Gemeente HERSELT

 

Zitting van maandag 31 januari 2022 - Raad voor Maatschappelijk Welzijn

 

Aanwezig:

Milo Anthonis - voorzitter

Peter Keymeulen - voorzitter vast bureau

Kristof Van Dingenen, Mark Van den Wouwer, Raf Vangenechten, Geert Sterckx, Elke Verlinden - leden vast bureau

Luc Peetermans, Kathleen Helsen, Ronan Korthout, Christiane Van Thielen, Gerda Battel, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Evelien Van Bedts, Warre Schauwaers, Maria Leirs, Wies Ooms, Tim Tubbax, Dolinda Voet, Karen Broes, Stefan Korthout, Vic Huysmans - raadsleden

Tina Vervloessem - algemeen directeur

 

Overzicht punten

 

Ontslag raadslid Pieter-Jan Parrein

 

Situering

Raadslid Pieter-Jan Parrein diende op 1 januari 2022 zijn ontslag in als raadslid bij de voorzitter van de gemeenteraad.

 

 

Wettelijke gronden

Decreet lokaal bestuur

 

Toelichting en advies

Artikel 13 van het decreet lokaal bestuur stipuleert:

" Het gemeenteraadslid dat ontslag wil nemen, deelt dat schriftelijk mee aan de voorzitter van de gemeenteraad. Het ontslag is definitief zodra de voorzitter van de gemeenteraad de kennisgeving ontvangt.

...

Het lid van de gemeenteraad blijft zijn mandaat uitoefenen tot zijn opvolger is geïnstalleerd, behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid."

 

Artikel 70 bepaalt verder:

De verhindering, het ontslag en het verval van het mandaat van gemeenteraadslid houden van rechtswege de verhindering, het ontslag en het verval van het mandaat van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn in.

 

Het ontslag van raadslid Pieter-Jan Parrein als lid van de raad voor maatschappelijk welzijn kan bijgevolg als definitief worden beschouwd.

 

 

KENNISNAME

van het ontslag van gemeenteraadslid Pieter-Jan Parrein.

 

De toezichthoudende overheid op de wijze bepaald in het decreet lokaal bestuur in kennis te stellen van het ontslag van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn Pieter-Jan Parrein.

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2022
Overzicht punten

 

Toegevoegd punt voorzitter - Ontslag Pieter-Jan Parrein en opvolging: installatie van Vic Huysmans - Toegevoegd punt ingediend door Milo Anthonis

 

Situering

Raadslid Pieter-Jan Parrein is ontslagnemend.

Opvolgers op de N-VA-lijst, waartoe het te vervangen lid behoorde

- Hans Celen wenst het mandaat niet op te nemen;

- Greet Bries wenst het mandaat niet op te nemen;

- Lore Kenis kan het mandaat niet opnemen wegens een onverenigbaarheid;

- Ivo Van den Bulck wenst het mandaat niet op te nemen.

 

Vic Huysmans, wonende te Huisakkers 34, 2230 Herselt, volgende opvolger op de N-VA-lijst, waartoe het te vervangen lid behoorde, kwam bijgevolg in aanmerking voor de opvolging van het ontslagnemend raadslid.

 

Wettelijke gronden

Decreet lokaal bestuur

 

Toelichting en advies

Vic Huysmans legde de eed af als gemeenteraadslid in openbare zitting van de gemeenteraad van 31 januari 2022.

 

Artikel 68 DLB

 

§ 1. Behalve in geval van toepassing van paragraaf 2, tweede lid, bestaat de raad voor maatschappelijk welzijn uit dezelfde leden als de gemeenteraad.

 

Door het onderzoek van de geloofsbrieven en de erop volgende eedaflegging van de gemeenteraadsleden, vermeld in artikel 6, § 3, en artikel 14, worden de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van rechtswege als geïnstalleerd beschouwd.

