DE RAAD

In openbare zitting

 

Situering

De gemeente heeft financiële middelen nodig voor zijn werking en investeringen.

Op het grondgebied van Herselt zijn er heel wat tweede verblijven aanwezig. De eigenaars hebben eveneens het gebruiksrecht en genot van de infrastructuur van de gemeente, het is dan ook billijk dat ze een bijdrage leveren.

 

Wettelijke gronden

De grondwet, meer bepaald artikel 170§4.

Het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

De omzendbrief van 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.

Het decreet lokaal bestuur.

 

Toelichting

De belasting op tweede verblijven is een forfaitaire weeldebelasting op het gebruik van een luxegoed, ongeacht het inkomen van de belastingplichtige.

 

De eigenaars van een tweede verblijf kunnen net als de inwoners van de gemeente gebruik maken van de gemeentelijke voorzieningen en dienstverlening waarvoor de gemeente aanzienlijke uitgaven doet en waaronder o.a. begrepen zijn: de investeringen in het openbaar domein, de groenaanplantingen, de veiligheid, de zorg voor de openbare ruimte, de infrastructuurwerken, het culturele aanbod, …

 

Personen die in de gemeente wonen en daar hun hoofdverblijf gevestigd hebben dragen bij aan de financiering van de gemeente d.m.v. de aanvullende personenbelasting die door de gemeente geheven wordt.

 

Eigenaars en huurders van tweede verblijven betalen evenwel geen aanvullende personenbelasting aan de gemeente, terwijl zij wel gebruik maken van de dienstverlening van de gemeente, zodat het gepast is om de eigenaars van een tweede verblijf via een belasting op tweede verblijven te laten bijdragen aan de financiering van de gemeentelijke voorzieningen en dienstverlening.

 

De gemeente heft 7,30 % aanvullende personenbelasting. Voor een gemiddelde inwoner betekent dit 330,05 euro per persoon of 826,70 euro per gezin (2022);

De omzendbrief van 10 juni 2011 houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit beschouwt een tarief tot 1.000,00 euro als gematigd.

 

Kampeerterreinen worden reeds belast op basis van het belastingreglement op kampeerterreinen, zodat de uitbaters van kampeerterreinen op die wijze reeds bijdragen aan de financiering van de gemeentelijke voorzieningen en dienstverlening en de gemeente hen bijgevolg niet nogmaals wenst te belasten.

 

De belasting op tweede verblijven is noodzakelijk voor het bereiken van een financieel evenwicht in het meerjarenplan.

 

Stemming over het besluit: met eenparigheid

 

BESLUIT

Artikel 1: 

Er wordt voor aanslagjaar 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven.

 

Artikel 2: 

Onder tweede verblijf moet worden verstaan elke andere private woongelegenheid dan die welke voor het hoofdverblijf is aangewend, waarvan de gebruikers niet voor hun hoofdverblijf zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters, en waarvoor zij op elk ogenblik hetzij als eigenaar, hetzij als huurder, hetzij als houder van een gebruiksvergunning, kunnen beschikken al dan niet tegen betaling. Dit kunnen zijn landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes, chalets, daarin inbegrepen de met chalets gelijkgestelde caravans, en alle andere vaste woongelegenheden, die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger, en stacaravans.

De hoedanigheid van tweede verblijf wordt beoordeeld op 1 januari van het aanslagjaar.

 

Artikel 3: 

Worden niet beschouwd als tweede verblijf:

         Het lokaal waarin een niet in de gemeente gedomicilieerd persoon een beroepsactiviteit uitoefent;

         Garages, tenten, verplaatsbare caravans, mobilhomes en woonaanhangwagens;

         Logies die reeds onder de toepassing vallen van het belastingreglement op kampeerterreinen;

         Woongelegenheden die opgenomen zijn in het register van leegstaande woningen en gebouwen.

 

Artikel 4: 

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het tweede verblijf op 1 januari van het belastingjaar, ongeacht de duur van de eventuele verhuring en ongeacht het feit of de eigenaar al dan niet in de bevolkingsregisters is ingeschreven.

Ingeval van mede-eigendom is iedere mede-eigenaar de belasting verschuldigd voor zijn deel.

 

Artikel 5: 

De belasting is ondeelbaar en voor het gehele aanslagjaar verschuldigd.

Het tarief van de belasting wordt per aanslagjaar vastgesteld op:

 

Aanslagjaar

Tarief per tweede verblijf

2025

589,00 euro

 

Artikel 6: 

De verkoper van een tweede verblijf is verplicht binnen de twee maanden na het verlijden van de notariële akte, bij ter post aangetekende brief, de volgende gegevens aan het gemeentebestuur, dienst financiën, mee te delen:

         Volledige identiteit van de nieuwe eigenaar;

         Datum van de akte en naam van de notaris;

         Adres en kadastrale gegevens van het tweede verblijf.

 

De nieuwe eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter en opstalhouder zijn de belasting verschuldigd vanaf 1 januari volgend op de datum waarop de authentieke akte van verkoop werd verleden voor de notaris. Er zal geen rekening gehouden worden met de tussen de partijen voorafgaand aan het verlijden van de authentieke akte gesloten overeenkomst.

De verkopers die nalaten om het gemeentebestuur tijdig in te lichten zoals bepaald in dit artikel kunnen geldig worden aangeslagen in de belasting en blijven hoofdelijk gehouden tot betaling van de belasting.

 

Artikel 7: 

De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend binnen een termijn van dertig kalenderdagen, moet worden teruggestuurd.

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 1 mei van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

 

Artikel 8: 

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting.  De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

Artikel 9: 

De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 10: 

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 11:

De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend.

De indiening kan gebeuren door aangetekende verzending, door overhandiging tegen ontvangstbewijs of via e-mail via het mailadres financien@herselt.be.

De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat.

Het college van burgemeester en schepenen stuurt binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur.

 

Artikel 12:

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen zijn van toepassing op dit belastingreglement.

 

Artikel 13:

Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.