Pieter Soetewey Evelien Van Bedts Mark Van den Wouwer Emelie Laeremans Hilde Van Reet Kathleen Helsen Femke Poelmans Luc Peetermans Hava Gokuzum Els Van de Kerckhof Elke Verlinden Fien Bries Milo Anthonis Maria Leirs Kristof Van Dingenen Raf Vangenechten Peter Keymeulen Ronan Korthout Mireille Colson Christiane Van Thielen Anneleen Maris Tim Tubbax Annick Tubbax Greet Bries Evelien Van Bedts Mark Van den Wouwer Emelie Laeremans Hilde Van Reet Kathleen Helsen Femke Poelmans Luc Peetermans Hava Gokuzum Els Van de Kerckhof Elke Verlinden Fien Bries Milo Anthonis Maria Leirs Kristof Van Dingenen Raf Vangenechten Peter Keymeulen Ronan Korthout Mireille Colson Christiane Van Thielen Anneleen Maris Tim Tubbax Annick Tubbax Greet Bries Hilde Van Reet Els Van de Kerckhof Peter Keymeulen Christiane Van Thielen Fien Bries Mireille Colson Hava Gokuzum Evelien Van Bedts Mark Van den Wouwer Femke Poelmans Anneleen Maris Elke Verlinden Annick Tubbax Greet Bries Maria Leirs Kathleen Helsen Raf Vangenechten Ronan Korthout Luc Peetermans Tim Tubbax Emelie Laeremans Kristof Van Dingenen Milo Anthonis aantal voorstanders: 21 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 2 Goedgekeurd
DE RAAD
In openbare zitting
Situering
De gemeenteraad resp. raad voor maatschappelijk welzijn beschikt overeenkomstig art. 40, §1 resp. art. 77, §1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (en latere wijzigingen) over de volheid van bevoegdheid.
Bepaalde bevoegdheden kunnen overeenkomstig art. 41, 1e lid resp. art. 78, 1e lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 (en latere wijzigingen) door de gemeenteraad resp. raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement toevertrouwd worden aan het college van burgemeester en schepenen resp. vast bureau.
Art. 41 §2, 8° en art. 78 tweede lid 9° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (en latere wijzigingen) bepaalt dat de gemeenteraad resp. de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd is voor het vaststellen van wat onder het begrip “dagelijks bestuur” moet worden verstaan.
De doelstelling is om een efficiënte en flexibele werking te kunnen opzetten, binnen een transparant en duidelijk bevoegdheidskader. Hiervoor willen we dezelfde regeling hanteren voor alle gemeentelijke rechtspersonen.
We combineren de invulling van het begrip “dagelijks bestuur” met een aantal delegaties bij reglement, om ondanks de juridische nuance toch enige coherentie te bereiken.
Wettelijke gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen (artikels 40, 41, 56, 77, 78, 84 en 235). Verder vermeld als DLB.
● Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (en latere wijzigingen) (artikel(s) 41, 42, 47, 48). Verder vermeld als wet OO.
● Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten (en latere wijzigingen) (art. 37, 38). Verder vermeld als KB Uitvoering.
● Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren (en latere wijzigingen). Verder vermeld als KB Plaatsing.
Toelichting en advies
Het is wenselijk het begrip 'dagelijks bestuur' en overige te delegeren bevoegdheden duidelijk te omschrijven met het oog op een duidelijke invulling van de bevoegdheden die de gemeenteraad onder dit begrip aan het college van burgemeester en schepenen toevertrouwd.
1) Algemene visie ten aanzien van dagelijks bestuur en te delegeren bevoegdheden
Het begrip “dagelijks bestuur” in de enge zin van art. 41, lid 2, 8°, is enkel gericht op de vaststelling van plaatsingsprocedure en voorwaarden van overheidsopdrachten. Enkel dit luik kan via de invulling van het begrip door de raad als een bevoegdheidsverdeling tussen gemeenteraad en college worden vastgesteld.