 

De rang die de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn innemen is dezelfde als de rang die ze als gemeenteraadslid innemen overeenkomstig artikel 6, § 7.

 

...

 

KENNISNAME.

van de installatie van rechtswege als lid van de raad voor maatschappelijk welzijn van mijnheer Vic Huysmans.

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2022
Overzicht punten

 

Goedkeuring ontwerpnotulen 13 december 2021

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

De voorgelegde ontwerpnotulen van de raad voor maatschappelijk welzijn worden goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2022
Overzicht punten

 

Rechtspositieregeling (RPR) en kader: Wijzigingen: Goedkeuring

 

Situering

Een aantal wijzigingen aan de verschillende Rechtspositieregelingen van gemeente en OCMW (categorie 1 en categorie 3) en AGB dringen zich op.

Daarnaast is het wenselijk een kaderwijziging door te voeren binnen het OCMW.

 

Wettelijke gronden

Decreet lokaal bestuur

RPR

 

Toelichting en advies

Alle wijzigingen werden gunstig geadviseerd door het managementteam, door het college en vast bureau, en resulteerden in een protocol van akkoord met de vakorganisaties na het laatste onderhandelingscomité op 25 november 2021.

 

Wijzigingen RPR

Het voorstel bestaat erin om volgende wijzigingen aan te brengen aan de RPR (wijzigingen vet, cursief en gemarkeerd):

 

         VIA 6 - verhoging eindejaarspremie:

 

In navolging van het Zesde Vlaamse Intersectorale Akkoord (VIA6) van 30 maart 2021 keurde de Vlaamse Regering op 10 september 2021 definitief de wijzigingen van de rechtpositiebesluiten van 7 december 2007 en 12 november 2010 goed.

 

Hierdoor hebben de VIA-personeelsleden recht op een verhoging van het variabel gedeelte van de eindejaarstoelage tot 3,6 % van het jaarsalaris. Voor VIA-personeelsleden werkzaam in de socio-culturele sector geldt deze verhoging van de eindejaarstoelage vanaf 2021.

 

Deze wijziging treedt retroactief in werking voor de VIA-personeelsleden werkzaam in de geregionaliseerde en klassieke zorg- en welzijnssectoren vanaf 2020.

 

 

Hiervoor dient artikel 215 RPR aangepast te worden:

 

Art. 215. Het bedrag van de eindejaarstoelage is de som van het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte, met dien verstande dat de eindejaarstoelage nooit meer mag bedragen dan een twaalfde van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar.

 

Het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte worden als volgt berekend:

1° het forfaitaire gedeelte:

a) het forfaitaire gedeelte bedraagt voor het jaar 2011 349,73 euro;

b) vanaf 2012 wordt het forfaitaire gedeelte dat toegekend is tijdens het vorige jaar, telkens vermeerderd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het vorige jaar en de teller gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het resultaat daarvan wordt berekend tot op twee decimalen nauwkeurig;

c) het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt b), wordt verhoogd met 698,74 euro;

d) voor het jaar 2012 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt c), voor alle personeelsleden verhoogd met 100 euro;

e) vanaf het jaar 2013 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt c), voor alle personeelsleden verhoogd met 200 euro;

 

2° het veranderlijke gedeelte:

2,5 procent van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Als het personeelslid in de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar geen of slechts een gedeeltelijk salaris ontvangen heeft, dan wordt het percentage berekend op basis van het salaris dat voor diezelfde maand betaald zou zijn als het personeelslid zijn functie wel volledig had uitgeoefend.

 

In afwijking van het tweede lid, 2°, bedraagt het veranderlijke gedeelte voor de personeelsleden, vermeld in punt 1 onder de rubriek "dringende maatregelen koopkracht" van het deelakkoord VIA6 - koopkracht publieke sector van 22 december 2020, 3,6 procent van het jaarsalaris, vermeld in het tweede lid, 2°.

