries, burgemeester stad Genk, voorzitter

    Fons Duchateau schepen stad Antwerpen, vice-voorzitter

    Elke Decruynaere, schepen stad Gent

    Bart Tommelein, burgemeester stad Oostende

    Raf Drieskens, schepen gemeente Pelt

    Philippe De Coene, schepen Kortrijk

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

BIZ Kempen - project budgetcoaches

 

Situering

BudgetInZicht Kempen (BIZ Kempen) is een samenwerkingsverband met de 27 OCMW’s, CAW De Kempen en de 4 verenigingen waar armen het woord nemen in de Kempen. Ze bieden ondersteuning en handvatten voor kwalitatieve en toegankelijke budget- en schuldhulpverlening. Daarnaast werken ze structurele preventieve projecten uit rond schuldpreventie.

 

BIZ Kempen heeft het project van de budgetcoaches uitgewerkt en getest binnen de regio ISOM (Herentals, Vorselaar, Grobbendonk, Lille, Herenthout, Olen en Kasterlee). Omdat het pilootproject een succesverhaal was, willen ze het project graag uitbreiden naar de hele regio.

 

BIZ Kempen vraagt aan alle 27 OCMW's om voor 27 september 2019 door te geven wie al dan niet interesse heeft om in te stappen in dit project.

 

Toelichting en advies

Het project van de budgetcoaches richt zich op cliënten die bij het OCMW gestart zijn met budgethulpverlening en die gemotiveerd zijn om financiële vaardigheden (verder) te ontwikkelen. In dat geval kan de maatschappelijk assistent in overleg met de cliënt beslissen om een budgetcoach in te schakelen.

 

De budgetcoach is een opgeleide vrijwilliger die wordt opgeleid en gecoacht door een projectcoördinator. Waar de maatschappelijk assistent focust op het wegwerken van schulden en bemiddeling en de krijtlijnen van het hulpverleningstraject uittekent, focust de budgetcoach op het aanleren van vaardigheden om op een bewuste manier om te gaan met geld bv. mee gaan naar de winkel, mutualiteit, vakbond, helpen met online bankieren,...

De budgetcoach werkt na start van het traject zeer zelfstandig, maar er is steeds een terugkoppeling met de maatschappelijk assistent en projectcoördinator voorzien.

 

De trajecten van de budgetcoach verlopen op maat en tempo van de cliënt en in de directe omgeving van de cliënt. Door in te zetten op sociale activering, zelfvertrouwen en empowerment worden cliënten gestimuleerd om op termijn ook stappen te ondernemen op andere levensdomeinen.

 

Het voordeel van werken met vrijwilligers is dat zij in een meer gelijkwaardige verhouding staan met de cliënt. Dit schept een vertrouwensband waardoor vrijwilligers soms dingen voor elkaar krijgen die de professional alleen niet bereikt. Uit een Nederlands eindrapport (Kruis G., 2011)  blijkt dat de kosten-baten voor de inzet van vrijwilligers in schuld- en budgethulpverlening zich gemiddeld verhouden op 1 : 2,3.

 

Het pilootproject toonde volgende positieve effecten aan ten gevolge van de inzet van budgetcoaches:

- meer ruimte voor de maatschappelijk assistenten om in te zetten op andere hulpnoden van de cliënt;

- verzelfstandiging van de cliënt zodat die kan uitstromen uit de budgethulpverlening;

- geen herval bij de cliënten;

- de cliënten geven hun aangeleerde vaardigheden door aan gezinsleden en anderen (katalysatoreffect).

 

De kosten voor het project worden verdeeld onder de OCMW's op basis van inwonersaantal. Om te verzekeren dat de trajecten eerlijk verdeeld worden onder de OCMW's, heeft BIZ Kempen op basis van de inwonersaantallen een richtcijfer bepaald voor het maximum aantal gelijklopende trajecten per OCMW. Wanneer het project op volle toeren draait met 30 vrijwilligers die elk 3 trajecten opnemen, is het richtcijfer voor OCMW Herselt 2,93 gelijklopende trajecten. Het aantal trajecten per OCMW kan in realiteit variëren afhankelijk van vraag en aanbod. De projectcoördinator volgt dit op.

 

De volledige toelichting van het project is te raadplegen als bijlage.

 

Het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst gaf gunstig advies in de zitting van 1 augustus 2019 om deel te nemen aan dit project.

Het Vast Bureau gaf gunstig advies in de zitting van 5 augustus 2019 om deel te nemen aan dit project.

 

Financiële weerslag

De personeelskosten voor de projectcoördinator worden verdeeld onder de deelnemende OCMW's volgens inwonersaantal. CAW De Kempen zal de werkingskosten van de budgetcoaches voor zijn rekening nemen (verzekering, vervoersonkosten, woon-werk, representatiekost, opleiding,…)

 

De raming van de kostprijs voor een projectcoördinator gaat uit van de totale personeelskost voor 1 VTE volgens barema B1c in PC 319.01. Er wordt 5% voorzien voor onkosten (bv. wetsverzekering, sociaal secretariaat, vervoersonkosten, kantoorkosten).