Andere bevoegdheden die in een concept ‘dagelijks bestuur’ in brede zin gevat zouden kunnen worden, moeten voor zover dit nog niet in regelgeving werd vastgelegd, expliciet via reglement aan het college worden toevertrouwd door de raad.
Dit zijn de handelingen die betrekking hebben op de regeling van de behoeften van het dagelijks leven, de zaken van een gering belang en de zaken die naar snelheid van optreden een dringend karakter vertonen.
Gelet op de bepaling van het DLB dat het college instaat voor de uitvoering van de besluiten van de raad, met inbegrip van de uitvoering van vastgestelde reglementen, hoeven daaromtrent geen bepalingen te worden opgenomen in de begripsdefinitie rond 'dagelijks bestuur' of delegatie van overige bevoegdheden.
Ook andere bevoegdheden die door wetten of decreten specifiek aan het college worden toevertrouwd, vallen buiten het toepassingsgebied van dit besluit.
2) Overheidsopdrachten
Voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten is volgens het DLB steeds het college/vast bureau (art. 56 §3 4° en 84 §3 4° DLB) bevoegd.
Voor de vaststelling van de plaatsingsprocedureen de voorwaarden van overheidsopdrachten is volgens het DLB de raad (art. 41 10° en 78 10° DLB) bevoegd, tenzij :
● er sprake is van dwingende en onvoorziene omstandigheden; (art. 56 §4 en 84 §4 DLB);
● de gemeenteraad de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden voor de betreffende opdracht nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd; (art. 41 10° b) en 78 10°b) DLB);
● het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur' (art. 41 10° a) en 78 10°a) DLB).
Een goede definiëring van het begrip dagelijks bestuur bij overheidsopdrachten moet het bestuur in staat stellen om soepel te werken, gelet op de hoeveelheid aankopen en de frequentie van vergaderen van de gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen.
Tijdens de uitvoering van een opdracht is snel en soepel kunnen handelen belangrijk, vandaar dat het aanbrengen van wijzigingen aan lopende opdrachten en het plaatsen van aanvullende werken, leveringen of diensten grotendeels binnen dagelijks bestuur valt. Hoewel juridisch kan worden aangevoerd dat de beslissing tot wijziging valt onder de uitvoering van overheidsopdrachten en daarmee sowieso een bevoegdheid van het college betreft, lijkt het wenselijk dit te expliciteren omdat de wijziging de vastgestelde voorwaarden van de opdracht kan veranderen. Binnen de grenzen die door de wet OO en het KB Uitvoering worden gesteld, kunnen de nodige wijzigingen in het kader van dagelijks bestuur aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
Ten overvloede wordt er op gewezen dat dit onderdeel van het begrip 'dagelijks bestuur' enkel ingaat op het bevoegde orgaan voor de vaststelling van de plaatsingsprocedures en voorwaarden. De mate van delegatie die hierin belegd wordt, laat de toepassing van de wet OO onverlet.
Voorgesteld wordt het bepalen van drempelwaarde voor de invulling van het begrip “dagelijks bestuur” te koppelen aan de drempelwaarde die in de wet OO zijn opgenomen voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking (art. 42, §1, 1° a) wet OO). Deze drempelwaarde is bij goedkeuring van dit reglement 143.000 euro, exclusief btw. Heel veel steden en gemeenten hanteren deze wettelijk bepaalde drempelwaarde om de begripsbepaling op af te stemmen.
De waarde van de overheidsopdrachten wordt bepaald op basis van de in art. 7 KB Plaatsing vastgestelde ramingsregels.
Overheidsopdrachten die volgens dit voorstel passen binnen het begrip ‘dagelijks bestuur’, zijn de volgende:
● De overheidsopdrachten met een geraamde waarde tot en met het bedrag bepaald in artikel 42 §1 1° a) van de wet van 17 juni 2016 (m.i.v. latere aanpassingen en wijzigingen, vanaf 1 januari 2024 143.000 euro excl. btw) van het investeringsbudget en het exploitatiebudget, ongeacht de looptijd van de opdracht.