 

In het derde lid wordt verstaan onder deelakkoord VIA6 - koopkracht publieke sector van 22 december 2020: het deelakkoord van 22 december 2020 tussen de sociale partners van de publieke sector over de aanwending van de middelen koopkracht VIA6, zoals goedgekeurd bij protocol nr. 2020/5 houdende de conclusies van de onderhandelingen die op 23 december 2020 werden gevoerd in de onderafdeling `Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap' van de eerste afdeling van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten over het ontwerp van het deelakkoord tussen de sociale partners van de publieke sector over de aanwending van de middelen koopkracht VIA6, dat is opgenomen in bijlage III, die bij dit besluit is gevoegd.

 

 

         Uitbreiding geboorteverlof:

 

Bij besluit van de Vlaamse regering van 24 september 2021, heeft de Vlaamse regering gezorgd voor een uitbreiding van het geboorteverlof voor zowel statutaire als contractuele personeelsleden van de lokale besturen.

Vanaf 1 januari 2021 wordt het geboorteverlof verlengd tot 15 werkdagen.

Vanaf  1 januari 2023 wordt het verlengd tot 20 werkdagen.

 

Hiertoe dient artikel RPR gewijzigd te worden:

Art. 284. Het personeelslid krijgt omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen:

[…]

[…]

Het omstandigheidsverlof is een recht, maar het personeelslid is niet verplicht deze verloven geheel of gedeeltelijk op te nemen.

 

Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit en is in alle gevallen bezoldigd, met uitzondering van een deel van het vaderschapsverlof voor contractuele personeelsleden in de gevallen die hierna omschreven worden het omstandigheidsverlof voor een gebeurtenis als vermeld in het eerste lid, 2°.

 

De volgende beloningsregeling geldt voor het omstandigheidsverlof voor een gebeurtenis als vermeld in het eerste lid, 2° :

1° als de geboorte vanaf 1 januari 2021 plaatsvindt, heeft het statutaire personeelslid gedurende de eerste tien dagen recht op een doorbetaling van het salaris en gedurende de vijf resterende dagen recht op een brutosalaris van 82%. Om het salaris te bepalen, wordt het brutosalaris op jaarbasis begrensd op 26.230 euro tegen 100%;

2° als de geboorte vanaf 1 januari 2023 plaatsvindt, heeft het statutaire personeelslid gedurende de eerste tien dagen recht op een doorbetaling van het salaris en gedurende de tien resterende dagen recht op een brutosalaris van 82%. Om het salaris te bepalen, wordt het brutosalaris op jaarbasis begrensd op 26.230 euro tegen 100%.

 

Voor het contractuele personeelslid wordt het omstandigheidsverlof voor een gebeurtenis als vermeld in het eerste lid, 2°, toegekend conform de regeling, vermeld in artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

 

Voor het contractuele personeelslid wordt het verlof ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming aan zijn zijde vaststaat, vermeld in 2°, toegekend volgens de regels van het arbeidsrecht, in het bijzonder volgens de regeling, vermeld in artikel 30, §2, van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten.

 

 

De periode waarin het uitgebreide geboorteverlof genoten wordt, wordt gelijkgesteld met een periode waarin volledig salaris genoten wordt voor de berekening van de eindejaarstoelage. Dit dient toegevoegd te worden in de RPR:

 

Art. 216. Het personeelslid ontvangt het volledige bedrag van de toelage, vermeld in artikel 214, als het als titularis van een betrekking met volledige prestaties het volledige salaris heeft ontvangen tijdens de hele duur van de referentieperiode.

 

Als het personeelslid niet het volledige salaris heeft ontvangen als titularis van een betrekking met volledige prestaties of onvolledige prestaties, wordt het bedrag van de toelage verminderd in verhouding tot het salaris dat het werkelijk heeft ontvangen.

