DE RAAD

In openbare zitting

 

Situering

Op 25 november 2024 keurde de gemeenteraad het belastingreglement op tweede verblijven goed voor het aanslagjaar 2025.

Het reglement wordt hernieuwd voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031. Deze periode stemt overeen met de verdere duurtijd van de huidige legislatuur met één extra jaar (2031) om de continuïteit te verzekeren.

 

Wettelijke gronden

Grondwet, artikel 41, 162 en 170, §4.

Decreet lokaal bestuur, artikel 40, §3 en 41, 14°.

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

 

Toelichting

Het verwerven van inkomsten via belastingen is noodzakelijk om de algemene uitgaven van de gemeente te financieren.

Het bestaan en het gebruik van woon- of verblijfsentiteiten waar niemand is ingeschreven in het bevolkingsregister geeft aanleiding tot kosten die door de gemeente worden gedragen betreffende investeringen in onder andere openbaar domein, openbare dienstverlening, veiligheid, administratie en afvalbeheersing. De gebruikers van tweede verblijven, zijnde de eigenaar, huurder of een andere gebruiker, halen voor die woon- of verblijfsentiteiten wel voordeel uit de gemeentelijke dienstverlening, doch dragen er niet fiscaal toe bij, zodat het redelijk verantwoord is dat ook zij een billijke bijdrage leveren en dat op de tweede verblijven een belasting wordt geheven.

 

Stemming over het besluit:

Stemmen voor:

Luc Peetermans, Ronan Korthout, Kathleen Helsen, Tim Tubbax, Raf Vangenechten, Peter Keymeulen, Christiane Van Thielen, Hilde Van Reet, Mireille Colson, Mark Van den Wouwer, Evelien Van Bedts, Maria Leirs, Anneleen Maris, Hava Gokuzum, Greet Bries, Annick Tubbax, Fien Bries en Emelie Laeremans

Stemmen tegen:

Els Van de Kerckhof en Femke Poelmans

Onthouden zich:

Milo Anthonis en Kristof Van Dingenen

 

 

BESLUIT

Artikel 1:

Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt ten voordele van de gemeente een jaarlijkse belasting gevestigd op de tweede verblijven, gelegen op het grondgebied van de gemeente.

 

Artikel 2:

Als tweede verblijf wordt beschouwd elke woon- of verblijfsgelegenheid, waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister op 1 januari van het aanslagjaar.

Een tweede verblijf kan zowel een residentiële woning voor occasioneel gebruik zijn, als een recreatief verblijf.

 

Worden beschouwd als tweede verblijf:

 

- landhuizen, bungalows, villa's, appartementen, studio's, weekendhuisjes, optrekjes, chalets en alle vaste woon- of verblijfsgelegenheden met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans of stacaravans, en ongeacht of voormelde woon- of verblijfsgelegenheden ingeschreven zijn in de kadastrale legger;

- een verblijf dat tegelijkertijd kan worden gebruikt als woon- of verblijfsgelegenheid en voor de uitoefening van een beroepsactiviteit, maar niet tot hoofdverblijf dient.

 

Worden niet beschouwd als tweede verblijf:

 

 - logies die onder het toepassingsgebied vallen van de gemeentebelasting op kampeerterreinen;

 - het verblijf uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit; Het louter vestigen van een maatschappelijke zetel wordt niet beschouwd als een gebruik voor een beroepsactiviteit;

 - de tenten, woonaanhangwagens, motorhomes en verplaatsbare caravans, tenzij zij ten minste 6 maanden opgesteld blijven om als woon- of verblijfsgelegenheid te worden aangewend;

 - de woon- of verblijfsgelegenheid die werd opgenomen in het leegstandsregister.

 

Artikel 3:

De belasting is verschuldigd op 1 januari van het aanslagjaar.

Het bedrag van de belasting wordt forfaitair en ondeelbaar voor het volledige jaar vastgesteld op 700,00 euro per tweede verblijf.

 

Artikel 4:

De belasting is verschuldigd door de houder van één van de hierna vermelde zakelijke rechten op het betreffende verblijf op 1 januari van het aanslagjaar:

- de volle eigendom;

- het recht van opstal of van erfpacht;

- het vruchtgebruik.

In geval meerdere personen houder zijn van het zakelijk recht wordt de belasting uitgesplitst volgens het aandeel van elke belastingplichtige in de eigendom. Elke mede-eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de algehele belasting.

De belastingplicht geldt, ongeacht het feit of de belastingplichtige al dan niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente.

 

Artikel 5:

De belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 1 mei van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld formulier. Een belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft gekregen, moet daar zelf om verzoeken.

De aangifte blijft geldig zolang deze niet wordt herroepen door de belastingplichtige.

 

Artikel 6:

Als er geen, geen juiste of geen volledige aangifte is gedaan voor de aangiftedatum, vermeld in artikel 6, wordt de belasting ambtshalve gevestigd op basis van de gegevens waarover de gemeente beschikt, overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

Artikel 7:

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8:

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan overeenkomstig de bepalingen van artikel 9 van het decreet van 30 mei 2008 bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 9:

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en de toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.