● De beslissingen met betrekking tot het aanbrengen van wijzigingen aan een lopende overheidsopdracht, waarvan de gunningswijze en -voorwaarden initieel door de gemeenteraad bepaald werd, genomen in toepassing van artikel 37 en 38 van het KB Uitvoering.
Daarnaast brengen sommige besturen ook volgende opdrachten onder het begrip dagelijks bestuur:
● De overheidsopdrachten voor uitgaven voor investeringen die nominatief zijn opgenomen in het investeringenbudget (ongeacht het bedrag). Het nominatieve karakter van een investering dient duidelijk te blijken uit het goedgekeurde budget en/of één van de bijlagen bij dit budget, die mee ter goedkeuring werden voorgelegd.
Voorgesteld wordt om dit niet te doen in functie van de éénduidigheid ten aanzien van drempelwaarden en om het eventuele gebruik van nominatieve investeringen niet met aanvullende voorwaarden te belasten.
In aanvulling op de invulling van het begrip “dagelijks bestuur” wordt voorgesteld om zowel de toetreding tot een aankoopcentrale als de toetreding tot een occasionele gezamenlijke opdracht, via reglement te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen, voor zover de geraamde opdrachtwaarde eveneens onder de drempel bepaald in art. 42 §1, 1° a) wet OO blijft.
Dit zijn aankoopmogelijkheden waarbij een aanbestedende overheid is vrijgesteld van het zelf organiseren van een plaatsingsprocedure. Dit is ook de reden waarom dit niet onder de invulling van het begrip “dagelijks bestuur” kan worden gebracht, maar via reglement gedelegeerd moet worden.
Op deze manier worden alle overheidsopdrachten onder deze drempel een bevoegdheid van het college, alle opdrachten boven deze drempel komen toe aan de raad.
3) Financiële aangelegenheden (leningen en beleggingen)
● Inzake financiële aangelegenheden is het wenselijk het aangaan van leningen voor een periode langer dan 1 jaar en voor het goedkeuren van de voorwaarden waaronder een lening in de markt moet worden geplaatst, toe te vertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
● Ook het aangaan van beleggingen van kapitaal voor een periode langer dan 1 jaar, kunnen aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd.
Voor beide bovenstaande punten geldt overigens dat wanneer het korter dan 1 jaar is, dit een bevoegdheid van de financieel directeur betreft.
4) Overeenkomsten
De beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten, die uitdrukkelijk zijn toegewezen aan de gemeenteraad of deze bedoeld in art. 41 2e lid, 5° en 78, 2e lid, 6° DLB, vallen buiten de reikwijdte van dit besluit.
Wat overige overeenkomsten betreft, zoals samenwerkingsovereenkomsten met derde partijen, projectovereenkomsten in het kader van te geven of te ontvangen subsidies, uitvoeringsovereenkomsten bij werken e.d., is het ook aangewezen om het bestuur in staat te stellen om soepel te werken en de continuïteit van de dienstverlening te verzekeren, gelet op de frequentie van vergaderen van gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen.
Kunnen worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen bij reglement:
● het goedkeuren van overeenkomsten zonder financiële impact;
● het goedkeuren van overeenkomsten, waarvan de financiële impact is voorzien op het exploitatiebudget en die het bestuur niet verbinden voor meer dan een jaar;
● het goedkeuren van overeenkomsten, voor maximum 4 jaar, waarvan de financiële impact is voorzien op het exploitatiebudget voor zover de grens voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, (cf. art. 42, §1, 1° a wet OO) niet wordt overschreden;
● het goedkeuren van (samenwerkings)overeenkomsten met begunstigden van nominatieve subsidies die door de raad werden toegekend binnen volgende grenzen:
Grensbedrag cumulatief \\ Looptijd | ≤ 1 jaar | > 1 jaar en ≤ 4 jaar | > 4 jaar |
≤ grens voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking | college van burgemeester en schepenen | college van burgemeester en schepenen | gemeenteraad |
> grens voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking | gemeenteraad | gemeenteraad | gemeenteraad |
Investeringstoelage | gemeenteraad |
5) Mogelijkheid tot verder delegeren
De gemeenteraad delegeert het college van burgemeester en schepenen en geeft toelating aan het college van burgemeester en schepenen om deze taak (gedeeltelijk) verder te delegeren aan de algemeen directeur of andere personeelsleden.