 

De periodes waarin het personeelslid tijdens de referentieperiode als titularis van een betrekking met volledige prestaties of onvolledige prestaties met ouderschapsverlof, als vermeld in het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan, was, of met bevallingsverlof was met toepassing van de Arbeidswet van 16 maart 1971, of omstandigheidsverlof genoot voor een gebeurtenis als vermeld in artikel 284, eerste lid, 2°, worden gelijkgesteld met periodes waarvoor het personeelslid het salaris volledig heeft ontvangen.

 

 

Kaderwijziging

 

Met het oog op de wijzigingen in de toekomst en de huidige werklast en -druk, werd het kader van het OCMW (wat betreft de maatschappelijk assistenten) tegen het licht gehouden, dit onder meer in een missie-, visie- en waarde-oefening.

 

Hieruit is een nood naar voor gekomen voor een bijkomende 1 VTE maatschappelijk werker B1-B3 (vanaf 1/1/2022), 0,5 VTE mobiele ambtenaar B1-B3 (vanaf 1/3/2020).

 

Er staan momenteel 18 personen op de wachtlijst voor budgetbeheer en er is geen ruimte om deze op korte termijn bij op te nemen. Realisatie van de missie-visie van het OCMW is enkel mogelijk indien er extra ondersteuning komt via een extra maatschappelijk assistent.

 

Daarnaast zal er in de periode 1 maart 2022 tot 28 februari 2024 gewerkt worden aan een project ‘Zorgzame buurten’, dat volledig gesubsidieerd is. Hiervoor zal er nood zijn aan een mobiele ambtenaar. Na het project, vanaf 1 maart 2024, zal deze functie gewijzigd worden naar outreacher.

 

Op de dienst BKO werkt 1 van de medewerkers nu reeds voltijds ipv 0,75, door een bijkomende vervangingsovereenkomst voor 0,25 VTE. In de praktijk laat zich voelen dat deze extra uren nodig zijn voor de vlotte werking van de dienst. Het voorstel is dan ook om in het kader 0,25 VTE extra te voorzien binnen de dienst BKO.

 

Hieruit volgt dan voor het OCMW volgend kader (wat betreft maatschappelijk assistenten):

 

1 VTE stafmedewerker Coördinator Zorg en Welzijn

1 TVE hoofd maatschappelijk werkster

 

Maatschappelijk werkers:

 

Sociale dienst: totaal TVE = 5,65 => 6,65

 

Toevoeging extra MA voor budgetbeheer

 

Zorgdiensten: totaal TVE = 3 => 3,5

 

Toevoeging mobiele ambtenaar

 

BKO: totaal TVE = 1,25 => 1,5

 

 

Argumentatie van de raad voor maatschappelijk welzijn leidende tot het uiteindelijke besluit

De raad sluit zich aan bij het advies van de administratie.

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

De voorgestelde aanpassingen door te voeren in de rechtspositieregeling categorie 1 en 3 en het kader van het OCMW.

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2022
Overzicht punten

 

Bejaardenwoningen: goedkeuring huurovereenkomst en reglement voor verhuring

 

Situering

Aangezien het huidige model huurovereenkomst voor de bejaardenwoningen en het reglement van inwendige orde met de toewijzingsregels en wijze van huurprijsberekening dateren van enkele jaren geleden, zijn deze aan een herziening toe.

 

Wettelijke gronden

Organieke wet van 8 juli 1976 (en latere wijzigingen) betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (en latere wijzigingen).

Vlaams woninghuurdecreet van 9 november 2018 (en latere wijzigingen).

 

Toelichting en advies

OCMW Herselt heeft momenteel 12 doorgangswoningen: 8 woningen in Sint-Servaasweg (26-40) en 4 woningen in Verbrand Goor (7A-7D).

Het gebruikte model huurovereenkomst is voor alle woningen hetzelfde. Het nieuwe model huurovereenkomst is uitgebreider dan het vorige, waardoor er geen aparte afsprakennota nodig is. De onwettige bepaling dat de huur wordt afgesloten voor een onbepaalde duur werd vervangen door een huur die eindigt bij het overlijden van de huurder. Gezien de bestemming van de woningen, is het te vermijden dat de huur zou kunnen overgaan op erfgenamen waardoor een traditionele huurovereenkomst voor 9 jaar minder aangewezen is.