 

De berekende bijdrage voor OCMW Herselt bedraagt 1.822,21 euro per jaar, te starten vanaf 2020.

 

Ook indien niet alle OCMW’s instappen in het project, blijft dit de bijdrage. Het tewerkstellings- percentage van de projectcoördinator zal dan aangepast worden naargelang het aantal OCMW’s dat intekent.

 

Dit budget moet worden voorzien in het meerjarenplan 2020-2025.

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

Akkoord met deelname aan het project van de budgetcoaches van BIZ Kempen.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

Samenstelling Zorgraad: afgevaardigde Herselt

 

Situering

De Vlaamse overheid werkt aan de reorganisatie van de eerstelijnszorg. Via deze reorganisatie brengt men de welzijnssector en de gezondheidssector dichter bij elkaar. De lokale besturen krijgen een belangrijke rol binnen dit kader via het geïntegreerd breed onthaal (GBO) en het integraal lokaal sociaal beleid. De vorming van de voorlopige Zorgraad in elke eerstelijnszone (ELZ) is nu aan de orde.

 

Wettelijke gronden

het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;

het Decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders;

het Besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2018 tot toekenning van een subsidie aan de initiatiefnemers in een afgebakende zone voor de oprichting van de zorgraden;

het Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning en subsidiëring van de zorgraden en houdende inwerkingtreding van het Decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders dat op 17 mei 2019 definitief werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering;

 

Toelichting en advies

De eerste stap in de reorganisatie van de eerstelijn was de oprichting van de eerstelijnszones. Dit is een afgebakende zone van minimum 75.000 inwoners waarin de welzijns- en gezondheidssector gestimuleerd worden om meer samen te werken. Herselt behoort tot de eerstelijnszone Zuiderkempen samen met de gemeenten Geel, Laakdal, Meerhout, Hulshout en Westerlo.

 

Tijdens de opstartfase stuurde het veranderteam (kernteam) de eerstelijnszone aan. Zij werkten onder andere een missie en visie uit voor de eerstelijnszone.  Het veranderteam houdt op te bestaan van zodra de Zorgraad geïnstalleerd is.

 

Tegen uiterlijk  31 oktober 2019 wordt een (voorlopige) Zorgraad samengesteld conform de richtlijnen. De Zorgraad vzw wordt dan het definitieve bestuursorgaan van de ELZ.

Tot eind juni 2020 krijgt elke eerstelijnszone een financiële ondersteuning van € 12.000. Op 1 juli 2020 staat de definitieve erkenning van de Zorgraad gepland en zal de subsidie afhangen van verschillende indicatoren.

 

Opdrachten

De Zorgraad krijgt prioritaire opdrachten:

Afstemming organisatie en aanbod op de zorg- en ondersteuningsvragen

Het lokaal sociaal beleid ondersteunen

Stimuleren van kringwerking

Interdisciplinaire samenwerking, waaronder gegevensdeling, stimuleren

Invulling van de sociale kaart mee ondersteunen.

 

Samenstelling

De Zorgraad bestaat uit een vertegenwoordiging vanuit verschillende clusters:

Cluster lokale besturen ( maximum 6 zetels): gemeenten, OCMW’s en Huis van het Kind

Cluster welzijn ( maximum 6 zetels): de woonzorgcentra, de diensten voor gezinszorg, de lokale dienstencentra, de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen, de centra voor algemeen welzijnswerk;

Cluster eerstelijnszorgactoren (maximum 6 zetels): de huisartsen, de thuisverpleegkundigen, de kinesitherapeuten, de tandartsen, de apothekers, de podologen, de vroedvrouwen, de ergotherapeuten, de diëtisten, de klinisch psychologen, de partners die actief zijn in functie 1 van de netwerken volwassenen artikel 107 en activiteitenprogramma 1 van de netwerken geestelijke gezondheid kinderen en jongeren.

Verenigingen personen met zorg- en ondersteuningsvraag en vereniging van gebruikers, mantelzorgers en vrijwilligers (maximum 3 zetels)

Anderen (bv personen met een handicap, ziekenhuis, …): max 4

 

De lokale besturen zetelen in de cluster lokale besturen vanuit hun regierol binnen het lokaal sociaal beleid. Zowel een medewerker van het lokaal bestuur als een mandataris kan zetelen in de Zorgraad. De VVSG beveelt aan om in de vertegenwoordiging rekening te houden met een breed perspectief op lokaal sociaal beleid zodat men linken kan leggen naar andere levensdomeinen naast welzijn en gezondheid zoals wonen, werken, onderwijs en vrije tijd.

De lokale besturen zetelen in de cluster welzijn vanuit hun actorrol (woonzorgcentrum, lokaal dienstencentrum, dienst voor gezinszorg). Voor de invulling van deze cluster zijn afspraken nodig met de andere welzijnsactoren. Alhoewel de sociale diensten van het OCMW niet expliciet zijn opgenomen bij de samenstelling van de cluster welzijn is het toch belangrijk om de link binnen de cluster welzijn te behouden.

 

Personen die worden afgevaardigd worden geacht de nodige tijd te investeren in de Zorgraad.