Stemming over het besluit:
Stemmen voor:
Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Elke Verlinden, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Els Van de Kerckhof, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries, Femke Poelmans en Emelie Laeremans
Stemmen tegen:
Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen
BESLUIT
Artikel 1 - definitie begrip 'dagelijks bestuur'
De gemeenteraad stelt vast dat volgende elementen vallen onder het begrip 'dagelijks bestuur', zoals bedoeld in art. 41, lid 2, 8° van het Decreet over het lokaal bestuur:
● De overheidsopdrachten met een geraamde waarde tot en met het bedrag bepaald in artikel 42 §1 1° a) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (m.i.v. latere aanpassingen en wijzigingen, vanaf 1 januari 2024 143.000 euro excl. btw) van het investeringsbudget en het exploitatiebudget, ongeacht de looptijd van de opdracht.
● De beslissingen met betrekking tot het aanbrengen van wijzigingen aan een lopende overheidsopdracht, waarvan de gunningswijze en -voorwaarden initieel door de gemeenteraad bepaald werd, genomen in toepassing van artikel 37 en 38 van het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten,
Artikel 2: - aankopen zonder eigen plaatsingsprocedure
De gemeenteraad besluit zowel de toetreding tot een aankoopcentrale als de toetreding tot een occasionele gezamenlijke opdracht, via reglement te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen, voor zover de geraamde opdrachtwaarde eveneens onder de drempel bepaald in art. 42 §1, 1° a) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten blijft.
Artikel 3 – financiële verbintenissen
§1. De gemeenteraad besluit het aangaan van leningen voor een periode langer dan 1 jaar en voor het goedkeuren van de voorwaarden waaronder een lening in de markt moet worden geplaatst, via reglement toe te vertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
§2. De gemeenteraad besluit het aangaan van beleggingen van kapitaal voor een periode langer dan 1 jaar, via reglement toe te vertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 4 - andere overeenkomsten
De gemeenteraad besluit via reglement toe te vertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen:
● het goedkeuren van overeenkomsten zonder financiële impact;
● het goedkeuren van overeenkomsten, waarvan de financiële impact is voorzien op het exploitatiebudget en die het bestuur niet verbinden voor meer dan een jaar;
● het goedkeuren van overeenkomsten, voor maximum 4 jaar, waarvan de financiële impact is voorzien op het exploitatiebudget voor zover de grens voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, (cf. art. 42, §1, 1° a wet OO) niet wordt overschreden;
● het goedkeuren van (samenwerkings)overeenkomsten met begunstigden van nominatieve subsidies die door de raad werden toegekend binnen volgende grenzen:
Grensbedrag cumulatief \\ Looptijd | ≤ 1 jaar | > 1 jaar en ≤ 4 jaar | > 4 jaar |
≤ grens voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking | college van burgemeester en schepenen | college van burgemeester en schepenen | gemeenteraad |
> grens voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking | gemeenteraad | gemeenteraad | gemeenteraad |
Investeringstoelage | gemeenteraad |
Artikel 5 - mogelijkheid tot verder delegeren
De raad delegeert het college van burgemeester en schepenen als budgethouder voor de opdrachten van dagelijks bestuur en geeft toelating aan het college van burgemeester en schepenen om deze taken vervat in artikels 1 t.e.m. 4 van dit besluit (gedeeltelijk) verder te delegeren aan de algemeen directeur die deze desgevallend verder kan delegeren aan andere personeelsleden.
Artikel 6 - inwerkingtreding
De invulling van het begrip dagelijks bestuur en de delegaties opgenomen in dit reglement treden onmiddellijk na goedkeuring en bekendmaking in werking en vervangt vanaf deze datum alle voorgaande besluiten over het dagelijks bestuur en delegatie van vermelde bevoegdheden.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.