 

Momenteel wordt de huur berekend als volgt:

(jaarlijks netto-gezinsinkomen / 8.676,27 euro) x (173,53 euro x basisgezondheidsindex vanaf september 1994)

De maximale huur bedraagt sinds 1 januari 2017 (raadsbesluit 12 december 2016): 448 euro.

 

Voorstel om de formule voor de berekening van de huur hetzelfde te nemen als deze van de verblijfsvergoeding voor de doorgangswoningen.

Voor de maximale verblijfsvergoeding voor de bejaardenwoningen kan een onderscheid gemaakt worden tussen die van Sint-Servaasweg en die van Verbrand Goor omdat die van Sint-Servaasweg iets groter zijn. 

 

Voor de verhuring van de bejaardenwoningen golden volgende toewijzingsvoorwaarden:

a.1. Het OCMW zal de woningen verhuren aan bejaarden, alleenstaanden of echtparen en mindervaliden.

Hieronder wordt verstaan: wettige echtparen of samenwonende partners waarvan het hoofd gepensioneerd is of de normale pensioenleeftijd heeft bereikt, die bij de sociale wetgeving wordt bepaald.

Bij overlijden van één van beide echtgenoten kan de verhuring worden verdergezet ten voordele van de echtgeno(o)t(te) of partner.

a.2. Afwijkingen inzake leeftijd en samenstelling van het gezin dienen voorafgaandelijk instemming van de OCMW-raad te verwerven (o.a. indien de pensioenleeftijd nog niet is bereikt, doch een zeer ernstige handicap aanwezig is).

a.3. De woningen zullen verhuurd worden aan bejaarden die over een bescheiden inkomen beschikken en bij voorkeur geen woning in eigendom hebben of het vruchtgebruik ervan.

Van deze laatst gestelde voorwaarde wordt afgeweken ten gunste van de kandidaat-huurder(s) ingeval:

1) Deze woning ongezond wordt verklaard en voorwerp uitmaakt van een procedure tot sluiting.

2) Deze woning onaangepast is aan de fysieke situatie van de bejaarde(n).

a.4. De woningen mogen niet door meer personen betrokken worden dan waarvoor ze werden ontworpen en gebouwd.

a.5. De gesubsidieerde woningen kunnen elk tijdstip door de inspectie van de provincie Antwerpen bezocht worden.

a.6. Bejaarden wonend in de gemeente Herselt, hebben voorrang op bejaarden van andere gemeenten.

a.7.Door het OCMW wordt een chronologische lijst gevormd van de kandidaat-huurder(s); de datum van aanvraag primeert.

a.8. De raad van het OCMW beslist voor iedere aanvraag op basis van een sociaal onderzoek.

 

In praktijk wordt dit niet meer zo toegepast en zal de sociale dienst bij het vrijkomen van een bejaardenwoning in team bespreken welke mogelijke kandidaten er zijn. De maatschappelijk werkers maken een afweging op basis van de dringendste woonnood en deze kandidaat wordt aan het vast bureau voorgesteld. Voor de maatschappelijk werkers is het belangrijk dat woonnood kan meespelen als factor bij de toewijzing van een bejaardenwoning.  

 

Argumentatie van de raad voor maatschappelijk welzijn leidende tot het uiteindelijke besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn volgt het advies van de administratie en het vast bureau.

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

Goedkeuring te verlenen aan het toewijzingsbeleid voor de verhuring van bejaardenwoningen en aan de modelovereenkomst voor de huur zoals toegevoegd in bijlage bij dit besluit.

 

Artikel 2:

De bevoegdheid voor het afsluiten en beëindigen van individuele huurovereenkomsten, op basis van het model en toewijzingsreglement, wordt gedelegeerd aan het vast bureau.