In beide clusters is het belangrijk om het eigen bestuur te overstijgen en te spreken namens de cluster of sector waarvoor men vertegenwoordiger is (bijvoorbeeld namens de sector gezinszorg).

 

Belang van deelname aan de Zorgraad

Het ziet er naar uit dat de Zorgraad naar de toekomst een belangrijk orgaan wordt. De Zorgraad zal het lokaal bestuur kunnen ondersteunen bij de ontwikkeling van het lokaal sociaal beleid onder andere via de brede samenwerking tussen welzijn en gezondheid. Een goede samenwerking tussen de verschillende betrokkenen zorgt niet alleen voor een uitbreiding van de zorgmogelijkheden maar eveneens voor een beter zorgcontinuüm rond de cliënt. Via de deelname aan de Zorgraad leren de andere aanwezigen de gemeente en het OCMW kennen waardoor de drempels dalen. Door het netwerk via de Zorgraad is het vanuit het lokaal bestuur gemakkelijker om het lokaal sociaal beleid op gemeentelijk niveau uit te bouwen.

Vlaamse gesubsidieerde projecten krijgen steeds meer de eerstelijnszone als uitvalsbasis. Naar programmatie toe is het niet ondenkbeeldig dat de eerstelijnszone voor bepaalde voorzieningen als vertrekbasis zal worden gebruikt.

 

De deelname vanuit een lokaal bestuur aan een privaatrechtelijke vereniging moet goedgekeurd worden door de Gemeenteraad, respectievelijk Raad voor Maatschappelijk Welzijn.

 

Binnen de eerstelijnszone Zuiderkempen zijn 6 zetels in te vullen vanuit de lokale besturen in het kader van hun regiefunctie binnen de cluster lokale besturen.

Het lokaal bestuur kan deelnemen aan de cluster welzijn vanuit zijn actorrol.

De eerstelijnszones spelen een belangrijke rol in de organisatie van zorg en welzijn, en hebben een ondersteunende opdracht binnen het kader van lokaal sociaal beleid.

 

De gemeente/ het OCMW Herselt kan een mandataris of een ambtenaar afvaardigen binnen de cluster lokale besturen.

 

Na geheime stemming met 22 stemmen voor, 1 onthouding.

 

BESLUIT

Artikel 1:

Te participeren in de VZW, Zorgraad Eerstelijnszone Zuiderkempen.

 

Artikel2:

Elke Verlinden af te vaardigen als vertegenwoordiger van lokaal bestuur binnen de cluster lokale besturen.

 

Artikel 3:

Kim Saliën (OCMW Westerlo) af te vaardigen als vertegenwoordiger van de woonzorgcentra/de lokale dienstencentra/de diensten voor gezinszorg binnen de cluster welzijn.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Overzicht punten

 

Raamovereenkomst: Externe dienst voor preventie en Bescherming op het werk - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

 

Situering

Er wordt een nieuwe procedure gestart om een nieuw contract af te sluiten met een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. De gemeente Herselt zal optreden als aankoopcentrale.

 

Wettelijke gronden

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

De wet van 17 juni 2016 inzake het optreden als aankoopcentrale, inzonderheid artikel 2, 6°a en 7°b.

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 89, § 1, 2° (het geraamde bedrag excl. BTW bereikt de drempel van 750.000,00 euro niet) en artikel 43;

 

Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;

 

Toelichting en advies

Overwegende dat in het kader van de opdracht “raamovereenkomst: Externe dienst voor preventie en bescherming op het werk” een bestek met nr. 1.838.2 - 2020 werd opgesteld door de Gemeentelijke Administratieve technische dienst;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 110.150,00 euro (excl. BTW) of 133.281,50 euro (incl. 21% BTW) voor een periode van 5jaar: waarvan 14.670,04 euro (incl. BTW) per jaar voor de gemeente Herselt, 968 euro (incl. BTW) per jaar voor het AGB Herselt en 11.018,26 euro (incl. BTW) per jaar voor het OCMW Herselt

 

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

 

Overwegende dat het bestuur bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet beschikte over de exact benodigde hoeveelheden;

 

Financiële weerslag

De nodige kredieten zijn voorzien in de meerjarenplanning.

 

Met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 1.838.2 - 2020 en de raming voor de opdracht “raamovereenkomst: Externe dienst voor preventie en bescherming op het werk”. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 110.150,00 euro (excl. BTW) of 133.281,50 euro (incl. 21% BTW) voor een periode van 5jaar: waarvan 14.670,04 euro (incl. BTW) per jaar voor de gemeente Herselt, 968 euro (incl. BTW) per jaar voor het AGB Herselt en 11.018,26 euro (incl. BTW) per jaar voor het OCMW Herselt.

 

Artikel 2:

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Artikel 3:

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in de meerjarenplanning.

 

Artikel 4:

Het gemeentebestuur Herselt treedt op als aankoopcentrale voor het aanstellen van een externe dienst preventie en bescherming op het werk (EDPBW) voor de werknemers tewerkgesteld bij de gemeente Herselt, OCMW en AGB.

 

 

Publicatiedatum: 22/11/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.