 

Artikel 4:

Het vast bureau wordt gemachtigd om jaarlijks de bedragen van de vergoedingen te indexeren, alsook om de maximumbedragen voor de verblijfsvergoeding aan te passen.

 

Artikel 5:

Alle voorgaande beslissingen in verband met toekenningsvoorwaarden worden hierbij opgeheven. 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2022
Overzicht punten

 

Doorgangswoningen: goedkeuring algemeen kader, gebruiksovereenkomst en afsprakennota

 

Situering

Aangezien het huidige model 'bezetting ten bede zonder recht noch titel' en de afsprakennota's voor de doorgangswoningen dateren van enkele jaren geleden, zijn deze aan een herziening toe.

 

Wettelijke gronden

Organieke wet van 8 juli 1976 (en latere wijzigingen) betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, meer bepaald:

       artikel 1, 57 en 60 § 3 die het OCMW de opdracht toekennen maatschappelijke dienstverelening te verzekeren die tot doel heeft eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Deze dienstverlening kan ook hulp van materiële aard zijn.

       artikel 98 § 1 waardoor het OCMW van de begunstigde een bijdrage kan vragen in de kosten van de maatschappelijke dienstverlening.

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (en latere wijzigingen).

 

Toelichting en advies

OCMW Herselt heeft momenteel 6 doorgangswoningen: Verbrand Goor 7E bus 2, bus 3, bus 4, bus 5 en Kerkstraat 2 en 2A.

Het gebruikte model 'bezetting ten bede zonder recht noch titel' is voor alle woningen hetzelfde. Daarnaast is er een afsprakennota voor de appartementen/woningen van Verbrand Goor en een afsprakennota voor de woningen van Kerkstraat. In de bezetting ten bede wordt vastgelegd onder welke voorwaarden de doorgangswoningen kunnen gebruikt worden en de afsprakennota regelt vooral de rechten en plichten van de gebruikers.

Momenteel wordt de verblijfsvergoeding berekend als volgt:

           Voor de sociale appartementen met één slaapkamer:

(jaarlijks netto-gezinsinkomen / 8.676,27 euro) x (198,31 euro x basisgezondheidsindex vanaf september 2001)

           Voor de sociale appartementen met twee slaapkamers:

(jaarlijks netto-gezinsinkomen / 8.676,27 euro) x (223,10 euro x basisgezondheidsindex vanaf september 2001)

De maximale verblijfsvergoeding bedraagt sinds 1 januari 2017 (raadsbesluit 12 december 2016):

         448 euro voor een appartement/woning met één slaapkamer

         587 euro voor een appartement/woning met twee slaapkamers.

 

De huidige formule voor de berekening van de verblijfsvergoeding leidt ertoe dat personen meer zouden betalen voor een appartement met één slaapkamer dan voor een appartement met twee slaapkamers. Voorstel is om één formule te hanteren voor beide types appartement, namelijk 30% van het maandelijks netto-gezinsinkomen. Dit is het richtpercentage voor een huurder op de reguliere huurmarkt om maximaal te besteden aan huur en dit ligt net onder het percentage om bij het OCMW in aanmerking te komen voor een huurtoelage (1/3e van het gezinsinkomen).

De maximale verblijfsvergoeding voor de doorgangswoningen te behouden zoals vastgesteld in het raadsbesluit van 12 december 2016.

 

Toen het OCMW nog werkte met huurovereenkomsten voor de doorgangswoningen golden volgende toewijzingsvoorwaarden:

1.1. Het OCMW zal de woningen met voorrang verhuren aan alleenstaanden en/of éénoudergezinnen en/of echtparen of samenwonenden met een woningnood.

1.2. De appartementen worden verhuurd aan personen die slechts over een bescheiden inkomen beschikken: het maximum toegelaten inkomen voor een éénoudergezin en/of een echtpaar met kind wordt bepaald op 1,5 x het bedrag van het bestaansminimum, geldend op het ogenblik van de verhuring.

1.3. De kandidaat-huurder mag geen eigenaar of vruchtgebruiker zijn van onroerende goederen. Van deze voorwaarde kan worden afgeweken ten gunste van de kandidaat-huurder(s) indien:

1) Deze woning ongezond wordt verklaard en voorwerp uitmaakt van een procedure tot sluiting.

2) Tijdens de procedure van feitelijke scheiding en/of echtscheiding in partnerrelatie of huwelijk.

1.4. Personen verblijvend en gedomicilieerd in de gemeente Herselt, hebben voorrang op kandidaten met domicilie en/of verblijfplaats in andere gemeenten.

1.5. Door het OCMW wordt een chronologische lijst gevormd van de kandidaat-huurder(s); de datum van aanvraag primeert.

1.6. De raad beslist voor iedere aanvraag op basis van een sociaal onderzoek.

 

In praktijk wordt dit niet meer zo toegepast en zal de sociale dienst bij het vrijkomen van een doorgangswoning in team bespreken welke mogelijke kandidaten er zijn. De maatschappelijk werkers maken een afweging op basis van de dringendste woonnood en deze kandidaat wordt aan het bijzonder comité voor de sociale dienst voorgesteld of bij hoogdringendheid beslist de voorzitter van het BCSD over de terbeschikkingstelling van de doorgangswoning. 

 

Argumentatie van de raad voor maatschappelijk welzijn leidende tot het uiteindelijke besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn volgt het advies van de administratie en het vast bureau.

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1:

Goedkeuring te verlenen aan het model voor de gebruikersovereenkomst en de afsprakennota's zoals toegevoegd in bijlage bij dit besluit.

 

Artikel 2:

§ 1. De verblijfsvergoeding te bepalen op 30% van het netto-gezinsinkomen.

§ 2. De maximale verblijfsvergoeding voor de doorgangswoningen vast te leggen op:

         448 euro voor een appartement/woning met één slaapkamer

         587 euro voor een appartement/woning met twee slaapkamers.

 

Artikel 3:

De bevoegdheid voor het afsluiten, verlengen en beëindigen van gebruiksovereenkomsten met individuele gebruikers wordt gedelegeerd aan het bijzonder comité voor de sociale dienst, aangezien deze overeenkomsten kaderen in het verlenen van maatschappelijke dienstverlening.

 

Artikel 4:

Het vast bureau wordt gemachtigd om jaarlijks de bedragen van de vergoedingen te indexeren, alsook om de maximumbedragen voor de verblijfsvergoeding aan te passen.

 

Artikel 5:

Toekenningen van doorgangswoningen gebeuren op basis van de voorwaarden zoals opgenomen in het algemeen kader bij de gebruiksovereenkomst i.h.k.v. de terbeschikkingstelling van een doorgangswoning, na sociaal onderzoek en op voordracht van een maatschappelijk werker. Alle voorgaande beslissingen in verband met toekenningsvoorwaarden worden hierbij opgeheven. 

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2022
Overzicht punten

 

Erkende instelling schuldbemiddeling: basisregistratie 2021

 

Situering

Het OCMW van Herselt is erkend als instelling voor schuldbemiddeling onder het nummer 14/ab/74/20118. Dit impliceert dat jaarlijks een basisregistratieverslag moet worden ingediend met een overzicht van de verstrekte hulpverleningsmodules, zijnde: budgetbegeleiding, budgetbeheer, schuldbemiddeling en collectieve schuldenregeling.

 

Sinds 1 januari 2018 maakt het Vlaams Centrum Schuldenlast deel uit van het steunpunt Mens en Samenleving vzw (SAM). Het werk van het Vlaams Centrum Schuldenlast werd sindsdien overgenomen door het Team Schulden van SAM.

 

Wettelijke gronden

Decreet van 17 februari 2017 (en latere wijzingen) houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van een Vlaamse organisatie ter ondersteuning van welzijnsbevordering en samenlevingsopbouw.

Decreet van 24 juli 1996 (en latere wijzingen) houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling en tot subsidiëring van een Vlaams Centrum Schuldenlast.

Besluit van de Vlaamse regering van 25 maart 1997 (en latere wijzingen) tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling en tot subsidiëring van een Vlaams Centrum Schuldenlast.

Ministerieel besluit van 5 november 2013 betreffende de vaststelling van het model van basisregistratie voor de erkende instellingen voor schuldbemiddeling.

 

Toelichting en advies

Via de basisregistratie registreren alle erkende instellingen voor schuldbemiddeling jaarlijks het aantal gezinnen in budgethulpverlening en/of schuldhulpverlening. De verwerking van deze gegevens (door SAM) leidt tot een rapport dat een globaal overzicht geeft van dat aantal gezinnen, en ook cijfers per type organisatie, per provincie en per gebiedsindeling.

 

Het basisregistratieverslag 2021 van de dienst schuldbemiddeling van OCMW Herselt is toegevoegd als bijlage. Deze registratie geeft inzicht in het aantal verleende diensten van het afgelopen jaar.

 

Het basisregistratieverslag 2021 dient vooraf te worden goedgekeurd door het bestuursorgaan van OCMW Herselt en voor 25 februari 2022 via e-mail overgemaakt te worden aan het steunpunt Mens en Samenleving vzw (SAM).

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

De basisregistratie 2021 van de dienst schuldbemiddeling wordt goedgekeurd.

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2022
Overzicht punten

 

Kwaliteitshandboek BKO: crisisprocedure

 

Situering

Een deel van het kwaliteitshandboek van de buitenschoolse kinderopvang wordt na een zelfevaluatie voor goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Wettelijke gronden

Besluit Vlaamse regering van 16 mei 2014 artikel 13; houdende de voorwaarden voor erkenning en attest van toezicht en het kwaliteitsbeleid voor de buitenschoolse gezinsopvang en groepsopvang.

Besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2020 tot toekenning van een kwaliteitslabel aan organisatoren van kleuteropvang artikel 5 §1; De organisator heeft de integriteit en het beleidsvoerend vermogen om kwaliteitsvolle en duurzame kleuteropvang te realiseren, en draagt dat uit in de volledige werking, minstens bij de toepassing van alle kwaliteitsvoorwaarden.

 

Toelichting en advies

In bijlage vindt u de te volgen crisisprocedures voor de buitenschoolse kinderopvang.

Deze omvat:

- reanimatie bij een levensbedreigende situatie;

- evacuatie bij overmachtssituatie;

- het vaststellen van een gasgeur;

- een kind raakt zoekt of verdwijnt uit de opvang;

- de verdere opvolging, communicatie en evaluatie ervan.

 

Deze procedure werd besproken met vier begeleidsters van verschillende locaties en werd gunstig geadviseerd door het vast bureau.

 

Argumentatie van de raad voor maatschappelijk welzijn leidende tot het uiteindelijke besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn sluit zich aan bij het advies van het vast bureau en de dienst.

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

Akkoord te gaan met het kwaliteitshandboek deel 3.3.1.1 crisisprocedure.

 

 

De voorzitter sluit het openbare gedeelte van de raad voor maatschappelijk welzijn om 21.45 uur.

 

De voorzitter opent het besloten gedeelte van de raad voor maatschappelijk welzijn om 21.45 uur.

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2022
Overzicht punten

 

Ter beschikking stelling personeelsleden ikv klusjesdienst aan Welzijnszorg Kempen: goedkeuring

 

Goedgekeurd

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2022
Overzicht punten

 

Ter beschikking stelling personeel poetsdienst

 

Goedgekeurd

 

 

Publicatiedatum: 21/02/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.